Naar de plek waar de zachte g wordt gemaakt

ZAP Een tv-programma waarin dialect en accent serieus worden genomen, te beginnen met het Limburgs. Typetjeskoning Elise Schaap probeert het Venloos onder de knie te krijgen.

Elise Schaap als Venlose banketbakker.
Elise Schaap als Venlose banketbakker.

Beeld RTL 4

Het leek even een programma zoals we dat al honderd keer eerder zagen. Met een BN’er, een verborgen camera, een pruik, een andere BN’er die achter de schermen de ene BN’er via een oortje opdrachten influistert, een lollige voice-over. Niet revolutionair. En toch, voor de goede verstaander weerspiegelde Blablabla met Schaap, het nieuwe programma van RTL 4, een kleine cultuurverandering in televisieland, en wel in de manier waarop entertainment-tv omgaat met accenten die níet ABN zijn.

Van oudsher worden accenten of dialecten in lachprogramma’s vooral belachelijk gemaakt. Zeker als het gaat om het nadoen van niet-westerse accenten (Wendy van Dijks Japanse typetje Ushi dringt zich op als een van die dieptepunten in dit genre) heeft de Nederlandse tv een twijfelachtige geschiedenis. Maar ook een typetje met een Limburgse, Brabantse of Twentse tongval is vooral mikpunt van spot. Accenten lach je uit. Tot Blablabla met Schaap. Een klassiek BN’er-krijgt-spannende-opdrachtprogramma, maar wel een dat het correct leren van een dialect en accent op een voetstuk plaatst. Actrice en ‘typetjeskoningin’ Elise Schaap gaat elke aflevering undercover in een andere Nederlandse regio om te proberen niet op te vallen tussen de locals, in het juiste dialect.

In aflevering één trok ze naar Limburg. Het doel was werken in een Venlose banketbakkerij, en de eerste les die ze leerde was dat ‘het’ Limburgs helemaal niet bestaat. Venloos is volkomen anders dan Maastrichts, legden mede-BN’ers Chantal Janzen en Huub Stapel haar uit. Daarbij vertelden ze Schaap ook hoe ze hun eigen accent in het Nederlands hadden moeten leren verbergen om in hun werk serieus genomen te kunnen worden. En ze bespraken expliciet hoe irritant het eigenlijk is als mensen achteloos zo’n accent nadoen.

„Ik kan me heel goed voorstellen dat het zo stompzinnig voelt dat een buitenstaander dan Limburgs probeert te spreken, en er dan meteen zo’n hoofd bij trekt”, zei Schaap. Een terloopse opmerking die past in een klimaat waarin de vanzelfsprekendheid van steeds meer culturele normen bevraagd wordt. Want waarom hebben we eigenlijk geen nieuwslezer of musicalster met een hoorbaar regionaal accent?

Natuurlijk hoeven we niet te overdrijven: Blablabla met Schaap is niet het bepalende culturele moment van het decennium, maar toch, vijftien jaar geleden zou een soortgelijke show er heel anders uit hebben gezien.

Vietnamees

Schaap deed de rest van de uitzending werkelijk moeite om het Venloos onder de knie te krijgen. Ze werd daarbij geholpen door het minicollege van Lex Uiting (de Venlose Prins Carnaval 2017) over ’t Venloos plat. Limburgs is een toontaal, „net als het Vietnamees”, wat betekent dat een woord van betekenis kan veranderen als je het op een andere toon uitspreekt. Zo legde Uiting het verschil uit tussen de stoottoon (stoeattoean) en de sleeptoon (sleiptoean), en dat het „pronkstuk van de Limburgse taal”, de zachte g, in het midden van de tong wordt gemaakt.

Juist omdat het programma invoelbaar maakte hoe rijk het Venlose dialect is, en hoe nauw het luistert met de nuances, werd het steeds onwaarschijnlijker dat Schaap dit zich binnen een paar dagen eigen kon maken. Zelfs al had ze de uitspraak veelal onder de knie. Dus dat beloofde wat toen ze met verborgen camera, rode pruik en bakkersmuts in de banketbakkerij achter de toonbank plaatsnam.

Maar omdat de ‘hilarische afgang’ niet het doel van de makers was, werd ze er behulpzaam doorheen gecoacht met Lex Uiting in haar oortje. En hoewel een paar klanten zich hardop afvroegen of ze misschien uit Maastricht of van zuidelijker kwam, slaagde ze in haar missie: de Venlonaren vonden het fijn dat ze gewoon in het eigen dialect geholpen waren. En niet in dat allesverzengende ABN.