Sean Paul te vroeg, Lauryn Hill te laat: Reggae Rotterdam stelt teleur

Recensie

Muziek

Zomerfestival De line-up van Reggae Rotterdam lijkt geweldig, maar de chaotische organisatie, maakt genieten van muziek wel erg lastig.

Lauryn Hill tijdens Reggae Rotterdam.
Lauryn Hill tijdens Reggae Rotterdam.

Foto Sebiha Oztas

Op de dag van het Zomercarnaval en het verbod op bubbling dansen, spat op Reggae Rotterdam in Ahoy de sensualiteit tegen de muren. DJ Moortje, vader aller bubbling in Nederland, trekt zich duidelijk niets aan van het conservatisme van de organisatie van het Zomercarnaval. Geen dansverbod kan de mensen ervan weerhouden om te genieten. Al wordt ze dat vandaag wel héél lastig gemaakt.

Ahoy is simpelweg een domper van een locatie voor een reggaefestival. Na vier edities in het Kralingse Bos kreeg de organisatie geen nieuwe vergunning op die plek. Er waren talloze klachten over te lange rijen en gebrek aan personeel.

Dit jaar leek het beter georganiseerd. Ook de line-up is geweldig: Lauryn Hill, Sean Paul én Eek-A-Mouse. Tot twee dagen voor het festival bekend wordt dat ze alledrie tegelijkertijd op een ander podium het festival zullen afsluiten. Het bleek een voorbode.

In een mum van tijd waren alle kluisjes vol, de indeling van de podia was onduidelijk, een kaart van het festivalterrein nergens te krijgen. Dj Sister Nancy kwam niet opdagen wegens mismanagement van de organisatie („my morals, dignity and respect come first”, schrijft ze op Instagram), waardoor de timetable veranderde. Dat werd niet gecommuniceerd. Beenie Man werd een uur vervroegd, Tarrus Riley was twintig minuten te laat, al gaf hij met zijn prachtige hese stem wel een show van formaat.

Julian Marley & The Wailers op Reggae Rotterdam.
Foto Sebiha Öztas

Hol, schel en keihard

De ‘Red Stage’, een klein podium opgesteld in een veel te grote hal, had weerkaatsend, hol, schel en keihard geluid. Zo slecht maak je het zelden mee. Het ergste: Eek-A-Mouse, de enige reggae-headliner, stond er tijdens Sean Paul en Lauryn Hill weggestopt – een belediging.

De spaarzame muzikale hoogtepunten maken niet veel goed, maar zijn wel heel fijn. Met Julian Marley en The Wailers op de Green Stage, waar het geluid vol en warm is, eert het festival de legende. De echo van zijn vader galmt door Ahoy, het publiek loopt met hem en de band weg. Meezingen, dansen, ogen dicht. De zaal is voor even een „government yard in Trenchtown”. Ook leuk: Don Carlos legt zijn show stil zodat de bassist zijn vrouw ten huwelijk kan vragen. Het publiek smult.

Uiteindelijk wordt een vrees waarheid: Sean Paul blijkt een kwartier eerder dan aangekondigd te beginnen, Lauryn Hill een vol uur later. Als je voor haar koos, miste je hem dus voor niets. Dat is echt een gemis, want Sean Paul bouwt een waar feest: zijn live band smijt al zijn hits eruit en die gaan als warme broodjes over de toonbank. Al is het geluid wederom om te gruwelen.

Na lange fluitconcerten wandelt Lauryn Hill uiteindelijk om elf uur het podium op alsof er niks aan de hand is. Ze is uitgedost in een oranje, tule pak dat om haar lijf heen valt als een harnas, misschien wel om afstand tot het publiek te bewaren. Terwijl ze haar bigband commandeert, werkt ze zich door haar nummers heen, wat op zich prima gaat, maar ook hier resulteert het in één grote brij van geluid. De microfoon staat veel te hard, de muziek van de band te zacht, geen nummer is goed herkenbaar.

En zo kan zelfs Ms. Lauryn Hill een chaotisch Reggae Rotterdam niet redden.

Trafassi op Reggae Rotterdam.
Foto Sebiha Öztas