Sigrid Kaag kon nieuw leiderschap niet waarmaken en was klaar met de Haagse hypes, de haat en de intimidatie

Profiel

D66-leiderschap Sigrid Kaag kon nooit helemaal aarden aan het Binnenhof. Nu beëindigt ze haar korte politieke loopbaan omwille van zorgen over haar veiligheid. „Voor mij was het soms moeilijk, maar te dragen. Voor mijn gezin is dat anders.”

Sigrid Kaag dansend op tafel in het D66-partijkantoor in maart 2021, als exitpolls laten zien dat de partij 24 zetels heeft gehaald.
Sigrid Kaag dansend op tafel in het D66-partijkantoor in maart 2021, als exitpolls laten zien dat de partij 24 zetels heeft gehaald. Foto Martijn Beekman

Dinsdag 8 maart 2022 is een zonnige voorjaarsdag waarop Sigrid Kaag zich weer eens echt heeft verheugd. In de Sint-Janskerk aan het Vrijthof in Maastricht mag de D66-leider de jaarlijkse Europaspeech houden. Even weg uit Den Haag, waar ze sinds de moeizame kabinetsformatie van 2021 geregeld onder vuur ligt.

In Maastricht houdt Kaag een doorwrocht en bevlogen verhaal in het Engels, voor een gehoor van een paar honderd internationale studenten. Ruim drie kwartier straalt ze rust en overtuiging uit tijdens haar toespraak. Ze heeft er erg haar best op gedaan. Twee weken na de inval van Rusland in Oekraïne vindt ze de boodschap over Europese samenwerking, over de Europese Unie als „ongekende vredesmachine”, extreem belangrijk. Na afloop beantwoordt ze vragen uit het publiek, al even ontspannen, met af en toe een grapje.

Dan gaat het mis.

Nog tijdens haar toespraak komt het nieuws uit Den Haag los dat de Tweede Kamer de minister van Financiën heeft ontboden op het wekelijkse vragenuur om te spreken over de koopkrachtgevolgen van de oorlog in Oekraïne. Maar Kaag zit dus in Maastricht. Oppositiepartijen zijn woedend. „Een ongekende schande”, roept PVV-leider Geert Wilders. „De minister zit gewoon te speechen over Europa, terwijl de mensen hun gasrekening niet kunnen betalen.”

Na afloop van haar lezing gaat het in de media niet meer over haar Europese verhaal, maar over Kaags afwezigheid in de Kamer. Tegen het groepje aanwezige parlementair verslaggevers reageert ze kribbig en geïrriteerd. „Wat doen júllie hier?”

Het is iets waar Sigrid Kaag in haar kort politieke loopbaan nooit aan heeft kunnen wennen: de Haagse hectiek rond het relletje van de dag. Vaak met haarzelf als mikpunt.

Lees ook dit profiel van Kaag uit 2022: Sigrid Kaag is vooral op haar gemak buiten Den Haag

Waardering en bedreigingen

Donderdagochtend kondigde Kaag (61) een voor haar intimi onvermijdelijk besluit aan: ze is niet langer beschikbaar als lijsttrekker. D66 is daarmee de derde regeringspartij die sinds de val van het kabinet-Rutte IV haar politiek leider verliest. Demissionair premier Mark Rutte (VVD) en CDA-leider Wopke Hoekstra kondigden maandag hun vertrek aan.

In een interview in Trouw en in een open brief aan partijleden, verklaart Sigrid Kaag dat haar beslissing om te stoppen, is ingegeven door de zorgen over haar veiligheid, vooral bij haar gezin. „Voor mij ging de afgelopen periode naast liefde en waardering ook gepaard met haat, intimidatie en bedreiging”, schrijft ze. „Voor mij was het soms moeilijk, maar te dragen. Voor mijn gezin is dat anders.”

D66 kampte met integriteitsaffaires die Kaags pleidooi voor moreel leiderschap, transparantie en steun voor vrouwen verzwakten

Sinds ze politiek leider is van D66 wordt Kaag door politieke tegenstanders voortdurend beschimpt, geïntimideerd en bedreigd. Een man met een brandende fakkel zocht haar begin vorig jaar thuis op. Bij een campagnebijeenkomst voor de Provinciale Statenverkiezingen werd ze ook opgewacht door demonstranten met brandende fakkels. Kaag wordt al heel lang zwaar bewaakt.

Haar twee dochters vertelden eind mei in tv-programma College Tour bang te zijn dat hun moeder écht iets zal worden aangedaan. „Ik maak mij zorgen dat mijn moeder eindigt zoals Els Borst”, zei dochter Janna. Ze riep haar moeder op een andere baan te nemen. Geëmotioneerd zei Kaag na het zien van dat fragment: „Ik luister altijd naar mijn dochters.”

Lees ook dit artikel: Sigrid Kaag geen D66-lijsttrekker bij komende verkiezingen vanwege zorgen om haar gezin

Nooit echt thuis

De veiligheidskwestie is ernstig en zwaar, maar niet de enige overweging voor Kaag om na zes jaar de Haagse politiek te verlaten. Het was een publiek geheim dat ze zich er nooit echt thuis heeft gevoeld en er nooit veel plezier aan heeft beleefd. In oktober 2017 werd de toen 55-jarige Kaag door D66 gevraagd om minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking te worden in Rutte III. Ze had een succesvolle internationale loopbaan achter de rug, als diplomaat voor Buitenlandse Zaken en als onderhandelaar voor de Verenigde Naties. De in Zeist opgegroeide Kaag had het grootste deel van haar leven in het buitenland gewoond, onder meer in Beiroet, Wenen en Jeruzalem.

