Opinie | Weer allemaal naar het zuiden? Het vakantiekompas moet anders afgesteld

Toerisme Iedere zomer een graadje meer op dezelfde vakantiebestemming registreren we niet. over ons ingeslepen gedrag in de zomer en onze vaste voorstellingen van het weer.


Illustratie Hajo

‘We liepen om twee uur ’s nachts over de weg en het vuur haalde ons in. Ik dacht niet dat we het zouden halen.” Aldus een Britse toerist die met haar elfjarige dochter in de massapaniek terechtkwam. Na de langste hittegolf in Griekenland sinds mensenheugenis, met een piek van 45 graden, bleken de grootste natuurbranden ooit op Rhodos, aangewakkerd door harde winden, nauwelijks te stoppen. Drie hotels werden verzwolgen, negentienduizend buitenlanders hals over kop geëvacueerd. Er moesten extra blusvliegtuigen worden opgeroepen uit Turkije, Israël en Jordanië – aan de andere kant van het water.

De grote vraag is of de klimaatverandering mensen voor het volgende seizoen van gedachten doet veranderen. Mensen zijn net als alle andere dieren. Ze volgen de seizoenen, tonen een vaste jaarlijkse trek. Net als de kuddes wildebeesten op de Serengeti-vlakte, scholen van sardines rondom Afrika en zwermen van spreeuwen die met Kerst massaal op doorreis zijn in Rome (en de Heilige Stad helemaal onderschijten). Ze veranderen hun routes en bestemmingen niet bij kleine temperatuurverhogingen – zelfs niet als die zich alsmaar blijven opstapelen.

Dat zagen we ook opnieuw aan de vaste prik juli-files op de Europese snelwegen naar het zuiden: blik aan blik, bumper aan bumper, wolken van uitlaatgassen, smeltend asfalt. De volle zeestranden verderop worden daarna opeens getransformeerd tot kleurige mozaïeken, van handdoek naast handdoek, met daarop zwetende lijven.

Maar eigenlijk moet je in dit seizoen aan de Middellandse Zee overdag juist binnen blijven, met de luiken dicht en de deur op slot. Deze zes van de tweeënvijftig weken loopt de kust namelijk benauwend vol. Alles wordt schaarser en duurder en vooral nepper.

Nauwelijks zichtbaar

De jaarlijkse temperatuurstijging bleef de afgelopen decennia juist onder de ‘waarneembare drempel’. In de waarnemings-psychologie noemt men dit JND: Just Noticeable Difference. Iedere zomer een graadje meer op dezelfde vakantiebestemming registreren we niet, maar drie of vijf graden wel. Hoewel we dat ook weer makkelijk met ‘toevallige omstandigheden’ wegredeneren. Dat is een soort cognitieve dissonantie-reductie, waarmee we tegenstrijdigheden in ons brein wegmasseren. Klimaatverandering is dan ook nauwelijks rechtstreeks zichtbaar. Behalve in de vorm van verre vuren of grote rookkolommen. Dus we passen ons langetermijngedrag er niet meteen op aan.

Het kwartje voor principiële hittevermijding viel almaar nét niet. Onze wensen omtrent het weer zitten immers in afzonderlijke hokjes in ons hoofd, waartussen weinig uitwisseling plaatsvindt. Over vakantie vieren en over het weer hebben we allerlei vaste voorstellingen. Deels willekeurig en los van elkaar, deels samenhangend in vaste betekenis-netwerken. Zoals drie keer ‘z’: zon, zand en zee. Zo’n oer-dimensie is een soort mentaal krachtenveld dat mede richting geeft aan ons verplaatsingsgedrag.

Soms trekken extreme weersvarianten zelfs sensatiezoekers aan, zoals die in Death Valley in de Verenigde Staten, waar mensen zich naast een speciale thermometer laten fotograferen, die op 54 graden staat.


Lees ook: Het woord ‘tropisch’: Tussen de keerkringen tellen de jaren dubbel

Dagritme

Maar ter plaatse in de subtropen weten we vervolgens vanuit onze eigen ingeslepen cultuur vaak niet goed raad met het dagritme. We beginnen met uitslapen en rustig ontbijten, want het is immers vakantie. We gaan daardoor pas om tien of elf uur op stap, soms ook naar een stadscentrum of antiek bouwwerk waar de stenen inmiddels al vijf graden verder zijn verhit. Om het rijtje van must see-bezienswaardigheden af te vinken. De lokale bevolking heeft zich dan inmiddels al diep in donkere straatjes en oude huizen teruggetrokken, voor een calorierijke pasta, gevolgd door een rustige siësta. Pas laat in de middag of zelfs bij het begin van de schemering trekken zij er weer op uit. Hun avondmaaltijden zijn vaak pas na zonsondergang, weer buiten, of zelfs bij het vallen van de nacht.

Op de langere termijn blijkt diezelfde heliotropie of massale ‘trek naar de zon’ ook bij de (semi)migratie van pensionado’s, de maandenlange overwinteringen van enkele bevoorrechte ouderen in bijvoorbeeld Spanje. Op dat moment is het pas echt aangenaam langs de Méditerranée, helder en tien graden warmer dan thuis. Palmenboulevards, met terrasjes en bloeiende bloemen, in geuren en kleuren.

In onze geo-psychologie associëren we de Middellandse Zee in het zuiden met extra warmte en zon, onze eigen breedtegraden (van de Britse eilanden tot aan de Duitstalige landen) met ‘normaal’ en Scandinavië in het noorden met kouder en koeler. Maar de isothermen of gemiddelde temperatuurlijnen zijn door de klimaatverandering van de laatste decennia al duizend kilometer omhooggeschoven, met besmettelijke tijgermuggen en al. Maar dat hebben we nog nauwelijks geregistreerd of geïnternaliseerd.

We zijn dus als de kikkers in de spreekwoordelijke pan, die langzaam wordt opgewarmd. En springen er niet uit voor die begint over te koken. Echte structurele aanpassingen, zoals wel lukte bij het creëren van overloopgebieden na rivieroverstromingen, blijven achterwege. Om het vakantiekompas anders af te stellen zouden massacampagnes nodig zijn.


Lees ook: ‘Veel toeristen voelen blijkbaar zelf geen dreiging, dus waarom zouden ze dan hun vakantie afbreken?’

Naar Denemarken

Kleine veranderingen zijn er al wel, al zijn die nog lastig te kwalificeren. Aanpassingen in ons hoofd en onze groep kennen namelijk drie snelheden. Er zijn kortstondige hypes, middellange modes, en langdurige trends. Volgens de European Travel Commission is het aantal toeristen dat deze zomer naar het zuiden gaat met 10 procent gedaald. Er vinden dus uiteindelijk misschien patroonomslagen plaats. Het toerisme naar Denemarken neemt bijvoorbeeld ook toe. Het is net als Nederland, maar ook een beetje anders. De uitgestrekte merengebieden in midden-Zweden en Finland komen steeds meer in trek. Mijn buren zijn net naar de Noorse fjorden geweest, en kwamen wild enthousiast terug. Minder mensen, weidse landschappen, eindeloos veel groen.

Volgens innovatiecurves zijn zij wellicht de pioniers en early adopters van een opkomende nieuwe trend. En zal hun aantal vanaf volgend seizoen verder aanzwellen. Ze willen lekker zonder zorgen in hun tent, caravan of hotel kunnen slapen, zonder kans dat midden in de nacht een gierend brandalarm kan afgaan, en ze overhaast in hun pyjama de vreemde nacht in moeten.