N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Afghaanse ex-beveiligers Sinds het vertrek van het Nederlandse leger uit Uruzgan, worden ex-bewakers vermoord. Beschermingsverzoeken worden afgewezen. „Nederlanders kregen een medaille. Wij niets.”
Telkens als Nesar Ahmad Naeemi (40) Facebook opent op zijn computer, zet hij zich schrap. Want hij kan er zomaar stuiten op een foto van een oud-collega, met een bebloed gezicht of met onheilspellend gesloten ogen. De afgelopen jaren vond hij meer dan eens van zulke doodsportretten van Afghanen die als bewakers voor de internationale troepen hebben gewerkt – net als hij. Ze zijn vermoord door de Taliban, die hen als collaborateurs beschouwen.
Naeemi gaf leiding aan de lokale bewakers, die onder meer door de Nederlandse krijgsmacht werden ingehuurd voor de beveliging van militaire bases als Kamp Holland. Sinds hij in 2019 in Nederland verblijft, probeert hij bij te houden hoe het zijn oud-collega’s vergaat. „Soms wil ik niet meer horen over mensen die dood zijn”, verzucht Naeemi, die geregeld appjes krijgt uit Afghanistan. „Maar nabestaanden blijven berichten sturen over wraakacties van de Taliban.”
Sinds het vertrek van het Nederlandse leger uit de Afghaanse provincie Uruzgan in 2010, zijn vijftien medewerkers van de zogeheten Afghan Security Guards (ASG) vermoord. Dat blijkt uit Naeemi’s eigen naspeuringen via sociale netwerken en zijn kennissenkring in Afghanistan. Vluchtelingenwerk noemt de vijftien Afghanen in zijn onlangs verschenen jaarverslag.
In Afghanistan leven nu nog 96 oud-ASG-medewerkers, die eerder samenwerkten met Nederlandse militairen tijdens de missie in Uruzgan (2006-2010). Ze zijn bijna allemaal voormalige bewakers. Allemaal lopen ze gevaar, zegt Naeemi, zeker sinds de Taliban bijna twee jaar geleden in heel Afghanistan aan de macht kwamen: „Het is de verantwoordelijkheid van Nederland om hen nu te helpen.” Helpen om Aghanistan uit te komen, bedoelt hij, en hen vervolgens de kans te bieden om politiek asiel aan te vragen in Nederland.
Andere Afghaanse medewerkers hebben zulke hulp ook gekregen. Denk aan de tolken over wie na de snelle val van Kabul in augustus 2021 verhitte debatten werden gevoerd in de Tweede Kamer. Alleen worden van de groep achtergebleven ex-beveiligers die Naeemi nu nog in Afganistan kent, de beschermingsverzoeken afgewezen, blijkt uit een inventarisatie van Vluchtelingenwerk.
Tegen dergelijke afwijzingen dient woensdag een rechtszaak van enkele Afghanen, onder wie zeven ASG’s die op Kamp Holland hebben gewerkt en in Deh Rawod. Deze bewakers hebben tijdens hun werk voor de Nederlandse krijgsmacht grote risico’s gelopen, zegt Naeemi: „Mijn mannen deden daar echt gevaarlijk werk.”
Kamp Holland
In een flatwoning in Driebergen, waar de salontafel vol zoete lekkernijen staat, pakt Naeemi zijn laptop erbij. Hij heeft duizenden foto’s van zijn tijd op Kamp Holland. Met bewakers in de wachttorens („nauwelijks beschutting, zie je?”), de uitbetaling van de salarissen aan lange tafels („kijk maar naar die stapels dollars”) en veel groepsfoto’s. Op zo’n foto wijst hij telkens een andere man aan: „Hij heeft jaren geleden asiel gekregen. Hij is dood. Hij is daar nog en weet niet wat-ie moet doen. Over hem heb ik al lang niet meer gehoord.”
