In de Nieuwe Fotografie mocht eigenlijk alles, toont expositie in Amsterdam

Recensie

Beeldende kunst

Fotografie Het Belgische tijdschrift Variétés maakte ruimte voor de Nieuwe Fotografie, eind jaren 20 van de vorige eeuw. Met veel plezier werd daarbij geëxperimenteerd met nieuwe technieken en vormen.

Krul, 1929
Krul, 1929

Foto Louis Page/Amsab-ISG

Ze had op haar 22ste al haar eigen portretstudio in München, werd in Rusland in 1921 in de gevangenis gegooid vanwege links activisme en tot twee keer toe verbannen uit Duitsland. Ze trouwde met de Nederlandse filmmaker Joris Ivens – voor een Nederlands paspoort – en had affaires met onder anderen fotograaf Eli Lotar. Ze woonde in Amsterdam, Parijs, Brazilië, Congo, bestierde twintig jaar lang een hotel in Bangkok en bekeerde zich tot het boeddhisme in India. En tussen dat alles door liep Germaine Krull (1897-1985) met haar kleine handzame camera door de wereld. Ze zag schoonheid in de strakke lijnen en stoere constructies van de kranen in de Amsterdamse haven. In Parijs fotografeerde ze de straten en de pleinen. Ze portretteerde de grote kunstenaars van haar tijd – Sergej Eisenstein, Jean Cocteau, Colette – en was het toonbeeld van wat in die tijd de Nieuwe Vrouw werd genoemd: stoer en zelfstandig, vaak in mannenkleding, onafhankelijk in liefde en werk.

In de tentoonstelling Variétés. Fotografie en avant-garde in Huis Marseille in Amsterdam, zijn 129 foto’s te zien die werden gepubliceerd in het Belgische tijdschrift Variétés. Daarvan zijn er 43, een derde dus, van Germaine Krull. We zien haar avondlichtjes op La foire de Montmartre, de bloemkolen in Les Halles. Een reportage over bijgeloof. De straatfoto’s die ze maakte in 1928 in Amsterdam, onder andere op het Prinseneiland. Met haar vrije geest, haar modernistische benadering en haar onderwerpen sloot Krulls werk perfect aan bij wat Variétés voor ogen had: ruimte maken voor die nieuwe, avontuurlijke beeldtaal die in de jaren twintig was ontstaan, waarin het oude overboord werd gegooid en alles mocht. De moderniteit en dynamiek van het stedelijke stonden centraal, machines, staal, industrie. Het occulte, bijgeloof, de rare kronkels van de menselijke geest. Maar meer dan om het onderwerp ging het om vorm: ongebruikelijke camerastandpunten, geometrische composities en extreme close-ups, experimenten met dubbeldrukken en fotogrammen.

Foto Erich Comeriner en Man Ray

Enorm netwerk

Variétés was een Belgisch tijdschrift waarvan tussen mei 1928 en april 1930 in twee jaargangen 25 nummers verschenen. Onder de ondertitel Revue mensuelle illustrée de l’esprit contemporain (‘Geïllustreerd maandblad over de hedendaagse tijdgeest’) stond steevast de naam van de oprichter afgedrukt: ‘Directeur: P.-G. Van Hecke’ – de journalist en kunstpromotor die abstracte kunst, dada en surrealisme in België introduceerde. Met E.L.T. Mesens, kunstenaar, kunstcriticus en tentoonstellingsmaker, runde Van Hecke de Brusselse galerie L’Époque, en samen hadden ze een enorm netwerk in de kunstwereld. Ze publiceerden werk van Max Ernst, Joan Miró, René Magritte, Picasso, Paul Klee. Van dichters als Paul Éluard en Henry Michaux.

