Afrika zet zich door groeiend zelfvertrouwen sterker af tegen ‘hypocrisie’ in westers beleid

Rusland-Afrikatop Donderdag organiseert Rusland een top met Afrikaanse landen in Sint-Petersburg. „Met een diepe sociale crisis richten Afrikanen hun gal op hun leiders, niet op iets vaags als een oorlog ver weg.”

De juntaleider van Burkina Faso, Ibrahim Traoré, wordt verwelkomd bij aankomst op de luchthaven Pulkovo, voorafgaand aan de tweede top tussen Rusland en Afrika, in Sint-Petersburg op 25 juli 2023.
De juntaleider van Burkina Faso, Ibrahim Traoré, wordt verwelkomd bij aankomst op de luchthaven Pulkovo, voorafgaand aan de tweede top tussen Rusland en Afrika, in Sint-Petersburg op 25 juli 2023.

Foto Valentin Yegorshin / AFP

Afrika is het middelpunt van een campagne van vleierij en vriendelijkheid op zoek naar bondgenoten. Ook Rusland doet daaraan mee, hoewel het een veel kleinere speler is dan China, India, Europa, Turkije en de Verenigde Staten. Nu de oorlog in Oekraïne de wereldorde op zijn kop heeft gezet, is de aandacht voor Afrika alleen nog maar verder gegroeid. Maar de Russische agressie in Oekraïne is voor de meeste Afrikanen geen dagelijks onderwerp van discussie, zoals in Europa wel het geval is. „Met een diepe sociale crisis door hoge inflatie in vrijwel alle Afrikaanse landen zijn Afrikanen naar binnen gekeerd geraakt en richten hun gal op hun leiders, niet op iets vaags als een oorlog ver weg. We maken ons vooral zorgen over de economische gevolgen van die oorlog”, zegt de Keniaan Murithi Mutiga, hoofd Afrika van de denktank International Crisis Group.

„Er zijn zoveel buitenlandse spelers actief op het continent, en de rol van Rusland is daarbij relatief klein. Het is dus aan het Westen om zich zorgen te maken over haar belangen, niet aan Afrika.”

Waar tot het einde van de vorige eeuw Afrikaanse staatshoofden afhankelijk van ontwikkelingshulp naar Westerse hoofdsteden trokken, komen leiders nu met presentjes naar Afrika om vrienden te maken. Of ze organiseren topconferenties, zoals deze week in Sint-Petersburg, vergelijkbaar met eerdere bijeenkomsten tussen Afrika en Frankrijk, Afrika en Japan, Afrika en India, Afrika en Turkije, Afrika en de EU en Afrika en Amerika.

Strategische dubbelzinnigheid

Sergej Lavrov, de Russische minister van Buitenlandse zaken, deed bij zijn talrijke diplomatieke bezoeken de afgelopen maanden tot ieders verrassing eind mei ook de Keniaanse hoofdstad Nairobi aan. Verrassend omdat Kenia bekendstaat als een van de meest pro-westerse landen op het continent. Na de invasie van Oekraïne had Kenia in de VN-Veiligheidsraad Rusland opgeroepen om de grenzen van Oekraïne te respecteren. Maar na deze veroordeling begon ook de Keniaanse politiek te verschuiven naar strategische dubbelzinnigheid.


Lees ook: ‘Afrika laat zich niet meer de les lezen door het Westen’

„Kenia zal iemand als Lavrov natuurlijk niet negeren, het probeert zijn buitenlands beleid in evenwicht te houden”, zegt Murithi Mutiga. Dus werd Lavrov met weinig fanfare ontvangen op de luchthaven en kreeg hij op audiëntie bij president William Ruto te horen dat Kenia de invasie nog steeds veroordeelt „maar we hebben ook andere belangen”. Een medewerker van het ministerie van Handel benadrukt het belang van diversiteit in de buitenlandse handelsbetrekkingen: „Als we de door het Westen gepropageerde politiek volgen – tegen Rusland en tegen China – dan zullen wij het zijn die lijden op de lange termijn. We moeten een hand reiken naar álle landen om partnerschappen op te bouwen.” Als onderdeel van die onafhankelijke handelspolitiek verwelkomde Kenia deze maand ook president Ebrahim Raisi van het door Amerika gesanctioneerde Iran.

