Kunsthandel Simonis & Buunk veroordeeld voor misleiding

Kunstmarkt Kunsthandel Simonis & Buunk heeft de verkoper van een schilderij misleid door valse informatie te verstrekken aan een andere geïnteresseerde koper, oordeelt het gerechtshof in Arnhem.

De hooiers, van Jan Altink (1885-1971).
De hooiers, van Jan Altink (1885-1971). Foto NRC

Niet de verkoper van een schilderij heeft verkeerd gehandeld, zoals de rechtbank van Zutphen in december van 2021 oordeelde, maar de kunsthandel die het werk probeerde te kopen, Simonis & Buunk uit Ede. Dat oordeelde het gerechtshof in Arnhem deze week in hoger beroep.

Simonis & Buunk, de grootste kunsthandel van Nederland, heeft „bewust misleidende informatie verschaft” in een kwestie die veel aandacht heeft getrokken, ook op tv, bij Undercover in Nederland (SBS6). Niet direct aan de verkoper, de Australische Nederlander Daan van Seventer die in het Groningse Appingedam woont, maar aan een andere potentiële koper, de oud-wielrenner en journalist Herbert Dijkstra. Door die misleidende informatie zag Dijkstra af van de koop en accepteerde de verkoper een anoniem bod op het schilderij.

Het gaat om De hooiers uit 1925 van Jan Altink, schilder van het Groninger kunstcollectief de Ploeg. Het anonieme bod op een veilingsite, van 27.000 euro, werd uitgebracht op 2 november 2020 onder de naam ‘Slim’. Dijkstra, op dat moment bij Van Seventer op bezoek, raadde hem aan op het bod in te gaan. Dit was minuten na een telefoongesprek dat Dijkstra voerde met Simonis & Buunk. Dijkstra had de kunsthandel tegen betaling gevraagd naar de waarde van het schilderij. Het antwoord: op zijn hoogst 15.000 euro.

Pas na acceptatie van het bod hoorden Dijkstra en Van Seventer dat achter de naam ‘Slim’ de kunsthandel Simonis & Buunk schuilging. Dus dezelfde handelaar van de lage taxatie. En dezelfde handelaar die verklaarde het schilderij voor 80.000 euro te kunnen verkopen.

Lees ook dit interview met Frank Buunk: ‘Hoezo dreigementen? Het was slechts een fair warning’

Alles terugbetalen

Van Seventer meende dat hij was misleid en wilde het schilderij niet leveren. De kunsthandel spande daarop een bodemprocedure aan en won: Van Seventer had het bod nu eenmaal geaccepteerd. Het gerechtshof is het daar niet mee eens. De kunsthandel had hem laten dwalen. „Daarom krijgt Simonis & Buunk in deze zaak alsnog ongelijk.”

Gevolg: Buunk moet alles terugbetalen wat Van Seventer eerder aan hem moest betalen (46.700 euro), en ook de proces- en advocatenkosten van Van Seventer komen voor rekening van de kunsthandel. Martin Schüring, de advocaat van Van Seventer, spreekt van „een fout van de rechtbank” die gelukkig is „rechtgezet”.

Frank Buunk, directeur-eigenaar van Buunk & Simonis, weet nog niet of hij naar de Hoge Raad stapt. „Ik kan tegen mijn verlies”, zegt hij. Tegelijk noemt hij het arrest een gruwelijk kunstwerk. Buunk: „Het werk van Altink is aanzienlijk fraaier.”

Eerder veroordeelden tuchtcolleges van twee brancheorganisaties Buunk voor het taxeren van een schilderij waar hij zelf (heimelijk) op meebiedt. De Federatie TMV, een organisatie van taxateurs, oordeelde dat Buunk hiermee fundamentele beginselen had geschonden van professioneel gedrag, integriteit, objectiviteit, onafhankelijkheid, zorgvuldigheid en transparantie.