Nieuwsgierigheid is niet altijd onschuldig, tonen wandkleden over Japan-onderzoeker Siebold

Recensie

Beeldende kunst

Expositie op drie locaties Met fraaie wandkleden vol droombeelden onderzoekt het kunstenaarsduo Marta & Slava de wetenschapper Siebold. Die haalde 200 jaar geleden alles wat los en vast zat uit Japan naar Nederland.

Zaaloverzicht van de tentoonstelling ‘Siebold’s Dreams’ in Museum De Schat van Simpelveld.
Zaaloverzicht van de tentoonstelling ‘Siebold’s Dreams’ in Museum De Schat van Simpelveld.

Foto Moniek Wegdam

Kisten vol planten, zaden, dieren en voorwerpen uit het raadselachtige gesloten Japanse rijk stuurde hij naar Nederland, tweehonderd jaar geleden. De hortensia, de wisteria (blauwe regen) en ook de Japanse duizendknoop, nu aangemerkt als ‘invasieve exoot’, introduceerde hij in Nederland. Toen hij als negentiende-eeuwse onderzoeker ijverig de Japanse flora beschreef en voorbeelden opstuurde, had hij geen idee dat daar ‘ongewenste indringers’ bij zaten.

Sterker nog, Philipp Franz von Siebold (1796-1866) werd als 27-jarige Duitse arts zelf gezien als een ‘invasieve exoot’. Dat gebeurde in 1823, toen hij in dienst van het Nederlandse leger naar de Hollandse handelspost in Japan gestuurd werd. Die was gevestigd op het eilandje Deshima bij Nagasaki, waar de Japanners alleen maar Nederlanders toelieten.

Een Duitse ‘berg-Hollander’

Siebold, vers uit het Zuid-Duitse Würzburg, sprak exotisch Nederlands met een zwaar Duits accent. De Japanners die in de loop der eeuwen Nederlands bestudeerd hadden, weigerden hem eerst. Hij sprak geen Nederlands, hij was geen Nederlander, vonden ze. Maar het hoofd van de handelsmissie blufte: Siebold was een ‘berg-Hollander’ uit een afgelegen streek, en die spreken met een vreemd accent, zei hij.

De Japanners geloofden het. De Duitse arts en botanicus, die van de Nederlandse overheid de opdracht had het onbekende land te onderzoeken, mocht Japan binnen. In de volgende acht jaar stuurde hij voor onderzoek alles op wat los en vast zat. En wat hij kreeg in ruil voor zijn gratis medische diensten en geneeskundelessen aan Japanners. De zendingen van Siebold vormden de basis voor het Museum Volkenkunde in Leiden. En de 700 onbekende planten die hij opstuurde uit Japan en China, waaierden via de Hortus Botanicus in Leiden deels uit over Nederland.

Zo kwam een struik met witte bloemen, die eerder bloeit dan Nederlandse planten, in Maastricht terecht. En die witte bloemen vielen in 1991 twee kunstenaars op, tijdens een lentewandeling door hun nieuwe woonplaats: Marta Volkova en Slava Shevelenko, kortweg Marta & Slava. Zij hadden zichzelf in die tijd net verkast van Sint-Petersburg naar Maastricht, waar je als kunstenaar, anders dan in de voormalige Sovjet-Unie, in vrijheid bloeien kan.

Een van de wandkleden van Marta en Slava in Museum De Schat van Simpelveld.
Foto Moniek Wegdam

Ontwortelde migranten

Marta en Slava zochten uit waar de witte bloem vandaan kwam, en stuitten op het nu tweehonderd jaar oude verhaal van Siebold. Ze zagen overeenkomsten tussen planten en mensen die verplaatst worden, die opnieuw moeten wortelen. En soms als ongewenste indringers beschouwd worden. Een parallel met de huidige discussie over immigranten, waarover Marta en Slava al eerder een geestig subversief kunstproject maakten, getiteld: Zal schoonheid de wereld redden?. Daarin lieten ze op kleurige tekeningen zien hoe je in vaak grote nationalistische monumenten kleine woninkjes kunt maken voor vluchtelingen. Met kamertjes in de uitgeholde sokkels en beelden, zoals in het enorme Nederlandse monument voor de overwinning op Napoleon, Plein 1813 in Den Haag.

