N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie
Rock Tijdens de onweerstaanbare rockshow van Eagles of Death Metal in Alkmaar betuigde voorman Jesse Hughes zijn oneindige liefde voor iedereen. De zanger-gitarist is patser en pleaser tegelijk, maar met een dieptragisch randje.
Natúúrlijk draagt Jesse Hughes (50) een gouden glittercape! De voorman van Eagles of Death Metal waant zich namelijk al een kwarteeuw de enige echte superheld van de hedendaagse rock-’n-roll. En ach, dat moet je uiteraard allemaal even serieus nemen als de kolderieke naam van zijn band (die dus allesbehalve death metal maakt), de patserige pilotenbril met gele glazen en Huges’ pluizige druipsnor.
En toch… Het zou ook zomaar eens kunnen kloppen.
Kijk maar hoe hij donderdagavond de uitverkochte Alkmaarse concertzaal Victorie moeiteloos oprolt. In een spierwit shirt, broek én Dr. Martens, (maar met rode bretels, veters en sokken) komt hij heupwiegend en schaatsdansend „het gladste podium ooit” opglijden. Als Little Richard betuigt hij prekend zijn oneindige liefde voor iedereen – „CAN YOU DIG IT?! AMEN!” – al is hij daarbij soms iets grover in de mond. „GODVERDOMME”, vuilbekt hij uitzinnig in zijn beste Nederlands: „I FUCKING LOVE YOU!” Om vervolgens als een malle kushandjes af te vuren, grijnzend van oor tot oor.
TUK-TUK-TUK-TUK! Even aftikken op de koebel en daar klinkt weer zo’n onweerstaanbaar swingende, übermelodieuze en bloedgeile bubblegumklassieker. Simpel doch doeltreffend is een understatement voor de elementaire rock: EODM blinkt uit in compleet uitgebeend minimalisme dat toch alle pelvissen maximaal laat schudden. ‘I Only Want You’ heeft welgeteld twee akkoorden, ‘Cherry Cola’ heeft er vier (goddank allemaal slechts één vakje van elkaar verwijderd). Drumster Leah Bluestein maakt gehakt van haar kinderkit, waarvan ze de helft nauwelijks gebruikt: ze beukt voornamelijk op haar basdrum, snare én tamboerijn. Het enige wat telt, is het netto uitlekgewicht: de ultieme boogie.
Aanslag op de Bataclan
Hughes is een wonderlijk amalgaam van een showmaster en allemansvriend: patser en pleaser tegelijk, maar met een dieptragisch randje. Acht jaar geleden schoten drie moslimterroristen het goedmoedige evangelie van Peace, Love, Death Metal (zoals de debuutplaat van EODM uit 2004 heet) bruut aan flarden toen ze in Parijs de Bataclan bestormden: 89 fans overleefden dat niet.
In de nasleep van die aanslag zei Hughes idiote dingen waarvoor hij ook weer excuses maakte. En hoewel er sindsdien (afgezien van een live-, cover- én kerstplaat) geen nieuw werk is verschenen, zorgt dat trauma ervoor dat elke EODM-show voelt als een magische wederopstanding.
En dan, halverwege ‘I Like to Move in the Night’, is de superheld opeens verdwenen. Terwijl zijn gitaarpartij door blijft razen, is Hughes nergens te bekennen. Totdat een felle spotlight zich op het balkon richt en hij midden tussen de fans verschijnt, zo ver mogelijk over de reling gaat hangen en zijn paarse Flying V laat brullen.