Column | Spitskoolsalade

Marcel van Roosmalen

Ik ging na de behandeling een broodje eten met tandarts Stephan Auw, ik was zijn laatste behandeling voor de vakantie. We leerden elkaar ooit kennen via ex-Vitessespeler Mads Junker, toen een van de vele Vitesse-spelers met gebitsproblemen. Inmiddels zijn we vele ingrepen verder.

Die dag had hij een gat in mijn kaak geboord en een pin ingebracht waarop over een paar maanden een kies kan worden geschroefd. Direct na de behandeling had hij zijn uniform uitgetrokken en me meegenomen naar brasserie/lunchroom Le Duc in Winkelcentrum Dukenburg in Nijmegen. Hij zei dat er in Nederland een groot tekort aan bekwame mondhygiënistes was en bestelde een broodje met een bergje warm vlees. Ik een zacht bolletje kaas, meer kon nog niet. Een bergje warm vlees op een open wond was bovendien niet het allerbeste qua bacteriën. Hij zei dat ik de ijszak die ik van zijn assistente had gekregen in de trein maar tegen mijn wang moest houden.

Verder adviseerde hij, vanwege de grote hoeveelheid dochters, om een baboe te nemen. Had hij, vader van vier kinderen, ook gedaan. Ik had geen idee hoe ik aan een baboe moest komen, hij had het destijds via zijn Indonesische ouders geregeld.

„Een goed systeem. Hoef je elkaar niet te vervelen met boterhammen smeren en opruimen, de opvoeding doe je wel zelf.”

Het smeren van de broodjes duurde lang.

„Ik hou van laagdrempelig”, zei hij toen we uitgepraat waren over de tandartsen- en televisiewereld, „zo sta ik als tandarts ook in het leven, maar dit is wel heel langdradig allemaal.”

De serveerster kwam zeggen dat er gewoon een hele file aan vuile borden was. „We worden er zelf ook gek van. We weten niet wat er aan de hand is, dus excuses en zo.” We hadden gedacht dat het restaurant een pleisterplaats zou zijn voor kantoormensen, maar het bleek een hang-out voor bewoners van de aanpalende flats. Een aantal ervan herkende hem als tandarts en mij van SBS6. Ze zaten zwijgend tegenover elkaar te kauwen, keken dan even naar ons en bevestigden dan aan elkaar dat het inderdaad zo was.

Tandarts Auw adviseerde mij om met Eva Hoeke en de kinderen op stedentrip naar Valencia te gaan. Ik raadde hem aan, ook met kinderen, op safari in zuidelijk Afrika te gaan.

De broodjes werden gebracht.

De serveerster attendeerde ons op het bergje spitskoolsalade op de hoek van de borden, een geste van het huis voor het lange wachten. Ik hoorde mezelf zeggen: „Dat doen ze in Wormer niet.”

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.