Column | De ‘waarden’ van de VVD

Column

Floor Rusman

Floor Rusman

Afgelopen maandag, aardig laat in zijn premierschap, probeerde Mark Rutte plotseling visie uit te dragen. Na bijna dertien jaar te hebben verkondigd dat problemen oplossen voor hem belangrijker was dan ideologie, begon hij in het Kamerdebat over de ‘waarden’ van de VVD. „Er waren uiteindelijk botsende waarden”, zei hij over de clash met de ChristenUnie op het onderwerp gezinshereniging. Fractievoorzitter Sophie Hermans zat op hetzelfde spoor, al sprak zij vooral van ‘overtuigingen’.

De VVD leek zo van de breuk een symmetrisch conflict te willen maken. Zoals ChristenUnie-leider Mirjam Bikker het „een van de essentiële waarden” van haar partij noemde „dat kinderen moeten kunnen opgroeien bij hun ouders”, zo had ook de VVD overtuigingen, aldus Hermans: „Er kan ook een moment zijn, tijdens de onderhandeling over zo’n compromis, waarop je zegt: wacht even, nu moet ik een overtuiging of uitgangspunt van ons onrecht of misschien wel geweld aandoen door nog een stap verder te gaan.”

Maar wat wás dan de liberale waarde of overtuiging die hier bekneld was geraakt? Het dichtst bij een antwoord kwam Rutte toen hij over de nareisbeperking zei: „Als je die eruit haalt, dan zou het pakket te licht worden. Dat is een opvatting. Waarom is die minder waard dan een opvatting van een partij die zegt: wij willen die nareis ook voor gezinnen niet beperken? Dat vind ik ook een waarde die voor mij heel belangrijk is, maar het gaat uiteindelijk om een weging van waarden.”

Rutte stelde een waarde hier gelijk aan een opvatting. En die laatste luidde: het pakket zou anders te licht worden. Wat weer de vraag opriep: waarom moest het een zwaar pakket zijn? Daarvoor voerden Rutte en Hermans verschillende redenen aan. Ze wilden „draagvlak en draagkracht” voor asielopvang behouden, de druk „op onze zorg, op onze woningmarkt, op het onderwijs, op al die mensen bij het COA en de IND” verminderen, voorkomen dat mensen in sporthallen of in het gras moesten slapen en dat ze zouden ‘ronddweilen’ in de asielketen.

Dit zijn allemaal praktische doelen, waarbij trouwens de vraag is of een nareisbeperking de meest voor de hand liggende oplossing is. Maar ‘draagvlak behouden’ en ‘druk verminderen’ zijn geen waarden, laat staan typische VVD-waarden. Ik neem tenminste aan dat de ChristenUnie deze dingen ook wil.

Waarom werd er zo om de waarden in kwestie heen gedanst? Is het omdat ze niet zo fraai klinken als ze worden uitgesproken? Of omdat er van onderliggende waarden überhaupt geen sprake was? Duidelijk is in elk geval dat de VVD niet in staat is een moreel geladen verhaal te houden. Zelfs als Rutte het probeert, blijft hij hangen in pragmatiek.

Zoals Hubert Smeets dinsdag schreef in zijn analyse van Ruttes premierschap: „Rutte was al die jaren niet zozeer de vormgever van een nieuwe tijdgeest. Hij was eerder de manager van een ouder tijdperk.” Smeets had het hier over de economische ordening, maar het geldt ook voor de politieke stijl. Mark Rutte was de premier van de depolitisering, en ook in die zin de manager van een ouder tijdperk. Lange tijd volstond het voor politici om te zeggen dat ze ‘problemen wilden oplossen’, het liefst zo min mogelijk vanuit ideologie. Maar de tijdgeest is veranderd. Veel burgers hebben genoeg van deze technocratische manier van praten. Ze willen dat politiek weer ideeënstrijd is, dat politici erkennen dat er winnaars en verliezers zijn van beleid. En ze stellen ook hogere morele eisen: er is sprake van ‘normatieve ophoging’, zoals socioloog Gabriël van den Brink het noemt.

Het lijkt alsof Rutte dat door heeft. Zijn beroep op waarden was mogelijk niet alleen een manier om de kabinetsval te legitimeren, maar ook een poging de VVD bij de tijd te brengen. Maar de poging mislukte. Hoe vaak Rutte het woord ‘waarden’ ook noemde, hij schetste toch weer een beeld van het VVD-standpunt als simpelweg het beste voor iedereen: de vluchtelingen zouden niet meer verdrinken of buiten slapen, het asielsysteem zou niet meer vastlopen, en de Nederlanders zouden niet meer misgrijpen in de zorg, het onderwijs en de woningmarkt.

Tekenend was daarbij hoe Rutte de waardenstrijd tussen VVD en ChristenUnie karakteriseerde: „Het is niet zo dat de één een beter of moreel superieur standpunt heeft ten opzichte van de ander. Het zijn twee botsende opvattingen.” Ja, we hebben waarden, maar zijn ze moreel superieur? Nee joh. Maar we hebben wel de beste oplossingen!

Het was de taal van het oude tijdperk.