Maak je eigen ultieme, moderne stilleven met deze alledaagse voorwerpen

In het Museum of the Home in Londen zijn veel alledaagse dingen te zien.

Collage NRC

Spullen & kunst De keukenrol en andere alledaagse dingen zijn niet alleen nuttig, maar kennen ook hun eigen schoonheid en symboliek. Toch komen ze zelden aan bod in de kunst. Ten onrechte.

Op 9 juli 1965 worden er bij een expositie in Enkhuizen onder de naam ‘Algemene tentoonstelling’ twee tandprotheses tentoongesteld. Ze komen uit de mond van niemand minder dan de dichter Jan Hanlo. Neergezet dankzij een ‘speciale schikking’, zoals de catalogus vermeldt, mocht de liefhebber de protheses meenemen voor fl.12,50. Een koopje, want eigenlijk was het geheel volgens Hanlo zelf zeker zeshonderd gulden waard. Los van de waarde was vooral interessant aan deze expositie in cultureel centrum Drommedaris in Enkhuizen dat alles geschikt werd gevonden om tentoongesteld te worden. Zo liet schrijver Marga Minco haar kousen zien en stelde schrijver Bernlef zijn zakdoeken tentoon (respectievelijk met een waarde van 150 en 15 gulden – het geheel had indertijd een koopje kunnen zijn voor de collectie van het Literatuurmuseum).

Behalve de gewoonheid van de dingen die geëxposeerd werden, was ook het verhaal achter de tentoonstelling bijzonder. Het ging niet alleen om alledaagse voorwerpen en andere zaken als oude verhalen of gedichten (niets werd geweigerd), maar ook om de doelstelling een volkomen ‘matheid’ bij de bezoeker te bewerkstelligen na het zien van die expositie. Matheid zou de kijker doen beseffen dat elk voorwerp in het leven een pointe heeft: „een leeg of een bewoond huis dat in brand staat of hetzelfde of een ander huis in de zon of in de regen, de paraplu in de bak of het vliegtuig aan de hemel”, schetste schrijver K. Schippers de bedoeling bij de opening.

Dat de keukenrol bestaat, vind ik elke dag weer een feest

Wat de tentoonstelling indertijd zo aantrekkelijk gemaakt moet hebben, is de ode aan de gewone dingen die werd gebracht. De tandprothese, de kousen, de zakdoek: het zijn voorwerpen waarvan het erg fijn is dat ze bestaan. Je ziet ze soms terug op schilderijen, maar niet vaak en ze vormen zelden het centrale thema van het kunstwerk. Het geldt niet alleen voor de hier aangehaalde voorwerpen, maar voor veel meer. Neem de pannenlap, de ovenwant of de kruimeldief. Om van de keukenrol nog maar te zwijgen. Dat de keukenrol bestaat, vind ik elke dag weer een feest.

Kunst is er om het sublieme te vieren of onze blik te laten kantelen, maar moet die niet ook meer gericht zijn op de schoonheid van het alledaagse?

In het Museum of the Home (een museum over wonen door de eeuwen heen met veel aandacht voor hoe het wonen is afgebeeld in de beeldende kunst) in Londen vinden ze van wel, er zijn veel alledaagse dingen te zien. De spullen in het Museum of the Home bevestigen andermaal hoeveel schoonheid er in gewone dingen zit, en hoezeer het belang van het alledaagse onderschat wordt in de beeldende kunst.

Omdat stillevens zoals we die doorgaans kennen allerlei symbolische knipogen geven aan de kijker, volgt hieronder een lijst van alledaagse voorwerpen met daarbij horende symboliek. Voeg al deze voorwerpen samen en het geheel zal leiden tot een onwaarschijnlijk diepzinnig, gelaagd en symbolisch werk: hét stilleven van de moderne tijd.

Lees ook: Stillevenschilders maken kleine dingen groot

Oploskoffie

Wie het verhaal over globalisering wil vertellen, kan eigenlijk niet zonder oploskoffie. Los van het algemene koffieverhaal over plantages, slavernij en uitbuiting, voegt oploskoffie een extra noot toe aan de globalisering. Oploskoffie werd eind 18e eeuw uitgevonden in Engeland en beleefde een doorbraak tijdens de Burgeroorlog in de Verenigde Staten. Oploskoffie werd echter pas echt een ‘ding’ toen een Nieuw-Zeelander er patent op vroeg, en in Japan de definitieve poedervorm werd uitgevonden. Inmiddels is het een geëmancipeerde en goedkope vorm van koffie voor wie snel een cafeïneshot nodig heeft (in een plastic bekertje).

Symboliek: de prestatiedruk in een 24-uurs economie.

