Waarom raken jonge vrouwen vaker gewond op de trap dan jonge mannen? Nieuw onderzoek kijkt naar mogelijke oorzaken

Bewegingswetenschappen Drie groepen raken vaak gewond tijdens het traplopen: 85-plussers, kleine kinderen en jonge vrouwen.

Bestudeerde vrouwen op een trap hadden vaker dan mannen hun handen vol.
Bestudeerde vrouwen op een trap hadden vaker dan mannen hun handen vol.

Foto Patricia Rehe/ANP

Appen, bellen, kletsen, terwijl ze ook nog hun beide handen vol hebben – jonge vrouwen gedragen zich vaker gevaarlijk als ze trappen aflopen dan jonge mannen. En dan dragen ook nog eens vaker onpraktisch schoeisel. Het kan verklaren waarom van jonge vrouwen al bekend was dat ze veel vaker gewond raken door een val op een trap vergeleken met jonge mannen, schrijven Amerikaanse bewegingswetenschappers in een studie die woensdag verscheen in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS One.

Van de trap vallen is een van de meest voorkomende alledaagse ongelukken. In de Verenigde Staten raken mensen in drie leeftijdsgroepen het vaakst gewond na een val van een trap: kinderen jonger dan drie jaar, ouderen boven 85 jaar en twintigers. En binnen die laatste groep raken vrouwelijke twintigers dus veel vaker gewond, bijna net zo vaak als hoogbejaarde vrouwen.

Riskante gedragingen

Om te onderzoeken of het traploopgedrag van jonge mannen en vrouwen verschilt, filmden de wetenschappers maandenlang groepen afdalende studenten op twee trappen in een universiteitsgebouw: een korte trap van twee treden, en een lange van zeventien treden. Van 2.400 twintigers scoorden ze acht ‘risicovolle gedragingen’. De vrouwen waren vaker dan mannen aan het praten met een ander of met iemand aan de telefoon, ze waren vaker bezig op hun mobiel, hadden vaker hun handen vol (met bijvoorbeeld koffie of hun mobieltje), en ze gebruikten minder vaak de trapleuning, terwijl ze wel vaker hakken of slippers droegen. Vrouwen deden ook vaker dan mannen twee of meer van deze risicovolle dingen tegelijkertijd. Aan de andere kant sloegen ze minder vaak een trede over, en keken ze vaker dan de mannen waar ze liepen.

Dat laatste bleek voor de vrouwen in deze studentengroep de redding. Want van de vijf personen in het onderzoek die daadwerkelijk hun evenwicht verloren op de trap waren er vier juist mannen. Alle vier keken zij niet waar ze liepen maar naar hun tas, telefoon of naar het laboratorium achter het raam naast de trap. Twee wisten net op tijd de trapleuning te grijpen. De enige vrouw die wankelde, verstapte zich terwijl ze op haar telefoon keek. Gelukkig raakte er niemand gewond.

De vrouwelijke studenten in deze studie gedroegen zich dus weliswaar gevaarlijker dan de mannelijke, maar ze keken al met al toch net iets beter uit. De auteurs vermoeden dat het hogere aantal vrouwelijke trapvallers in het algemeen wel door het multitasken komt.