Bettie Serveert staat na dertig jaar weer op het podium met hun beroemde debuut Palomine

Bettie Serveert in 1993.

Foto Lee To Sang

Interview

De band Bettie Serveert brengt zijn legendarische debuutalbum Palomine opnieuw uit: „Aan magische muziek moet je niet te veel rammelen.”

„Wacht, ik haal hem even!” Midden in de zoomsessie rent Carol van Dijk uit beeld om het pluchen hondje te pakken dat de hoes van Palomine siert. „Er zijn er nog drie,” zegt ze over het aandoenlijke knuffeldier met wiebelend hoofd dat indertijd als massaproduct de hoedenplank van auto’s sierde. Haar exemplaar is een beetje smoezelig geworden, maar oogt nog even schattig.

Debuutalbum Palomine van Bettie Serveert is dertig jaar oud (31 om precies te zijn) en om dat te vieren verschijnt een heruitgave in de serie Matador Revisionist History, op oranje vinyl en compleet met het 45-toerenplaatje dat indertijd gratis bij een deel van de oplage zat.

In Nederland behoort Palomine met Van Dijks indringende zang en de inventieve, bijtende gitaarpartijen van Peter Visser tot een van de beste indie-albums ooit gemaakt. Ook in de VS sloeg het album aan met een kwart miljoen verkochte exemplaren. De bandleden kijken met enig ongeloof terug op de impact van hun eerste demo, een cassettebandje dat vlak na de oprichting in 1991 werd opgenomen.

Oprichters Chris Lombardi en Gerard Cosloy van het New Yorkse Matador Records hoorden die demo, kwamen naar Amsterdam voor een optreden in De Melkweg en tekenden daarna meteen een contract met de band. „Later hebben ze hun verontschuldigingen nog aangeboden aan hun juridische afdeling,” zegt Van Dijk lachend, „omdat ze dat contract heel flodderig op een servetje hadden opgemaakt.”

In de schoot geworpen

Voor Bettie Serveert was het een sprong in het diepe, nadat het album in eerste instantie alleen op het Nederlandse Brinkman-label zou uitkomen. Amerikaanse optredens en een internationaal publiek werden hun als het ware in de schoot geworpen.

Een plan voor de band of zelfs ambitie om het ver te schoppen waren er nog niet, zegt Berend Dubbe, de drummer van toen die nu tijdelijk terugkeert voor de twee optredens die Bettie Serveert dit najaar geeft. „Het overviel ons. Maar hoe dat nou verder moest met toeren en een plaat maken, daarvan hadden we geen idee.”

Bij het eerste optreden waren er nog maar acht liedjes, vertelt Van Dijk. „We speelden op een feest en toen we ons mini-repertoire gespeeld hadden, wilde het publiek dat we de hele set opnieuw speelden. Ik ben nogal verlegen, dus bij die eerste optredens verstopte ik mezelf achter mijn haar. ”

Voor Berend Dubbe betekende Bettie Serveert een uitweg, na de kunstacademie en een baantje in de horeca. Van Dijk werkte bij een tekenfilmstudio. Echte verplichtingen waren er nog niet, zegt Dubbe. Daarom konden ze het bandleven vrij makkelijk omarmen. Bassist Herman Bunskoeke completeerde het viertal. Met Peter Visser had hij eerder in de groep De Artsen gespeeld en waren ze de enigen met serieuze bandervaring. Het nummer ‘Balentine’ was er al van een eerder project. ‘Tom Boy’ groeide uit een intro waar Berend mee aan kwam zetten. ‘Kid’s Alright’ had een rapnummer moeten worden. „Maar ik kan helemaal niet rappen,” protesteerde Van Dijk. „Vandaar dat het een soort praatzang is geworden.”

https://www.youtube.com/watch?v=HMJfo-IxxEA

Keelontsteking

Studio-ervaring hadden ze nog niet. „Opnemen was ontzettend eng,” zegt Dubbe. Van Dijk dacht dat de zang er ook meteen op moest. „Bij alle opnames stond ik uit mijn tenen te zingen. Aan het eind van de week had ik een keelontsteking. Er kwam geen klank meer uit mijn keel.” In een hoekje van de studio werden de zangpartijen later opnieuw ingezongen.

Carol van Dijk, van oorsprong Canadese, had het voordeel dat haar Engels meteen goed was. „Als ik in het Nederlands zing, ligt iedereen op de grond van het lachen.” Dat er nu een legendarisch aura om de muziek van Palomine hangt, berust volgens Dubbe en Van Dijk op puur toeval. „Het barst van de fouten”, zegt Dubbe, die na zijn vertrek uit de band in 1999 een nieuwe carrière opbouwde als stemacteur en solist met het muziekproject Bauer. „Maar of we het beter gaan doen bij de komende optredens, durf ik niet te beloven. Aan magische muziek moet je niet teveel rammelen.”

Op 22 september speelt de herenigde oerbezetting van Bettie Serveert in Paradiso; op 13 oktober in TivoliVredenburg. Waarom niet meer optredens? „Naar Amerika gaan is niet te betalen”, zet Van Dijk spijtig. „Werkvergunningen zijn schreeuwend duur geworden. Er zijn grotere artiesten dan wij die hun tours om die reden afblazen.” Hebben ze als Nederpoplegende overwogen een avond in de Ziggo Dome te boeken? „In de Rondazaal van TivoliVredenburg passen tweeduizend man”, wuift Van Dijk die suggestie weg. „Dat lijkt me mooi genoeg.”