Siebolds dromen

Siebolds witte bloem in Maastricht inspireerde Marta en Slava onlangs tot een reeks tekeningen en grote, kleurige wandtapijten over de dromen die Siebold (1796-1866) als wetenschapper gehad zou kunnen hebben: Siebold’s Dreams. Dromen en nachtmerries die te maken hebben met ontworteling en aanpassing, met sociale en wetenschappelijke kwesties. Zo hangen zes prachtige, veelkleurige donkere kleden als dromerige banieren vol raadselachtige afbeeldingen in de kapel van het Museum de Schat van Simpelveld. Dat is een museum, met onder meer religieus borduurwerk, in een enorm voormalige klooster in het plaatsje Simpelveld vlak onder Heerlen.

Samoerai

Een raadselachtig kleed is De Samoerai in het laboratorium. Daarop zien we onder meer twee Japanse krijgers (samoerai) met zwaarden. Hun hoofden verpakt in verzendkisten. Boven hen zweeft, ondersteboven, Siebolds Japanse werkkamer annex laboratorium. Zijn het flarden van Siebolds angstdromen? Zijn de samoerai beschermers van de Japanse natuur die Siebold uiteen plukt voor zijn studie?

Was het wel verstandig planten van Japan naar Europa te verplanten, in de naam van de wetenschap? Wanneer verliest nieuwsgierigheid zijn onschuld? Zo smokkelde Siebold Japanse theeplanten naar Nederlands-Indië, waarmee de koloniale theeplantages daar begonnen.

Op het grootste, metershoge droomkleed in Simpelveld spelen zulke vragen. We zien daarop onder meer de Franse filosoof Voltaire, die wel in de wetenschappelijke rede geloofde, maar ook zei: hou je bij je eigen tuintje, dat moeten we onderhouden („Il faut cultiver notre jardin.”) Een slingerplant, de natuur, snoert Voltaire de lippen: alsof Siebolds geweten gesust moet worden.

Doordat de wandkleden in Simpelveld als banieren in de kapel hangen, kun je ook de achterkanten goed bekijken. Ze werken als sculpturen: door Marta en Slava in samenwerking met het Textielmuseum Tilburg geweven sculpturen. Zo raadselachtig donker vol oplichtende afbeeldingen als de voorkanten van de kleden zijn, zo vol vrolijk kleurige vlakken zijn de weefsels aan de achterkanten.

Een deel van de wandkleden en ontwerpprints, is ook te zien in museum De Lakenhal in Leiden. Daar hangen ze tegen de muur, waardoor je de fraaie achterkanten niet kunt zien. En een paar ontwerpprints van Siebolds Dreams (geen kleden) zijn te zien in het oude woonhuis van Siebold aan het Rapenburg 19 in Leiden. Dat is nu het Japanmuseum Sieboldhuis, dat een deel van zijn Japanse voorwerpen toont.


Lees ook een interview met Marta en Slava: ‘Er is geen volk zo bijgelovig als het Siberische’

Droomduider Marente de Moor

De wandkleden in Simpelveld en de Lakenhal zijn een fascinerende en speelse artistieke verwerking van Siebolds bijzondere en soms omstreden rol in het ‘openen’ van Japan. Er spreekt zowel bewondering als twijfel uit over Siebolds aanpak.

Wat helpt, is dat de kunstenaars schrijfster Marente de Moor als ‘droomduider’ hebben aangesteld. Haar teksten, die onder de kleden als bijschriften opbloeien uit bloempotjes vol aarde, maken Siebolds raadselachtige droomverbeeldingen prikkelend toegankelijk. Zo schrijft ze bij het wandkleed Het schip en de dokters, waarop verbaasde geleerden staan, met „weelderige gewassen op hun kruin”, dat „een mens nooit te oud is om te blijven streven naar datgene, wat zijn pet te boven lijkt te gaan.”