N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
In Europa Caroline de Gruyter
Tijdens de formatiegesprekken voor de centrum-rechtse coalitieregering in Zweden vorig jaar gebeurde iets interessants toen het thema ‘Europa’ aan bod kwam: de radicaal-rechtse Zweden Democraten (SD) beloofden om tijdens het aanstaande Zweedse voorzitterschap van de Europese Unie minder te hakken op Brussel. Zes maanden, van januari tot juli, zouden ze de rol van ministers en ambtenaren als honest broker in de EU faciliteren, zodat iedereen naderhand zou zeggen: dat hebben die Zweden goed gedaan. Vanaf juli zou de SD, die in een gedoogconstructie zit, de regering weer dwingen tot scherpere stellingnames in Brussel.
Zo geschiedde. Het Zweedse voorzitterschap is voorbij en de grootste klacht van andere Europeanen gaat over logistiek, niet inhoud: de EU-vergaderingen die de Zweden in Stockholm voorzaten, vonden zelden in het historische centrum plaats, maar op het verre vliegveld Arlanda. Daar moesten diplomaten, ministers en ambtenaren ook eten en slapen. Het enige leuke, sneert een diplomaat, „was dat je zo weer in het vliegtuig naar huis kon”.
Die Europese inschikkelijkheid van de SD is intrigerend, ook met het oog op de Spaanse verkiezingen deze zondag. Euroscepsis was voor de SD altijd een stemmentrekker. Nu ineens toonden ze een strategische elasticiteit die nieuw was en die, belangrijker nog, weleens in een Europese tendens kan passen: sinds Brexit en Poetins invasie in Oekraïne hebben veel radicaal-rechtse partijen hun pleidooien voor EU-exits ingeslikt. Of dit permanent is of tijdelijk, moet nog blijken. Maar in Italië, Finland en Midden-Europese landen als Polen (co)regeren radicaal-rechtse partijen die in Europa investeren op een manier die voorheen ondenkbaar was. In Frankrijk sorteert Marine Le Pen voor op de macht door haar eis voor een exit uit de eurozone op te schorten en gematigd te doen – de centrum-rechtse Républicains zijn nu radicaler dan zij.
Radicaal-rechtse partijen hebben hun pleidooien voor EU-exits ingeslikt
Is een radicaal-rechts Europa ineens mogelijk? Vroeger was dit een contradictio in terminis: radicaal- of extreem-rechtse partijen wezen Europese integratie af en gingen voor de natiestaat. Ze ageerden vooral nationaal en clashten onderling: als de een op zijn strepen staat, schaadt hij snel belangen van de ander. Die verschillen worden nu overschaduwd door de nieuwe prominentie van ‘hun’ gemeenschappelijke thema’s: veiligheid, defensie, migratie, grensbewaking. Radicaal-rechts spreekt niet alleen meer namens de natie tegen Europa, schrijft Hans Kundnani van Chatham House in IPS Journal, maar ook namens Europa. Dit „etnoregionalisme” wordt onder meer gekenmerkt door „retoriek die focust op het idee van een bedreigde ‘Europese beschaving’”.
Daarbij komt dat centrum-rechts in veel EU-landen deels het radicaal-rechtse discours overneemt en mainstream maakt. Dit gebeurt in Scandinavië, bij de Duitse CDU, de Franse Républicains en de Oostenrijkse ÖVP, die in deelstaten akkoordjes sluit met de extreem-rechtse FPÖ – zoals de Spaanse PP dat op regionaal niveau doet met Vox. De PP zegt dat ze niet wil regeren met Vox, omdat Vox zo extreem is. Maar als Vox bij de formatie water bij de wijn doet, kan dat veranderen. In Nederland, België, Slowakije en elders kun je een vergelijkbare dynamiek krijgen bij de komende verkiezingen. VVD-Kamerlid Ruben Brekelmans bepleitte vrijdag samenwerking met de PVV op asiel. Ook de Europese conservatieven rukken naar rechts. Ze ageren tegen klimaatwetten, willen grenzen dichtkitten en zitten steeds hoger op het anti-woke paard.
Op de site van Al-Jazeera houden de filosoof Lorenzo Marsili en politicoloog Fabrizio Tassinari niet alleen centrum-rechts, maar álle Europese middenpartijen verantwoordelijk voor de doorbraak van radicaal-rechts. Hun „softe nationalisme”, schrijven zij, maakte het onmogelijk om dingen echt goed Europees te regelen. Alles gebeurt houtje-touwtje. Burgers blijven ontevreden en worden ontvankelijk voor de keiharde oplossingen van radicaal-rechts – op migratiegebied, bijvoorbeeld. „Kan radicaal-rechts kleinzielig nationalisme achter zich laten en een nieuw Europees nationalisme omarmen dat het continent verenigt en sterker maakt, al wordt het daar ook lelijker van?” Die vraag is pertinenter dan ooit.
Caroline de Gruyter schrijft wekelijks over politiek en Europa.