Nesar Naeemi lijkt ze allemaal te kennen. Als commandant beheerde hij het contract van Nederland met de ASG, registreerde hij de namen van de beveiligers die op Kamp Holland kwamen werken en hield hij de door hen gewerkte uren bij. Hij maakte afspraken met Nederland over de aanvoer van vooral voedsel en over het werkrooster. „Elke avond inspecteerde ik het kamp, bijvoorbeeld om te kijken of er geen spullen waren verdwenen”, vertelt hij. „Elke ochtend maakte ik een rapport van wat mijn mensen die nacht hadden gezien en stuurde dat naar de Nederlandse commandant.”
Nederland had met het bevel in Uruzgan ook de Afghaanse beveiligers overgenomen van de Amerikanen. Daarbij sloot Nederland zelf, zo staat in de eindevaluatie van de Nederlandse militaire missie in Afghanistan, opnieuw „contracten met de individuele leden en de commandant van de Afghaanse beveiligers” – met Naeemi dus. Defensie zegt niet precies te weten hoeveel beveiligers destijds zijn ingehuurd. Volgens Naeemi waren er aanvankelijk 140 beveiligers, maar liep dat aantal op tot uiteindelijk 240 doordat het kamp onder Nederland flink werd uitgebreid.
Beveiligers die nieuw werden aangenomen, moesten een schiettest afleggen. Ze kregen enkele dagen lang training voor de omgang met wapens. „Dat ging bij de Nederlanders heel anders dan bij de Amerikanen”, vertelt Naeemi. „Omdat Nederland niet veel munitie had mochten we veel minder schieten dan bij de Amerikanen.”
Vervolgens kregen de beveiligers een toegangspas. Daarvoor werden niet alleen hun persoonlijke gegevens opgeslagen op de computer, maar ook hun foto’s. Naeemi toont een foto van Afghaanse mannen die in een rij staan voor Nederlandse militairen aan een tafel. „Hier worden de portretfoto’s gemaakt. Ze moesten tijdens het fotograferen seconden lang in de camera kijken.”
Raketwerpers
Naeemi’s mannen werden ingezet „in de buitenste ring” van de militaire basis: op de wachttorens, en bij de hoofdpoort van Kamp Holland: „De Nederlanders zitten in het kamp zelf, waar het veel veiliger was.” De wachttorens waren vaak doelwit van de Taliban, die hen van veraf bestookten met raketwerpers (RPG’s). „De mannen in de wachttorens moesten daar dag en nacht zitten, met zijn vijven”, vertelt Naeemi. „Daar vang je als eerste de aanvallen op.”
De beveiligers begeleidden ook konvooien met materieel naar vooruitgeschoven posten waar Nederlandse militairen waren gestationeerd. Die konvooien werden geregeld aangevallen of de voertuigen reden over een bermbom. Dat laatste overkwam ook Naeemi’s vriend Jamaluddin Afghan, die tijdens het gesprek zwijgend naast hem zit op de bank. Hij verloor in 2007 zijn rechteronderbeen, toen de vrachtauto waarmee het kamp werd bevoorraad, over een bermbom reed. De Nederlanders hielden hem in dienst, in een administratieve functie. Hij werd later overgebracht naar Nederland en kreeg in 2022 politiek asiel.
De Afghaanse beveiligers namen die risico’s „voor het geld”, zegt Naeemi: „In Afghanistan waren er toen zeer weinig banen. Bovendien stonden de Nederlanders erom bekend dat zij elke maand op de dezelfde dag uitbetaalden, stipt.” Ze kregen 210 dollar per maand. Tegelijkertijd waren de bewakers zich ervan bewust dat de Taliban en hun sympathisanten hen zagen als de vijand, of als verraders.
Naeemi probeerde mannen van buiten Uruzgan in te zetten op de Nederlandse bases, om te voorkomen dat buren of bekenden hen aan het werk zouden zien en konden verklikken. Doordat de bewakers aan de poort stonden, en vaak maanden achtereen werkzaam waren op kamp, leerde de bevolking hen toch kennen.
