Fotomuseum krijgt gift van 38 miljoen voor nieuwe huisvesting in Rotterdam

Schenking Het Nederlands Fotomuseum heeft dankzij een schenking van 38 miljoen van de Stichting Droom en Daad een nieuw huis gevonden. In september 2025 verhuist het museum naar het monumentale pakhuis Santos in Rotterdam.

Pakhuis Santos op Katendrecht in Rotterdam, de nieuwe locatie van het Nederlands Fotomuseum.
Pakhuis Santos op Katendrecht in Rotterdam, de nieuwe locatie van het Nederlands Fotomuseum. Foto Luc Büthker

In vijf weken tijd was het geregeld: een nieuwe plek in Rotterdam voor het Nederlands Fotomuseum. De Stichting Droom en Daad deed aan het museum een schenking van 38 miljoen, en daarmee kan het nu het monumentale pakhuis Santos, in 1903 gebouwd op Katendrecht aan de Rijhaven, kopen en inrichten.

Birgit Donker, directeur van het Nederlands Fotomuseum, legt aan de telefoon uit dat ze voor het gebouw waar het museum nu huist „1,7 miljoen per jaar kwijt is” en dat er een „situatie zou ontstaan waarbij het museum 30 procent van het budget kwijt is aan huisvesting”. Het huidige gebouw – dat enkele jaren geleden nog werd verbouwd – huurt het museum van de gemeente, die het weer van een vastgoedbedrijf huurt.

Wim Pijbes, directeur van de stichting Droom en Daad, was al met het Duitse bedrijf Stilwerk Design, dat er een warenhuis wilde vestigen, in gesprek over het pakhuis Santos, waar Droom en Daad een afdeling voor designtalent mogelijk wilde maken. „Zes weken geleden kwam de optie of we het pand wilden kopen. Stilwerk Design zag van vestiging in de Benelux af.” Er werd bedacht dat het gebouw een ideale bestemming zou zijn voor het Nederlands Fotomuseum.

Donker: „Dit is een betere plek dan we nu hebben: het depot moest vernieuwd, dat kan nu. En we hebben straks een grote (foto)boekhandel, een bibliotheek, een tentoonstellingsruimte, een café en er komt een museumrestaurant.” De eregalerij met de onofficiële Nederlandse canon van 99 foto’s vanaf 1842 komt op de eerste verdieping, het depot met bijna zes miljoen objecten zal toegankelijker zijn voor bezoekers dan nu het geval is. „De eregalerij was al mede mogelijk gemaakt door Droom en Daad, en Wim Pijbes wist van onze wens om te verhuizen”, aldus Donker. De bedoeling is dat het museum per september 2025 op de nieuwe locatie open gaat.

De huidige locatie van het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam.
Foto Amid Hedayatullah

Zowel zij als Pijbes benadrukt dat er maar één voorwaarde aan de schenking is verbonden. Het Nederlands Fotomuseum koopt het pand en is daarmee de eigenaar. Mocht het museum Rotterdam willen verlaten, dan moet het pand worden teruggegeven aan Droom en Daad. „Natuurlijk zal er de komende jaren ook overleg zijn”, aldus Donker. Maar dat is op vrijwillige basis, zegt Pijbes: „Het pand is nu geheel van het Nederlands Fotomuseum, maar ik ben graag beschikbaar voor advies.”

Boijmans Modern

Enkele jaren geleden had Droom en Daad al andere plannen rond die plek in Rotterdam Zuid: in 2018 stelde de stichting 80 miljoen euro ter beschikking voor zowel de verbouwing van Boijmans als de bouw van een nieuw ‘Boijmans Modern’ in Zuid. Van die 80 miljoen zou 40 miljoen besteed worden aan een ‘Boijmans Modern’, dat als een soort Londens Tate Modern aan het water zou komen te liggen in Rotterdam-Zuid. Pijbes sprak toen de voorkeur uit voor een plek op de kop van het ‘schiereiland’ Katendrecht, vlakbij de toekomstige Cultuurcampus. Kortom, op de plek zo’n beetje waar nu het Fotomuseum komt. Dat ging niet door.

Dat het Fotomuseum nu wel bijna 40 miljoen krijgt, terwijl de verbouwing van Boijmans mede door financieringsproblemen nu al vier jaar stil ligt, daar moet niet te veel achter gezocht worden, volgens Pijbes. „Wij stelden het geld beschikbaar om de ‘plusvariant’ van hun verbouwing te waarborgen, maar daarvoor wilden we inzage in het bouwplan en in het begrotings- en dekkingsplan, evenals zetels in de Raad van Toezicht van het museum. Dat kon volgens Boijmans niet.”

Droom en Daad

De Stichting Droom en Daad, een initiatief van de familie Van der Vorm, heeft naar verluidt 125 miljoen euro te besteden, op een totaalbedrag van 800 miljoen euro die de familie aan andere Rotterdamse projecten besteedt. Volgens Pijbes is de vrees onterecht dat Droom en Daad met deze miljoenen bepaalt uit welke Rotterdamse culturele initiatieven de stekker wordt getrokken. „Het laatste wat ik wil is dat mensen denken dat we de stad overnemen. We willen kunst en cultuur leuk en aantrekkelijk maken, maar het is niet zo dat Droom en Daad de stad vormgeeft. Ik weet niet hoe ver de financiële middelen nog strekken, waar de grens ligt, maar grenzen kun je altijd oprekken.”

Dat filantropie de kunst ook inhoudelijk zal gaan sturen door bijvoorbeeld projecten te steunen die breed toegankelijk zijn en de controverse vermijden, is niet iets wat Pijbes herkent. „We hebben net een groot beeld [Moments Contained, een vrouw op Nikes, red.] van Thomas J Price op het plein voor Rotterdam Centraal gezet, dat beeld riep behoorlijk wat controverse op.”

Ook Donker ziet alleen pluspunten: „Ik heb geen onderzoek gedaan naar het geld en vind het alleen maar geweldig wat Droom en Daad ermee doet. Er is nu een Rijksmonument opgeknapt en je steunt het Fotomuseum. Wat kan je daar nu op tegen hebben?” Komt er binnenkort een fototentoonstelling over de familie Van der Vorm? Donker lacht: „Nee, dat zit niet in de planning.”