N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Nepporno In november pakte de politie een 39-jarige man op die de beelden zou hebben gemaakt en verspreid waarop het gezicht van Sijtsma op pornobeelden was gemonteerd.
Welmoed Sijtsma is WNL-presentator.
Foto Sander Koning ANP/KIPPA
Het Openbaar Ministerie gaat de man vervolgen die wordt verdacht van het maken van een neppornofilmpje van presentator Welmoed Sijtsma. Dat bevestigt het OM Amsterdam na berichtgeving van Shownieuws. Het is voor zover bekend de eerste keer dat het OM een strafzaak begint naar aanleiding van nepporno. Wanneer de rechtszaak dient, is nog niet duidelijk.
In november pakte de politie een 39-jarige man uit Amersfoort op die de beelden zou hebben gemaakt en verspreid met het gezicht van Sijtsma gemonteerd op pornobeelden. De man werd verhoord en weer vrijgelaten. Sijtsma maakte in 2022 voor NPO 3 een serie over deepfakes, Welmoed en de sexfakes, waarin ze het fenomeen onderzoekt en de maker van de deepfake met haar beeltenis opspoort. Mede door haar onderzoek kon de politie de verdachte aanhouden, zo zegt een politiewoordvoerder in de documentaire.
Deepfaketechnologie is een verschijnsel van de afgelopen jaren. Met behulp van AI kunnen bewegende beelden worden bewerkt, vaak lijkt dat (bijna) levensecht. Ook NOS-presentator Dionne Stax werd in 2019 het slachtoffer van een deepfake. Haar manager zei destijds aangifte te doen.
Hoe kwamen we erbij? Mijn vrouw moest naar de kapper in de buurt van de plek waar ze ruim vijfentwintig jaar met mij had gewoond. Een goede gelegenheid, suggereerde mijn jongste dochter, om haar weer eens thuis te laten komen. Het was immers alweer een half jaar geleden dat zij in een verpleeghuis moest worden opgenomen.
Begin van de middag stommelden vrouw en dochter de trap op. Ik was verheugd, maar tegelijk gespannen: kon er iets gebeuren dat we niet voorzien hadden? Een van haar verzorgsters had me verzekerd dat het geen kwaad kon tenzij ik er een gewoonte van maakte – wat ik niet van plan was.
„Nee maar, daar hebben we mevrouw Abrahams, komt u binnen”, riep ik met ironische plechtstatigheid terwijl ze de laatste treden nam. Ze gaf me een lachje, kuste me snel en liep de gang in, waarin ze meteen wat kunstwerkjes aan de muren ging bekijken. Daarna stapte ze met ons de huiskamer binnen. Ze zei weinig en keek met neutrale blik om zich heen, als iemand die voor het eerst op bezoek kwam en zich hoedde voor een uitgesproken oordeel.
Toen stapte ze ook hier op de muren af om de schilderijen en etsen nader te bekijken. Ze konden haar goedkeuring wegdragen, vooral als er katten op waren afgebeeld – en dat waren er nogal wat, mede dankzij haar toedoen. „Moet je kijken, die kat! Mooi!” Ze wees enthousiast op een kat die op een kleurpotloodtekening van Roos de Lange eenzaam in een rommelige huiskamer zat met uitzicht op een leeg weiland. Katten zijn vaak eenzaam, moet Roos de Lange hebben gedacht.
Toen bleef ze lang voor een groot schilderij staan waarop ze vroeger vanaf de zitbank dagelijks, gedurende een jaar of vijftien, royaal zicht had gehad. Het schilderij was gemaakt door Lili Freriks, de vrouw van Philip, en toonde een kat die languit lag te slapen in het schijnsel van een grote schemerlamp. Ze was bijna sprakeloos van bewondering, zoiets moois had ze nooit eerder gezien.
Dat gold voor alles, ook voor de stenen beeldjes van katten die ze had verzameld en die ze nu koesterend in haar handen hield. Er was, merkwaardig genoeg, één uitzondering: het serene portret van een Duitse of Oostenrijkse vrouw uit de jaren dertig. „Komt me bekend voor”, mompelde ze.
Het was het enige blijk van herkenning in de paar uren die ze bij ons doorbracht. Zelfs die ene, levende kat in ons huis die ze toch een jaar of vijf had meegemaakt, sloeg ze met enige verbazing gade: „Een kat!”
Het was alsof ze in een haar onbekend museum rondliep, een plek voor passanten, met mij als zaalwachter. Toch had vooral zij dit museum ooit ingericht, grotendeels conform haar smaak en gevoel voor ruimtelijke indeling.
We hebben ontspannen enkele uren bij elkaar gezeten. Koetjes, kalfjes. Het gesprek ging alle kanten op, behalve die van de samenhang. Dat waren we inmiddels gewend. Dementie volgt geen rechte wegen, alleen kronkelpaden die ergens in een dichte mist eindigen.