Een bewaker werd tijdens zijn verlof, op familiebezoek in Kandahar, in 2009 door Talibanstrijders opgespoord en gedood. Naeemi hield dat nieuws verborgen voor zijn andere medewerkers, vertelt hij, om geen angst te zaaien. „Sommige bewakers bleven na verlof weg van de militaire basis. Dan bleek dat hun familie was bedreigd of dat zij zelf dreigbrieven kregen van de Taliban en niet meer aan het werk durfden”, vertelt hij. Als hij bij de Nederlandse leiding melding maakte van de bedreigingen van de bewakers, kreeg hij naar zijn zeggen te horen: „Maak je er niet druk om.”
Naeemi zelf kreeg ook bedreigingen van de Taliban en hun handlangers. In hetzelfde jaar werd zelfs zijn vader omgebracht, volgens Naeemi met een gif, en werd zijn familiehuis beschoten. De bedreigingen vermeldde Naeemi in 2015 in zijn eigen verzoek om overbrenging naar Nederland. Het duurde vier jaar voordat hij toestemming kreeg en met zijn gezin kon overkomen. „Het is geweldig hier. Mijn kinderen kunnen worden wat ze willen, advocaat of arts.”
Nu maakt hij zich ernstige zorgen over zijn voormalige collega’s. Bij hun machtsovername beloofden de Taliban „moderner en diverser” te zijn dan het regime dat zij in de jaren 90 instelden. Achtergebleven oud-personeel van de internationale missies hoefde niet te vrezen voor represailles, als zij zich wel registreerden bij de Taliban . „Natuurlijk moest je dat niet geloven”, schampert Naeemi.
Huisbezoeken van Taliban
Van ASG-bewakers heeft hij gehoord over huisbezoeken door de Taliban. „Ik heb tegen iedereen gezegd dat ze de deur niet eens moesten opendoen voor die lui. Wat zeg je dan: ‘Oh, hallo, komt u binnen, ik heb twintig jaar meegewerkt aan de strijd, maar nu sta ik toch aan uw kant’? Dat is volstrekt ongeloofwaardig.” In internationale media zijn al verhalen verschenen over hoe de Taliban voormalig medewerkers hebben opgespoord en geëvacueerd.
Voor Afghaanse ex-medewerkers die naar Nederland willen vluchten, bestaan meerdere regelingen. Zo is er de tolkenregeling, die al enkele jaren geldt voor vertalers en anderen die tijdens missies extra zichtbaar waren of als medewerker herkenbaar zijn. Na de machtsovername in 2021 kwamen onder druk van de Kamer (motie-Belhaj) „speciale voorzieningen” tot stand, om meer Afghaanse medewerkers over te brengen. Volgens de laatste cijfers van de ministeries van Buitenlandse Zaken, Veiligheid en Justitie en Defensie, waaronder de verschillende regelingen vallen, komen per juli 2023 nog 99 mensen in Afghanistan in aanmerking voor evacuatie naar Nederland. Zij staan al enige tijd op de evacuatielijsten die rond de val van Kabul zijn opgesteld. Geen van hen is bewaker op een militaire basis geweest.
Lees ook deze reconstructie: Zo verliep de chaotische evacuatie uit Kabul in augustus 2021
Het ministerie van Defensie, verantwoordelijk voor uitvoering van de tolkenregeling, zegt nog „enkele tientallen verzoeken” tot overbrenging in behandeling te hebben – ook van bewakers. Om in aanmerking te komen, moet de aanvrager aantonen voor een „substantiële periode” voor Nederland te hebben gewerkt (zeker drie maanden) en daarom te worden bedreigd. Ook moet de medewerker tijdens het werk voor Nederlandse militairen in posities zijn gekomen waardoor „hij of zij extra zichtbaar werd, en werd vereenzelvigd met de missie”. De risico’s die aanvragers nu in Afghanistan lopen, zijn volgens Defensie „afhankelijk van hun persoonlijke omstandigheden”.
