N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Oorlog in Oekraïne De strijd aan het ‘energiefront’ wordt steeds heviger. Houdt Oekraïne het vol, nu de winter gaat beginnen?
Bij energiebedrijf Dtek zien ze het zo: je hebt nu eigenlijk twee slagvelden in Oekraïne. De frontlijn, waar de soldaten vechten, en de ‘energiefrontlijn’, zegt woordvoerder Antonina Atosja van Dtek, het grootste private energiebedrijf van Oekraïne. „Onze mensen zijn de soldaten op de tweede frontlijn.”
Keer op keer moeten de technici van Dtek, en van andere bedrijven die verantwoordelijk zijn voor de elektriciteit in Oekraïne, repareren wat de Russen kapot bombarderen. En keer op keer lukt het ze verrassend goed om de elektriciteit snel weer aan de praat te krijgen. Na de laatste zware Russische aanval op de energie-infrastructuur, op 23 november, zat de hele regio Kiev zonder stroom. Een dag later was driekwart van de capaciteit alweer terug. „Het is ongelooflijk hoe snel ze hier de stroomvoorziening repareren”, zegt directeur Tineke Ceelen van Stichting Vluchteling, die in Oekraïne is om generatoren te leveren.
De grens van wat de energievoorzieningen en de monteurs aankunnen, lijkt echter in zicht te komen. Meer en meer onderdelen beginnen op te raken en het netwerk is op zoveel plekken beschadigd dat creatieve oplossingen steeds minder mogelijk zijn. Tegelijkertijd kijken ze in Oekraïne met vrees uit naar volgende Russische aanvallen. „De vraag is niet óf die komen, maar wanneer”, verwoordt energie-analist Denys Sakva van financieel dienstverlener Dragon Capital uit Kiev het sentiment.
Hoeveel weerstand kan de energiefrontlijn nog bieden?
Ontmijnen
De snelle reparaties waren voor een belangrijk deel mogelijk dankzij de inrichting van het Oekraïense stroomnet, zegt Sakva. „Elektriciteitscentrales hebben veel verschillende routes om energie naar de consumenten te krijgen” – dat is nu een enorm voordeel. „Als de Russen één route kapotmaken, kunnen de reparatieteams de stroom omleggen naar andere, ongeschonden lijnen.”
Ook voorbereiding en training hebben bijgedragen aan de effectieve respons na aanvallen. „We bereiden ons voor op de ergste scenario’s”, zei Volodymyr Koedrytsky vorige week tijdens een persconferentie. Hij is de topman van Ukrenergo, de netbeheerder van de hoogspanningslijnen in Oekraïne. Hij sprak vorige week met de pers, toevallig vlak vóór de grote aanval van woensdag. „Als zoiets gebeurt, weet iedereen wat ze moeten doen.”
Zodra je buiten komt in Kiev hoor je overal de generatoren brommen
Ook in de gebieden die bezet zijn geweest door de Russen, zoals Cherson, is Ukrenergo bezig het net te herstellen – zwaar en gevaarlijk werk. „Daar zijn brigades ontmijners aan het werk, en technici volgen ze stap voor stap.” Het gaat langzaam: „Er zijn regio’s waar het uren duurt om één vierkante meter te ontmijnen.”
Ondanks alle inspanningen begint het nu te wringen. „De capaciteit van het net om schade te absorberen, is beperkt”, zegt energie-analist Denys Sakva. De situatie nu, zegt hij, is écht anders dan vóór de grote aanval van vorige week. „We hebben vaak stroomonderbrekingen, ook ongeplande. Bijna overal in het land.” Hele bedrijven zijn inmiddels van het net afgekoppeld, zegt Sakva.
Wintervrees
De winter is officieel nog niet begonnen, maar het vriest deze week ’s nachts én overdag in Kiev. Op veel plekken zijn voorzieningen als verwarming en stromend water óók afhankelijk van elektriciteit. De zorgen over komende maanden zijn groot.
„Het is hier nu al moeilijk”, zegt Tineke Ceelen van Stichting Vluchteling. „Drinkwater is een groot probleem. In Mykolajiv zie je lange rijen mensen die water komen halen – vooral ouderen die zijn gebleven. Na een half uurtje in de rij voelt het alsof je bevroren bent.” De vrees bestaat dat door langdurige vorst en uitval waterleidingen en verwarmingsbuizen zullen bevriezen en barsten.
De Oekraïense energiebedrijven en helpende organisaties zoeken in allerijl naar ontbrekende onderdelen. Maar die zoektocht verloopt moeizaam, zegt Vladimir Shulmeister, een Oekraïense ingenieur die voor een groot energiebedrijf – hij mag niet zeggen welk – op zoek is naar een bepaald type stoomturbine. „De levertijd is een jaar.” Shulmeister was eerder staatssecretaris van Infrastructuur in Oekraïne.
Bij Dtek lopen ze tegen hetzelfde probleem aan. „Het Oekraïense systeem is heel oud, daardoor is het haast onmogelijk om sommige onderdelen te vinden”, zegt woordvoerder Atosja van Dtek. „We kunnen ze bestellen en op maat laten maken, maar dat duurt zes tot twaalf maanden. Zoveel tijd hebben we niet.”
Energieschepen
Gedeeltelijk draait Oekraïne op noodvoorzieningen. Tienduizenden generatoren worden al ingezet, die het overnemen als de stroom uitvalt. Zodra je buiten komt, hoor je ze overal brommen, zegt energie-analist Denys Sakva, die in Kiev woont en werkt.
Als het meezit, worden er nog creatievere oplossingen gevonden. Zo zegt een Turks bedrijf in gesprek te zijn met Ukrenergo en het lokale bestuur van Odessa over het sturen van drie ‘energieschepen’ – enorme boten die in Odessa zouden aanmeren en inwoners van elektriciteit zouden voorzien. Die zouden 1 miljoen huizen van stroom kunnen voorzien. De veiligheid is nog een probleem waar het bedrijf zich over buigt.
Maar om de winter door te komen, heeft Oekraïne hoe dan ook een enorme hoeveelheid generatoren nodig. En dan vooral hele grote, zegt Sakva, waar bijvoorbeeld een heel ziekenhuis of waterbedrijf op kan draaien. Het punt is dat je die niet zomaar achterin een bestelbusje kan zetten: ze hebben „het formaat van een truck”.
Ingenieur Shulmeister, die in Delft promoveerde als werktuigbouwkundige, is op zoek naar generatoren in andere landen. Nu zit hij in Letland, eerder in Bulgarije en Turkije. Hij verwacht komende winter een „volledige decentralisatie van de energievoorziening”. Dus alles op generatoren. Het is onmogelijk om daarmee in alle huizen het licht aan te houden, voorziet Shulmeister. „Mensen zullen bij elkaar moeten gaan wonen. Ik denk ook dat het aantal vluchtelingen uit Oekraïne zal toenemen.”
Ondanks alles is van afnemend moreel onder monteurs geen sprake, zegt Antonina Atosja van Dtek, zij werken onverminderd door. „Ze voelen dat hun missie nu heel erg belangrijk is. Ik heb geen woord van ontevredenheid gehoord.”