In die eerste periode als minister leidde Kaag een relatief rustig en onzichtbaar bestaan. Geen grote politieke kwesties die haar portefeuille raakten, veel op reis, weinig voor de camera. Maar na het vertrek van politiek leider Alexander Pechtold, in oktober 2018, werd de roep binnen D66 luider: moest Sigrid Kaag niet de nieuwe partijleider worden? Hoewel ze er niet om te springen leek te staan, werd ze twee jaar later inderdaad tot lijsttrekker gekozen voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2021. Toenmalig fractievoorzitter Rob Jetten deed een stap opzij; hij wordt nu genoemd als Kaags opvolger als partijleider.

De partij zette de campagne in op de persoon Sigrid Kaag: zij kon de eerste vrouwelijke premier van het land worden. Kaag beloofde ‘nieuw leiderschap’. Waar ze aanvankelijk wat aarzelend begon, vond Kaag in de campagne steeds beter haar eigen toon. In televisiedebatten maakte ze indruk tegen haar grote politieke rivaal Geert Wilders.

1 april

Onder leiding van Kaag haalde D66 een grote verkiezingsoverwinning: 24 zetels. Het liet andere progressieve partijen ver achter zich. Tijdens het formatiejaar dat volgde maakte Kaag een paar kardinale beslissingen die haar nog lang zouden achtervolgen.

Bij het ‘1 aprildebat’ over de uitgelekte verkennersnotitie over Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt (‘functie elders’) was Kaag in de positie om Mark Rutte ten val te brengen. Als haar D66-fractie de motie van wantrouwen tegen de VVD-leider had gesteund, was er toen al een eind gekomen aan diens bewind – en lag de weg open voor de door iedereen gewenste nieuwe bestuurscultuur.

Kaag deed het niet. D66 stemde alleen voor de motie van afkeuring. Na afloop van dat debat zei Kaag dat als haar dat zou overkomen, zij uit eigen beweging zou aftreden. Rutte bleef aan en Kaag ging met hem een moeizaam formatieproces in.

Vanaf het moment dat Kaag politiek leider is van D66 wordt ze door politieke tegenstanders voortdurend beschimpt

Eind mei was er een kleine reshuffle in het demissionaire kabinet-Rutte III en nam Kaag de plaats in van VVD’er Stef Blok op Buitenlandse Zaken. Nog geen vier maanden later zag ze zich gedwongen af te treden na een emotioneel debat in de Tweede Kamer over de chaotische evacuatie van ambassadepersoneel uit Afghanistan. De Kamer had nu ook tegen haar een motie van afkeuring aangenomen.

Nog geen twee weken later, eind september, trok Kaag het vastgelopen formatieproces vlot met een besluit dat veel van haar kiezers teleurstelde. Ze liet haar vaak uitgesproken wens voor een „zo progressief mogelijke coalitie” los en liet de ChristenUnie toe tot de finale onderhandeling. Daarmee gaf ze VVD en CDA zicht op hun gewenste voortzetting van het centrumrechtse kabinet. D66 wist weliswaar veel binnen te halen in het coalitieakkoord – op klimaat, stikstof en onderwijs – en Kaag werd vicepremier en minister van Financiën, maar de populariteit van Kaag en D66 daalde. En de sfeer binnen het kabinet werd nooit erg warm of collegiaal. Rutte IV werd een verstandshuwelijk dat de grote ambities die het had, nooit heeft kunnen waarmaken.

‘Kliek van Pechtold’

Naast de vaak zichtbare onvrede over het politieke bedrijf speelde bij Kaag nog iets wat haar diep ongelukkig maakte: ze voelde zich nooit echt thuis bij D66. Als relatieve laatkomer kon ze als partijleider weinig anders dan gebruikmaken van het bestaande legertje aan adviseurs en medewerkers. Daardoor is ze lang blijven leunen op wat op het Binnenhof de ‘kliek van Pechtold’ was gaan heten. Geslepen strategische denkers, bedreven in politieke trucjes.

De rol van deze spindoctors brak Kaag tweemaal pijnlijk op. Haar goed voorbereide HJ Schoo-lezing, in september 2021, werd op het laatste moment door adviseurs aangescherpt met sneren naar VVD-leider Rutte. Kaag had daar later spijt van.

Later die maand verspreidden persvoorlichters van D66 en een Kamerlid de roddel dat informateur Johan Remkes te veel gedronken zou hebben bij een van de vele lange en late vergaderingen aan de onderhandelingstafel. Kaag, die daarbij aanwezig was geweest, distantieerde zich van de roddel en zei intern maatregelen te hebben genomen.

Evenzeer pijnlijk voor Kaag was dat D66 afgelopen jaren in het nieuws kwam met enkele integriteitsaffaires: klachten van grensoverschrijdend gedrag door volksvertegenwoordigers en partijprominenten. Kaag vond dit soort kwesties vooral een partijzaak, maar zag dat het partijbestuur niet adequaat optrad. Omwille van de beeldvorming was de neiging steeds: klein houden. Als politiek leider werd Kaag er wel steeds op aangekeken. Het verzwakte haar pleidooien voor moreel leiderschap, transparantie, een veilige werkomgeving en steun voor vrouwen in het nauw.

De verkiezingsslogan ‘Nieuw leiderschap’ wordt al lang niet meer door D66 in de mond genomen. En de vrouw die deze belofte personifieerde keert nu de nationale politiek de rug toe.

Lees ook deze recensie van een biografie van Sigrid Kaag: Waarom roept Kaag toch zo veel weerstand op?