Naeemi’s ex-beveiligers voldoen dus telkens niet aan deze criteria van Defensie. In de afwijzingen die Vluchtelingenwerk verzamelde, staat dat de oud-bewakers zich te laat gemeld hebben en dat ze onvoldoende kunnen aantonen dat zij individueel risico lopen. Of dat zij alleen „indirect”, via een contractor, werkzaam zouden zijn geweest voor Nederland.
Beschermingsverzoeken
De afwegingen snijden geen hout, vindt Naeemi. Wat de risico’s betreft heeft hij buiten de vijftien ASG’s die zeker werden vermoord, bij nog eens vijftien ex-beveiligers het sterke vermoeden dat hun hetzelfde is overkomen. En de Taliban, stelt hij, zien elke associatie met de internationale troepen als reden tot vergelding, ongeacht de precieze taken die lokaal personeel uitvoerden of vereenzelviging met de missie.
Bovendien vielen ASG’s volgens hem wel rechtstreeks onder de Nederlandse krijgsmacht. Van iedere medewerker stonden de contact- en persoonsgegevens in de administratie. Op basis daarvan werden de beveiligers direct en individueel uitbetaald, zegt Naeemi: „De base commander controleerde alles heel precies. De Nederlanders turfden de gewerkte dagen”, herinnert Naeemi zich.
De Taliban zien elke associatie met de internationale troepen als reden tot vergelding
Nesar Ahmad Naeemi ex-commandant
De namenlijsten, ASG-passen en contante uitbetalingen bewaarde Naeemi zelf op zijn computer. „Daar ligt-ie”, zegt Naeemi en wijst op een oude laptop: „Hij is zo verouderd, dat ik niet bij de bestanden kan.” De inhoud toont volgens hem aan hoezeer de Nederlanders zijn werk en dat van zijn collega’s al die jaren hebben gecoördineerd. De betrokken ministeries hebben in september 2021 gezegd dat een formeel contract niet hoeft te worden voorgelegd om te bepalen of iemand voor Nederland werkte.
Toen de Nederlanders vertrokken uit Afghanistan, namen de Australische strijdkrachten met het commando ook de ASG’s over – met dezelfde constructie. Naeemi sloeg alle gegevens van de Afghanen in Australische dienst op in een nieuwe map. Die staat op zijn huidige laptop en raadpleegt hij nu vaak. „Ik krijg constant vragen om hulp van guards – dan moet ik kijken of zij het beste Nederland of Australië om hulp moeten vragen. Het is overal lastig – maar sinds een paar weken krijgen we ineens wel snel antwoord van de Australiërs.” Daar werd in juni besloten ruim 26.000 nieuwe visa open te stellen voor Afghanen – inclusief lokaal personeel.
De ervaringen van lokale ambassadepersoneel: Van angst in Afghanistan naar zorgen in Zoutkamp
Nederland kan ook zo’n stap zetten, vindt Naeemi. De Nederlandse staat moet volgens hem zelf ook een uitgebreide administratie hebben met alle informatie over de voormalige ASG-medewerkers, van de beveiligerspassen tot en met de loonlijsten. Maar het is onduidelijk wat er met deze gegevens is gebeurd.
Defensie stelt dat er geen database is aangelegd van de bewakers, maar dat „de beschikbare documenten zijn opgeslagen binnen de Afghanistanmissie-archieven”. Nederland kan daarin precies nagaan, zegt Naeemi, welke Afghanen het gevaarlijke beveiligingswerk deden. Haal die mensen vervolgens naar Nederland, zegt hij. „Wij hielden toen Nederlanders in Afghanistan waren, de militairen veilig. Sommige van die gasten, die er misschien een halfjaar zaten, zijn beloond – ze kregen medailles, of een hogere rang. Nu hebben wij bescherming nodig, en krijgen we niets.”