Column | De vraag kwam op welke uitvinding ons werkelijk gelukkiger heeft gemaakt

Nicolien Mizee

Zelfs Ans heeft nu een mobiele telefoon. Haar dochter vindt het onverantwoord dat moeder van 95 nog zonder telefoon op de fiets de duinen ingaat. „Maar Ans, het is geweldig!” riep Thijs. „Dan kunnen de kinderen je foto’s van de kleinkinderen appen!”

„Ik zal al blij zijn als ik er mee kan bellen”, zei Ans somber.

Dit bracht ons op de vraag welke uitvinding ons werkelijk gelukkiger heeft gemaakt. Mijn oma haalde haar schouders op toen ik naar de komst van het elektrisch licht vroeg, maar over haar Miele wasmachine raakte ze niet uitgepraat. „Mijn Miele”, zei ze vaak, alsof ze het over haar minnaar had, „mijn Miele”. En dan sloot ze haar ogen en slaakte een trillende zucht.

Maar de elektrische broodmessen, massagekussens en ijsapparaten die in de kelder staan te verstoffen?

Toen ik dertig was kocht ik, onder druk van vrienden en familie, een thuiscomputer. Dat was allerminst liefde op het eerste gezicht. Het ding was duur en het vergde lange studie voor ik mijn angst en argwaan verloor. Ook de mobiel ervoer ik als een apparaat dat me opgedrongen werd en dat voor veel onrust zorgde.

Maar nu ben ik verliefd op een dompelpomp.

Op ons volkstuincomplex hebben we stromend water noch elektriciteit. Ik moet mijn vijvertje vullen door twee gieters op hun zij in de ondiepe moddersloot te laten vollopen en er dan vijfentwintig meter mee naar de vijver te sjouwen. Zo gaat dat al vijftien jaar. Mijn enige troost was tot voor kort dat mijn medetuiniers ook met gieters sjouwen.

Echter. Er staat één huis naast het complex. De nieuwe bewoonster heeft de belendende volkstuin gehuurd. En daar stond ze ineens neuriënd haar dahlia’s te besproeien. Met een tuinslang! Toen ze me zag, draaide ze haastig de spuit dicht. „Jij denkt zeker: die snob heeft een tuinspuit”, zei ze.

„Iets in die richting kwam even bij me op”, gaf ik toe.

„Maar het is een dompelpomp, hoor. Het water komt uit de sloot, niet uit de kraan. Jij kunt het ook doen.”

„Nee, want ik heb geen elektriciteit”, zei ik. „En daarbij: sproeien is passé. We moeten geen gewassen meer telen die veel water nodig hebben.”

Dat was mooi gezegd, maar ik kon die dansende, golvende straal niet vergeten. Zouden er dompelpompen bestaan met een accu?

Die blijken te bestaan. De tuinwinkel had ze niet, dus ik bestelde er één online, want de ene zonde leidt tot de andere. Het pompje was klein en licht. Het was godsonmogelijk dat dit speelgoedapparaatje water door een slang van vijfentwintig meter kon persen. Een miskoop, dacht ik toen ik lusteloos op het knopje drukte. Maar tot mijn verrassing klonken er enige proestende geluiden. Er kwam water uit de slang! En geen slap stroompje, maar een dikke, glorieuze straal. Binnen drie minuten was de vijver tot de rand toe gevuld.

Ik zonk op mijn bankje neer. Nooit meer gieters sjouwen, het was niet te bevatten.

Ik belde mijn man. „Mijn dompelpomp…”, begon ik. Toen brak mijn stem.

Nicolien Mizee is schrijver en vervangt Frits Abrahams tijdens zijn vakantie.