Ook het einde van de middag verliep rimpelloos. Ik had er rekening mee gehouden dat ze zich zou verzetten tegen een vertrek, maar daar was geen sprake van. We stelden haar voor een wandelingetje te maken en brachten haar terug naar het verpleeghuis waar het avondeten wachtte.
Morgen zou ze het allemaal weer vergeten zijn, maar vandaag had ze genoten.
Om de vernietiging die gedurende de oorlog in Gaza en de Westelijke Jordaanoever is aangericht te herstellen, is naar schatting bijna 51 miljard euro nodig. Dat blijkt uit een dinsdag gepubliceerd rapport van een gezamenlijke onderzoeksgroep van de Europese Unie, de Verenigde Naties en de Wereldbank.
Diezelfde onderzoeksgroep voorspelde in april 2024 al dat het om 18 miljard euro zou gaan, maar toen richtte de analyse zich enkel op de fysieke infrastructuur. In het nieuwe rapport wordt alleen al de schade aan Palestijnse huizen – 292,000 zijn er verwoest – op vijftien miljard geschat.
De onderzoeksgroep baseert de cijfers op onder andere satellietbeelden, (sociale)-mediaberichten en databanken van agentschappen van de Verenigde Naties in Gaza en de Westelijke Jordaanoever.
Lees ook
Oorlog met Hamas raakt Israëlische economie fors
‘Beperkingen voor hulpverlening’
Ook de gezondheidszorg (6.6 miljard aan herstelkosten), industrie en commercie (4 miljard) en het onderwijs (3.8 miljard) hebben grote klappen gehad. De komende drie jaar zal een bedrag van bijna twintig miljard euro nodig zijn om „essentiële diensten” te „stabiliseren” en de weg vrij te maken voor herstel, schrijft de onderzoeksgroep.
De onderzoekers waarschuwen echter dat de omstandigheden in Gaza momenteel dusdanig slecht zijn, dat een grootschalige hulpactie moeilijk op touw gezet kan worden. Het gebied is niet veilig voor hulpverleners en er zijn beperkingen voor welke mensen en goederen Gaza inkomen, waarbij de onderzoekers lijken te refereren aan de Israëlische controle van de grenzen van Gaza.
De Wereldbank schatte het totale bruto binnenlands product van Palestina in 2022 – nog voor de oorlog – op zo’n negentien miljard euro.
Lees ook
NRC-onderzoek: ruim één op de drie gebouwen in Gaza is beschadigd of verwoest
Liveblog crisis in het midden-oosten
Meer dan 25 miljoen euro opgehaald met Giro555-actie voor slachtoffers in het Midden-Oosten
De rechtspraak is zeer ontstemd over het nieuwe beleid van het Openbaar Ministerie om veel meer strafzaken zelfstandig, buiten de strafrechter om, af te wikkelen. „Het komt erop neer dat bij bepaalde veelvoorkomende delicten zoals diefstal in feite de gevangenisstraf wordt afgeschaft”, stelt Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak tegen NRC. „Dit gaat de rol van het OM te boven.”
Via een strafbeschikking kan het OM sinds 2008 verdachten van misdrijven met een strafmaximum van zes jaar cel buiten de rechter om een taakstraf of geldboete opleggen. NRConthulde maandag dat de OM-top een interne instructie heeft uitgevaardigd om het gebruik van de strafbeschikking te „maximaliseren”. De strafbeschikking moet de komende jaren dé standaard worden voor het bestraffen van een reeks misdrijven. Dit nieuwe beleid is per 1 februari in alle stilte van kracht gegaan voor verdachten van diefstal, oplichting en enkele andere vermogensdelicten.
Rechter kent meer mogelijkheden
Volgens de interne instructie mag een officier van justitie zaken zoals diefstal alleen nog in hoge uitzondering aan de rechter voorleggen. Naves maakt zich daarover grote zorgen. De rechter heeft namelijk veel meer mogelijkheden om adequaat te straffen. „De rechter legt in dit soort zaken geregeld een gevangenisstraf op, vooral in het geval van recidive, wanneer een taakstraf en geldboete maatschappelijk gezien niet meer volstaan.” Dat geldt ook voor het opleggen van een voorwaardelijke gevangenisstraf die bijvoorbeeld kan worden gekoppeld aan een contactverbod met het slachtoffer.
Het OM wil dat strafbeschikkingen de norm worden bij vrijwel alle delicten waar een celstraf van maximaal zes jaar op staat. Afgaand op de cijfers van 2024, betekent dit volgens Naves dat in zo’n 70.000 strafzaken „in principe door de rechter geen gevangenisstraf meer kan worden opgelegd”. Dit gebeurt om de rechtspraak te ontlasten en cellentekorten tegen te gaan.