Lavrov deed ook buurland Somalië aan. In de hoofdstad Mogadishu probeerde hij president Hassan Sheikh Mohamud te overreden af te zien van zijn pogingen om lid te worden van het Internationaal Strafhof in Den Haag. „De Somalische president legde die druk naast zich neer”, vertelt een diplomaat in Nairobi. „Afrika wil niet in het Russische kamp komen, het heeft er een hekel aan om gedwongen te worden partij te kiezen.”


Lees ook: ‘Wederzijds’ besluit om weg te blijven bij BRICS-top in Zuid-Afrika is uiterst pijnlijk voor Poetin

Het Westen staat aan de verkeerde kant van de geschiedenis als het gaat om de bevrijdingsstrijd van zuidelijke Afrikaanse landen. Terwijl Moskou de strijd tegen witte minderheidsregimes steunde, bleef het Westen zakendoen met de racistische regeringen. Bij de oudere generatie vrijheidsstrijders in landen als Mozambique, Zuid-Afrika en Angola verdient Rusland daarom nog steeds krediet, een genootschap van wapenbroeders dat een scherpe afkeuring van Poetins beleid nu moeilijk maakt. „Apartheid en kolonialisme staan nog steeds in het geheugen van velen geschreven”, zegt Murithi Mutiga.

„Maar tegelijkertijd is Ruslands standpunt hypocriet want het doet een beroep op solidariteit gebaseerd op de strijd tegen kolonialisme en bevrijding, terwijl Rusland zelf duidelijk een openlijke agressie voert tegen zijn buurland. Daarom manoeuvreert de als gematigd bekendstaande president Cyril Ramaphosa van Zuid-Afrika zo voorzichtig.”

Na maanden worstelen maakte de Zuid-Afrikaanse president vorige week bekend dat Poetin in augustus niet naar Zuid-Afrika gaat om de top bij te wonen van de opkomende economieën Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika (BRICS). Vanwege een arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof in Den Haag zou de Russische president, een bevriend staatshoofd, bij aankomst in Johannesburg gearresteerd moeten worden.

Zelfvertrouwen

Afrika’s zelfvertrouwen is gegroeid, door forse economische groei sinds de eeuwwisseling en de nieuwe geopolitieke verhoudingen waarin het een voorname rol speelt. Sterker dan voorheen zet het zich af tegen de hypocrisie in het westerse beleid. Immers, het ervoer dat het Westen ook na het vernederende kolonialisme eenzijdig beslissingen nam, zoals het besluit om in 2011 met geweld het bewind van de Libische leider Moammar Gaddafi omver te werpen. Dat leidde tot grote instabiliteit in landen bezuiden de Sahara, culminerend in staatsgrepen en zwakke regimes die zich onveilig voelen en daarom terugvallen op het Russische huurlingenleger Wagner.

Amaka Anku uit Nigeria werkt bij de denktank Eurasia in Amerika met als specialiteit Afrika bezuiden de Sahara. Ze bekritiseert de westerse houding om de oorlog in Oekraïne steeds meer te schetsen als een conflict tussen goed en kwaad, als een moreel gevecht tussen autoritair bestuur en democratie. „Daar voelen Afrikanen zich ongemakkelijk bij”, zegt ze. „De oorlog heeft de politieke orde in Europa grondig veranderd. Amerika werkt strategisch om in Europa zijn vrienden en bondgenoten te beschermen, maar Afrika heeft daar geen belangen. Dit is geen oorlog van Afrika. Moet Afrika dan het morele geweten van de wereld zijn? Ieder land streeft zijn eigen belang na.”