In aparte fotokaternen, op glanzend papier, presenteerden ze fotografie van onder anderen Man Ray, Germaine Krull, Berenice Abbott, László Moholy-Nagy, Eli Lotar, waarbij er werd gekozen voor raadselachtige of grappige beeldcombinaties. Aan de muur in een van de zalen van Huis Marseille is bijvoorbeeld zo’n combinatie, sterk uitvergroot, op de muur gedrukt; links twee foto’s uit Man Rays beroemde album Champs Délicieux – waarin hij experimenteerde met fotogrammen (waarbij je voorwerpen rechtstreeks op lichtgevoelig papier legt – hij noemde ze Rayographs) en rechts vormstudies van Germaine Krull en E.L.T. Mesens. Het levert een sterk beeldrijm op van abstracte vormen, lijnen en lichten. Uit het allerlaatste nummer van het tijdschrift – het geld was op na de beurskrach in 1929 – hangt een uitvergrote spread aan de muur waarop een portret van de makers van Variétés wordt gecombineerd met foto’s van clowns, wassen poppen en een vrouwen-hockeyteam; het effect is zowel geestig als vervreemdend.

De ontvoering van de etalagepop, 1928Foto Keystone View Company/Amsab-ISG

Dames en heren, welkom!

Alle vijfentwintig nummers van Variétés liggen uitgestald in een vitrine in de eerste zaal van de tentoonstelling in Huis Marseille: kleinformaat magazines met een speels logo in blauw-wit, omgeven door vrolijke sterretjes (alleen een themanummer over het surrealisme was in rood). Op de muur is een uitvergrote foto geprint van Lionel, l’homme chien – een Poolse man met overmatige haargroei die als circusattractie de wereld bereisde. Er draait een fragment van een adembenemende trapezescéne uit de film Variété (1925) van E.A. Dupont, met voor die tijd baanbrekend camerawerk. De hele sfeer in die eerste zaal van Huis Marseille ademt: dames en heren, welkom! Kom binnen en verwonder u.

Als je verder door de tentoonstelling loopt wordt die belofte niet overal ingelost. De foto’s uit die tijd zijn voor ons – visuele veelvraten – misschien wat minder spectaculair dan honderd jaar geleden. Er zijn alleen vintagefoto’s te zien – beelden dus zoals ze honderd jaar geleden werden afgedrukt, soms wat donker, en op redelijk klein formaat. Huis Marseille heeft dit slim opgelost door uitvergrote tekeningen, foto’s en teksten uit het tijdschrift op muren, ramen, panelen en spiegels te printen, waardoor het statische karakter van die zwart-witfoto-in-lijstjes doorbroken wordt. Dat werkt vooral heel goed in de rode stijlkamer, waar op het raam een enorm portret te zien is van Paul-Gustave van Hecke, gemaakt door René Magritte, waardoor een piepklein fotootje van Man Ray ernaast juist extra tot zijn recht komt: het beroemde Le porte-manteau (1920) – het naakte lichaam van een vrouw gedeeltelijk verborgen achter een kapstok.

De opwinding bij deze tentoonstelling zit ’m voor de fotografieliefhebbers misschien ook wel hierin: dat we originele foto’s van radicale beeldmakers zien die met hun werk zo’n enorm stempel op de fotografiegeschiedenis hebben gedrukt. Kijk eens naar de vreemde perspectieven en vormen in foto’s van modefotografen als Viviane Sassen en Inez & Vinoodh, of naar Paul Kooiker, die heel sterk beïnvloed is door het surrealisme uit die tijd. In een eerder interview met NRC zei hij: „Dat was de belangrijkste en spannendste stroming in de fotografie, dáár is de moderne fotografie begonnen.”


Lees ook: Man Ray als pionier van surrealistische modefotografie

Finale, 1929 Foto Aenne Biermann/Amsab-ISG

Foto Foto César Domela en László Moholy-Nagy

Zonder titel, 1929 Foto Maurice Tabard

Bij de slachthuizen van La Villette, 1929Foto Eli Lotar/Amsab-ISG