N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Disciplineprocedure Een rechter probeerde het MH17-proces met complottheorieën te beïnvloeden: Oekraïne zou het vliegtuig zelf hebben neergehaald volgens een boek dat haar broer schreef. Hoe ging het hof om met de integriteitskwestie en wat zegt dat over de uitingsvrijheid van rechters?
Is een rechter te handhaven die bij een groot strafproces alternatieve complotscenario’s bij rechters en officieren informeel aanprijst en waarschuwt voor een dwaling? Uitgerekend bij het zeer gevoelige MH17-proces blijkt zich dat te hebben afgespeeld. Begin deze maand wees de Hoge Raad een arrest waarin dit incident werd onthuld en meteen afgehandeld met een berisping en een overplaatsing. Het arrest geeft antwoord op de vraag hoeveel ruimte rechters hebben om hun mening te verkondigen. En het geeft vooral precies aan wanneer ze zich daarmee mengen in de rechtspraak van hun collega’s. De raadsheer prees in de coulissen van het MH17-proces bij haar collega’s herhaaldelijk een boek met complottheorieën als waarheid aan, geschreven door haar broer.
Het korte arrest wordt in de wetenschap gezien als uitzonderlijk. Niet alleen zijn disciplineprocedures bij de Hoge Raad zeldzaam, antwoord op de vraag wat rechters wel en niet kunnen zeggen – zowel tegen elkaar als in het openbaar – is dat al helemaal.
In dit geval probeerde een raadsheer van het gerechtshof Den Haag vanaf 2021 officieren van justitie en rechters ervan te overtuigen dat het onderzoek naar het neerschieten van MH17 was gebaseerd op manipulaties en leugens. En dat dus een rechterlijke dwaling dreigde. De betreffende rechter, Charlotte van Rijnberk (68) baseerde zich daarvoor op een boek geschreven door haar broer. Dat overhandigde ze samen met hem – hij onder pseudoniem, zij anoniem – aan de Tweede Kamer, de leider van het onderzoeksteam, rechters, officieren van justitie en de advocaat-generaal in de MH17-zaak. Daarbij schreef ze een begeleidende brief met een ‘leeswijzer’ die volgens de Hoge Raad de strekking had „om de bij de rechtszaak betrokken leden van de rechterlijke macht en de loop van de rechtszaak te beïnvloeden”.
Lees ook dit artikel: Poetin jarenlang verdachte in MH17-onderzoek
‘Een groot showproces’
In het betreffende boek MH 17, een valse vlag terreuraanslag wordt de theorie ontwikkeld dat het vliegtuig door Oekraïne is neergehaald, met de bedoeling Rusland daarvan de schuld te geven. En wel met medeweten van NAVO-landen om zo een oorlog met Rusland uit te lokken.
Het complotboek wordt door de Hoge Raad duidelijk niet gezien als een toelaatbare bijdrage aan het publieke debat, zoals in één van de twee eerder bekende gevallen. In het strafproces tegen de Russische verdachten zou volgens de auteur en raadsheer sprake zijn geweest van „een doelbewuste en doorzichtige cover-up”. Een conclusie die de rechter met haar broer volledig deelt. De ontvangers van het boek werden gevraagd tot inkeer te komen. De officieren van justitie bij het proces moesten bovendien worden vervangen, ook omdat ze geloof hechten aan het onderzoeksrapport naar de ramp. Dat corrupt en vals zou zijn.
De Hoge Raad stelt dat de rechter het „gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht” ondermijnde
Aanvankelijk hoefde het niemand van de ontvangers te zijn opgevallen dat het boek mede werd gepromoot door een fungerende raadsheer van de strafkamer van het hof Den Haag. Maar afgelopen februari besloot ze als het ware ‘uit de kast te komen’. Ze sprak, in functie, de advocaat-generaal in het MH17-proces informeel aan en vertelde nogmaals dat MH17 „een groot showproces” is geweest. Het proces was toen al achter de rug. Er was geen hoger beroep aangetekend en het vonnis was dus onherroepelijk. Het gesprek was feitelijk een nabrander. Ze herinnerde de advocaat-generaal aan het boek dat ze het jaar ervoor had helpen verspreiden. Wat die zich, volgens het arrest, „niet kon herinneren”. Maar als de raadsheer dat boek nogmaals wilde overhandigen dan kon ze dat in het postvak van het Openbaar Ministerie achterlaten.
Die suggestie volgde ze op. En ze voegde er een deel van een onderzoek aan toe dat in het proces was gebruikt, vergezeld van een ondertekende brief waarin ze nogmaals uitlegde dat haar broer toch echt de waarheid had onthuld. Daarmee was de affaire geboren. Bij het OM ontstond commotie. Aan de president van het hof, Marieke Koek, werd overgebracht dat er „onbegrip en onvrede” waren over de lobbypoging van de raadsheer. De president nam het hoog op. Ze besloot niet zélf een berisping op te leggen, waartoe ze bevoegd is, maar diende een klacht in bij de procureur-generaal van de Hoge Raad.