De voorzitter van de Raad voor de rechtspraak wijst bovendien op het gevolg dat het strafbeschikkingstraject niet openbaar is en dus ook niet gevolgd kan worden door de media, die in het kader van die openbaarheid een maatschappelijke functie hebben. „Juist in het strafrecht, waar de ‘machtige overheid’ via het OM mensen beschuldigt van misdrijven, is het van het grootste belang dat deze controle wél kan plaatsvinden.” Hij vreest dat dit OM-beleid het vertrouwen van de samenleving in de rechtsstaat aantast.
Het debat over straftoemeting moet breed, maatschappelijk en ook politiek gevoerd worden, waarbij ook de rechter een belangrijke rol heeft
Volgens Naves, die „na aandringen” slechts informeel op de hoogte van de koerswijziging was gesteld, wijzigt het OM het straftoemetingsbeleid in Nederland. „Het debat over straftoemeting moet breed, maatschappelijk en ook politiek gevoerd worden, waarbij ook de rechter een belangrijke rol heeft.”
Lees ook
Ook PVV-staatssecretaris Coenradie loopt vast op het personeelstekort in gevangenissen. Nog vaker meer mensen in een cel dan maar?
Tweede Kamer
NSC-fractievoorzitter Pieter Omtzigt eiste dinsdag in de Tweede Kamer opheldering van Justitie-minister David van Weel (VVD) over de nieuwe koers en wijze waarop die tot stand is gekomen. Volgens Omtzigt betekent dit beleid dat zaken van „veelplegers, criminele asielzoekers, mensen die illegaal zijn, mensen die eenvoudige mishandeling begaan hebben, vandalen, mensen met kinderporno, bezit van harddrugs en diefstal in principe via een strafbeschikking afgehandeld worden en niet meer via de rechter.” Omtzigt wees erop dat de strafbeschikkingsroute weliswaar wenselijk kan worden gevonden omdat gevangenissen vol zitten, maar dat het instrument grote bezwaren kent. „De terechtzitting is niet openbaar, het vonnis is niet openbaar, er kan geen gevangenisstraf opgelegd worden en de rechten van verdachten zijn niet goed gewaarborgd.”
Zijn verzoek om voor april een plenair debat met Van Weel te voeren kon rekenen op steun van een Kamermeerderheid van BBB, GroenLinks-PvdA, D66, CDA, SGP, FVD, Denk en SP. Coalitiepartij VVD steunde de aanvraag voor het debat met de eigen minister niet. De PVV was afwezig.
De OM-strafbeschikking zou een uitzondering moeten zijn maar wordt nu de norm
Minister Van Weel laat desgevraagd weten dat het nieuwe OM-beleid ervoor zorgt dat criminaliteit sneller kan worden aangepakt. „Ik steun het doel om doorlooptijden van strafzaken te verkorten en meer criminaliteit aan te pakken.”
Kamerlid Michiel van Nispen (SP) meldt verbaasd te zijn dat een regering die aankondigde strenger te willen straffen nu het tegenovergestelde gaat doen: fraudeurs laten wegkomen met boetes. „Dit lijkt puur uit nood geboren, door de grote tekorten in de hele strafrechtketen en in het gevangeniswezen. Straffen moeten individueel maatwerk zijn en behoren door rechters opgelegd te worden. De OM-strafbeschikking zou een uitzondering moeten zijn maar wordt nu de norm.”
Binnen het OM is die discussie volop gaande. De net benoemde hoofdofficier van justitie van Rotterdam Rutger Jeuken stelt desgevraagd blij te zijn met de nieuwe aanpak. „Beter lik op stuk met een strafbeschikking dan twee jaar wachten op een zitting bij de rechter.”
Onder officieren van justitie is ook veel kritiek te horen op het besluit veel meer zaken zelf af te wikkelen. „Deze aanpak is doorgeslagen”, zegt een ervaren aanklager. De rechtspraak is volgens hem gediend met openbare strafzaken. Een andere collega voorziet „grote chaos” bij de uitvoering van en controle op alle extra taakstraffen en de betaling van geldboetes. Net als de meeste aanklagers willen zij alleen anoniem reageren uit angst voor repercussies.
Het opleggen van strafbeschikkingen aan veelplegers en asielzoekers gaat vrijwel zeker leiden tot ‘mislukte executies’: straffen die niet gevolgd worden, voorspelt een andere officier van justitie. „Ze gaan nooit betalen of een taakstraf uitvoeren.” Dat is problematisch, want wie een strafbeschikking niet uitvoert hoeft – in tegenstelling tot als een rechter straft – niet met vervangende hechtenis de cel in. „Als de executie mislukt, heb je alles voor niets gedaan. Feitelijk zou het dan transparanter en duidelijker zijn als je zou zeggen dat de politie gewoon helemaal niet meer moet komen voor dit soort feiten: nu maken die een heel proces-verbaal, dat kost veel tijd, en leidt dan dus uiteindelijk tot een mislukte executie.”