Column | Weg uit dit gekkenhuis

Sheila Kamerman

Iedereen is op vakantie. Ik loop door mijn lege Rotterdamse wijk met een hand vol sleutelbossen. Om planten water te geven in het ene, vissen te voeren in het andere huis. Op straat zijn alleen mannen te zien die glasvezel aanleggen. „Bloedheet hier”, staat in appjes. En „we liggen de hele dag bij het zwembad”.

In een verpleeghuis op Zuid bezoek ik Herman Buddenberg (75). Hij gaat op vakantie naar het Afrikaanderplein, 500 meter met de scootmobiel. Hij zegt het lachend. Waarom zou je verder gaan, zeggen ook zijn vrienden op het terras van café De Buurvrouw.

Hier heb je alles. Rust. Een biertje. Zon. Als het regent, ga je onder het afdak. Je kunt veel verschillende talen horen. Nee, Hollandse stamppot ken je er niet vinden. Wel lekkernijen uit Marokko, Turkije, Suriname, China, Ghana en Ethiopië.

Als kind ging Herman Buddenberg elke zomer met andere Rotterdamse bleekneusjes een week naar ‘de boerderij’. De gemeente betaalde. Zijn boer zat in Anna Paulowna. Hij leerde daar nieuwe dingen. Dat er een leven buiten Rotterdam bestaat. En kruisbessen eten. Hij heeft een foto waarop hij trots op een tractor zit. De boer staat er naast.

Een paar jaar later regelde het overslagbedrijf waar zijn vader werkte in de Rotterdamse haven een vakantiehuis voor de werknemers. Herman was een jaar of tien, toen ze voor het eerst een week naar Ede gingen. Het hele gezin: pa, ma, Gerard, Nelis, Door, Sien, Hennie, Jannie, Henk, Rinus, Jaap, Arie en Herman zelf.

Paradijselijk was dat. Er was een zwembad. En veel bos. Alleen ma kon ook daar niet uitrusten, denkt Herman nu. Elf kinderen blijven er elf. Ook op vakantie. „Misschien kon ze er af en toe gaan zitten.”

Ze vonden het zo bijzonder dat de meeste vakanties later ook naar Ede gingen. Liefst dezelfde plek. Een van zijn broers ging er later met zijn meissie heen. En is er toen overleden. Hij was pas 54.

Het leven is een gekkenhuis en we willen ontsnappen. Maar hoe? De vakantie-appjes op mijn telefoon komen van zonovergoten eilanden met vreemde namen, all inclusive-hotels, verre bergen. Dolfijnen, koraalriffen, palmbomen, cocktails, crêpes. Iedereen op jacht naar zijn eigen heiligdom.

Moderne pelgrims zijn we geworden. We aanbidden de afgunstige goden Ontspanning en Ontsnapping. Maar ontbering of ongerief blieven we niet.

En dus zien we nu beelden van toeristen liggend in de zon op strandbedden, met de lucht achter hen rood en zwart gekleurd door verwoestende bosbranden. En áls ze dan moeten verkassen en op luchtbedden in een hotellobby bivakkeren, worden het verontwaardigde slachtoffers. Waarom zo lang wachten op die evacuatievlucht?

Herman begrijpt dat wel. „Hier hebben ze natuurlijk het hele jaar voor gespaard.”

Sheila Kamerman vervangt Gemma Venhuizen tijdens vakantie.