Buiten de orde handelen
Daarna werd de raadsheer overgeplaatst naar de belastingkamer, uit het zicht – maar wel in functie. Bij de Centrale Raad van Beroep, waar ze fungeerde als raadsheerplaatsvervanger, werd ze bedankt. De president van het hof wil geen enkele vraag beantwoorden. Het zou louter een „personeelsvertrouwelijke kwestie” betreffen.
Het arrest van de Hoge Raad kwalificeert het handelen van de raadsheer in niet mis te verstane termen. Met haar lobby voor het complotboek „ondermijnde” de raadsheer het „gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht”. Dat deed ze in een proces „met grote maatschappelijke impact”. Daarbij bracht ze „ernstig nadeel” toe aan het functioneren van de rechtspraak en het vertrouwen daarin. Dat ze invloed op de uitkomst van het proces wilde uitoefenen, was „onmiskenbaar”. De Hoge Raad erkent wel dat ook rechterlijke ambtenaren „buiten de rechtszaal” hun mening over maatschappelijke kwesties mogen geven. Maar dan moeten ze wel rekening houden met hun invloed „op het gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht”.
Samengevat: rechters die intern grensverleggende boeken aanprijzen over actuele procedures bij de procesdeelnemers, handelen buiten de orde. Dat is dus een beperking van hun uitingsvrijheid. Rechters mogen elkaar intern niet voor de voeten lopen met vergaande meningen, zeker niet in lopende zaken. Voor UvA-hoogleraar rechtspleging (en raadsheer) Marc de Werd is dat het interessantste aspect van het arrest. Behalve tegen beïnvloeding door de buitenwereld moeten rechters ook tegen oneigenlijke druk van hun eigen bestuurders én collega’s worden beschermd. Deze zogeheten ‘interne onafhankelijkheid’ is een norm die door de Europese hoven in Straatsburg en Luxemburg, recent nog is bevestigd, merkt hij op. Vooral in reactie op de perikelen waarin de rechters in Polen en Hongarije zich bevinden.
De Werd noemt de wereld van rechters „klein en gesloten. Je komt elkaar voortdurend tegen”. Dan is zo’n aanwijzing van de Hoge Raad een goede aanleiding om daar onderling het gesprek over aan te gaan, meent hij. „Als een collega je benadert met de strekking om elkaar écht te beïnvloeden, hoe ga je daar dan mee om? Daar moeten we iets mee doen als rechters. Ook in je eigen organisatie moet je verschoond blijven van invloed van je collega’s, als iemand aankomt met suggesties of met een boek”.
‘Enorme douw’
De uitspraak is volgens hem „niet mals”. Behalve een personele kwestie is dit óók een integriteitskwestie, zegt hij. Voor de raadsheer noemt hij de uitspraak een „enorme douw”, feitelijk te beschouwen als „einde carrière”. Dat de president van haar eigen hof de klacht indiende en een berisping voorstelde, laat volgens hem zien dat de zaak zeer serieus is genomen. Ook als dat niet in een ontslag eindigde.
De Hoge Raad motiveert de relatief lichte sanctie, een schriftelijke berisping, door te verwijzen naar haar lange staat van dienst en het ontbreken van eerdere berispingen. Ook toonde ze inzicht in de „onaanvaardbaarheid” van haar handelen en ging ze akkoord met overplaatsing, wat alleen vrijwillig kan.
Hoogleraar staatsrecht Paul Bovend’Eert concludeert uit het arrest dat rechters „toch écht terughoudend moeten zijn”. De ruimte voor eigen meningen is volgens hem kleiner dan door sommigen wordt aangenomen. Hij doelt daarbij op raadsheer Ybo Buruma en bijzonder hoogleraar Openbaar Ministerie Rick Robroek, die beiden eerder pleitten voor meer armslag in de media voor rechters. De correctie van de rechter van deze raadsheer die „duidelijk en ernstig over de schreef” ging, vindt Bovend’Eert „helemaal terecht”. Tegelijk zet hij vraagtekens bij de vaststelling dat ze de onpartijdigheid van de rechtspraak heeft aangetast. Dat kan volgens hem niet slaan op de rechters die over MH17 zélf moesten oordelen. Hooguit heeft ze twijfels over haar éigen onpartijdigheid opgeroepen, maar dan in een zaak die ze niet zelf behandelde. Als hoger beroep was aangetekend, was dat overigens in theorie wel mogelijk geweest, de raadsheer fungeerde immers in de strafsector van hetzelfde arrondissement.
De lichte sanctie spoort wat hem betreft niet geheel met de vaststelling in het arrest dat ze „ernstig nadeel” toebracht aan de rechtspraak. Dat vraagt dan eerder om de zwaardere maatregel van tijdelijke schorsing zonder salaris, meent hij. Voor de zwaarste sanctie, strafontslag is geen reden, omdat het hier niet strafbaar gedrag betreft. En: „Zoiets doe je ook niet met iemand met zo’n lange loopbaan en zo’n staat van dienst, die ook instemt met overplaatsing.” Maandag liet het hof weten dat de raadsheer per 1 september alsnog ontslag heeft gevraagd, dat ook is verleend.
Lees ook dit artikel: Raadsheer die complottheorieën rond MH17 verspreidde, neemt ontslag