N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Tour de France Na twee spannende bergritten heeft geletruidrager Jonas Vingegaard tien seconden voorsprong op Tadej Pogacar. „Dat is niks na twee weken fietsen.”
Gezamenlijk fietsen de beste drie renners van deze Tour de France de laatste klim van de zondagse etappe op naar een uitloper van Europa’s hoogste berg, de Mont Blanc. De nummer drie van het algemeen klassement, Carlos Rodriguez, rijdt op kop. Maar de jonge Spanjaard moet het gevoel hebben dat hij niet bestaat. Achter hem rijden de gele en witte trui en hun blikken zijn geen moment op hem gericht. Jonas Vingegaard en Tadej Pogacar kijken alleen maar naar elkaar.
Het leek dit weekend wel alsof de Deen en de Sloveen aan elkaar geklonken waren. De twee topfavorieten hebben zich tot nu toe veruit de beste twee renners in deze Ronde van Frankrijk getoond. Het gat met Rodriguez, de bescheiden aanvoerder van de achtervolgers, is minuten. Het verschil tussen Vingegaard en Pogacar, na 62 uur, 34 minuten en 17 seconden fietsen, is tien tellen.
Drie bergetappes lang weken ze geen moment van elkaars zijde. Op vrijdag was het Pogacar die acht seconden won op de Grand Colombier, zaterdag snoepte Vingegaard een tel terug op de Col de Joux Plane. Op zondag is het verschil op de klim naar Saint-Gervais Mont-Blanc nul: ze komen zij aan zij over de finish rollen.
De conclusie na vijftien etappes, zo voor de rustdag en het begin van de derde en laatste week? „Ik weet niet of er een conclusie te trekken is, tien seconden is niks na twee weken fietsen”, zegt sportief directeur Merijn Zeeman van Vingegaards ploeg Jumbo-Visma. Zijn evenknie Mauro Gianetti van UAE Emirates, het team van Pogacar, moet lachen om de vraag. „Omdat het grappig is hoezeer deze twee mannen en hun teams aan elkaar zijn gewaagd”, zegt hij.
Het verschil is zo klein dat het behalen van bonificatieseconden – die de renners kunnen verdienen op de top van de zwaarste beklimmingen en aan de finish en die ze van hun totaaltijd mogen aftrekken – een integraal onderdeel is geworden van de strategie van beide teams.
Pogacar de explosiefste
UAE weet dat Pogacar de explosiefste is van de twee, en dat niemand zijn demarrages bergop kan beantwoorden. Het liefst fietst het team daarom elke dag voor de ritzege; dan zijn er voor hun kopman bonusseconden te verdienen. Het team heeft er zoveel vertrouwen in dat Pogacar zo een voorsprong bij elkaar kan sprokkelen, dat ze hem telkens laten wachten met zijn aanval tot diep in de finale. Het is niet erg als het gat met Vingegaard in Parijs straks seconden is, zo is de gedachte, als het maar in het voordeel van de Sloveen is.
Jumbo-Visma wil daarentegen dat er geen bonificaties meer te verdienen zijn als de twee op de finish of een bergtop afkoersen. Daarom vindt de Nederlandse ploeg het prima als zondag een grote groep wegrijdt. Ze missen zo kans op ritwinst, maar de secondenbonussen zijn dan vergeven aan de vluchters. Voor Jumbo-Visma telt alleen de eindzege.
Tegelijkertijd speelt de ploeg een spel op de lange termijn. Die strategie verklaart waarom Jumbo-Visma zaterdag, in een van de zwaarste ritten van deze Tour, het hele team de hele dag hard liet rijden en zo alle renners opofferde voor een seconde winst. Maar het alternatief is nog minder aantrekkelijk: Pogacar kan op een enkele klim Vingegaard kapot rijden, en dus proberen ze hem continu en zo veel mogelijk te vermoeien om dat te voorkomen.
Zaterdag had die tactiek succes: voor het eerst deze Tour kon de Deen terugkomen na een demarrage van zijn Sloveense concurrent. Direct pakte Vingegaard ook de meeste bonificatieseconden op de top van de berg, twee korte mentale tikjes voor Pogacar achter elkaar.
Op zondag lijkt het weer te werken. Opnieuw probeert Pogacar in de laatste kilometer te versnellen, op zoek naar sprokkeltellen. Nu blijkt een verschil in stijl: de Sloveen staat op de pedalen, de Deen blijft in het zadel. Het blijkt even effectief: Maar hij weet geen gat te slaan, daarvoor is het tempo van Vingegaard te hoog.
„Het is goed om te zien dat de manier waarop we het aanpakken werkt”, concludeert ploegleider Zeeman tevreden. „De scherpe kantjes gaan er zo bij Pogacar af.” Uiteindelijk hopen Zeeman en zijn ploeg Pogacar zo vermoeid te krijgen dat Vingegaard op een lange, zware beklimming een gat kan slaan dat in de minuten loopt. Dan maken al die bonificatieseconden niet meer uit.
5.399 hoogtemeters
De slotweek biedt kansen voor beide renners, te beginnen met de tijdrit van dinsdag, rond de uitlopers van de Mont Blanc. Teammanager Gianetti van UAE verwacht niet dat de Tour daar beslist zal worden. „Met hoe ze op dit moment rijden, kun je niet verwachten dat de verschillen daar groot zullen zijn.” Zeeman weigert zijn kopman tot favoriet te bestempelen. „Het zijn allebei geweldige tijdrijders, dus ik ga de uitkomst niet voorspellen.”
Woensdag volgt de koninginnenrit, van de Mont Blanc naar Courchevel met vier zware cols en 5.399 hoogtemeters. Dat lijkt een etappe te zijn waar de tactiek van Jumbo-Visma tot wasdom kan komen. Tegelijkertijd: dat verwachtte de Nederlandse ploeg ook van de Pyreneeënrit vorige week naar Cauterets, en daar wist Pogacar verrassend juist tijd terug te pakken.
Het is te hopen dat de invloed van het publiek beperkt blijft. Nu al is het gevecht om de gele trui door onoplettend en nalatig gedrag van toeschouwers aangetast. Zaterdag werd een aanval van Pogacar op de Joux Plane in de kiem gesmoord omdat motoren de weg blokkeerden. Die konden niet doorrijden vanwege het samendrommende publiek.
De twee motorrijders, en de fotograaf en de cameraman die achterop zaten, zijn voor een dag uit de Tour gezet en hebben een boete gekregen. Maar het kwaad is al geschied, zegt Gianetti. „Het kunnen zomaar belangrijke bonificatieseconden zijn geweest die we daardoor niet konden pakken. Het is wat het is.”
Zondag is Jumbo-Visma het slachtoffer. Een toeschouwer brengt Sepp Kuss uit balans, die een grote valpartij veroorzaakt. Ploeggenoot Nathan van Hooydonck is er het ergst aan toe, en ook Kuss en Dylan van Baarle liggen erbij. De komende dagen moet blijken of dat hun prestaties beïnvloedt.
Met ook nog een bergetappe komende zaterdag, als het peloton naar Le Markstein klimt in de Vogezen, is de uitkomst ongewis. Tot die tijd blijven Vingegaard en Pogacar onafscheidelijk, ook als ze niet aan het racen zijn, zo blijkt zondag na de finish. Terwijl Wout Poels, die op zijn 35ste de eerste Touretappe uit zijn carrière wint, dolgelukkig op het podium mag verschijnen, trapt Vingegaard rustig uit. Wie ziet hij op nog geen twee meter precies hetzelfde doen als hij achterom kijkt? Pogacar.