De viewmaster

‘A Front Room in 1976’ meldt het bordje bij een zitkamer in het Museum of the Home. Op de grond ligt een rode viewmaster. De viewmaster is er om werelden te verkennen in je eigen tempo. Wat saai is, is snel weg te klikken, wat gedetailleerd is, kun je zo lang bekijken als je wil. Totaal anders dan werelden verkennen via bijvoorbeeld Netflix: daar moet je op de pauze knop drukken om iets goed te kunnen bekijken. Bij de viewmaster is het andersom: je klikt als je op iets uitgekeken bent, en wat interessant is, kun je zo lang vasthouden als je wilt.

Symboliek: de wereld in je eigen tempo verkennen.

De telefoonklapper

Achterhaald is de telefoonklapper beslist. Maar toch is de schoonheid ervan niet te onderschatten, niet zozeer vanwege de vorm (al is die er in vele vormen en maten), maar door de suggestie die eruit spreekt. Van wie overleden is of ontvriend wordt de naam doorgestreept in plaats van verwijderd als ‘contact’. ‘Weet u zeker dat u dit contact wil verwijderen?’ is een eenmalige vraag op je mobiel. Na de verwijdering wordt de vraag niet meer gesteld, en je wordt dus ook minder geconfronteerd met wie er uit je leven is verdwenen. De telefoonklapper doet dat wel: elke keer dat je pakweg de letter ‘H’ aanklikt, zie je weer de naam van die ene persoon die je ooit hebt verwijderd.

Symboliek: stilstaan bij wie er verdwenen is uit je leven.

Het bonnenboekje

Hoe verbeeld je inflatie? Dat kan met het in beeld brengen van armoede, extravagante etalages of juist lege schappen, stijgende prijzen gesymboliseerd door middel van pijlen in grafieken. Het bonnenboekje of de spaarkaart zijn echter de beste symbolen: ze staan voor spaarzaamheid, voor verlangen naar iets dat in de toekomst ligt, voor het geduld opbrengen en niet toe te geven aan meteen (op de pof) iets kopen. Daarnaast zijn het bonnenboekje of de spaarkaart langer bestand tegen inflatie dan geld. Wie naar de winkel gaat met een volle kaart of boekje krijgt een product mee, maar wie dit zelf wil kopen zonder er voor te sparen, kan zomaar oplopen tegen een prijs die in één nacht hoger is geworden.

Symboliek: spaarzaamheid in tijden van inflatie.

De rollator

De maakbaarheid van de mens – dat is kort samengevat hoe de westerse mens naar zichzelf en de maatschappij kijkt. Wie en wat niet maakbaar is, is verdacht. Probleem is daarbij natuurlijk de vergrijzing: hoe ouder de mens, hoe kleiner de kans op maakbaarheid. We hebben hulpmiddelen, maar het idee dat iemand met een rollator bijvoorbeeld de trein of de bus pakt, hebben we liever niet: een passagier met rollator kost tijd en tijd is geld. De rollator toont het gebrek in elk mens, het verplicht tijd te nemen en biedt het toekomstbeeld waar we liever niet mee geconfronteerd worden.

Symboliek: de vergrijzing in tijden van maakbaarheid.

Het plastic krukje

De kruk, het eenvoudigste zitmeubel dat er bestaat, heeft al eeuwen lang de tand des tijds doorstaan. Krukken zijn er dan ook zat op schilderijen: in de keuken, in het atelier, bij de melkende boer. Sinds krukjes echter van plastic zijn, zijn ze zo goed als verdwenen uit het stilleven. Zonde: het plastic krukje is niet alleen makkelijker te verplaatsen (want lichter), maar blinkt ook uit in eenvormigheid. De al genoemde K. Schippers schreef een prachtige ode aan de kruk, met het eenvoudigste zitmeubel als het middelpunt: „Piano staat vijf meter van kruk / piano naar kruk trekken.” Zet dat maar eens om in een stilleven.

Symboliek: de eenvormigheid van het alledaagse.

De thermostaat

De thermostaat werd uitgevonden om eieren uit te broeden. In 1609 bedacht Cornelis Drebbel een kwikthermostaat voor het ter wereld brengen van kuikens bij een constante temperatuur. Inmiddels staat de thermostaat voor oorlog en klimaatverandering. Op 19 graden moest de thermostaat, nadat Russische troepen Oekraïne waren binnengevallen. Beter voor het klimaat, maar ondertussen is de thermostaat ook verworden tot een huiselijke oorlogsverklaring. De thermostaat als wapen tegen Poetin en tegen de opwarming van de aarde.

Symboliek: solidariteit in tijden van agressie.

De Billy-boekenkast

Wat ooit symbool stond voor teken van eruditie, is inmiddels zo goed als verdwenen uit de huiskamer. De boekenkast is er voor snuisterijtjes en een tikkeltje verdacht als er wel boeken in staan. Wie een boekenkast heeft, is een aansteller en de boekenkast is een stofhapper die symbool staat voor lang vervlogen tijden. Waar je op oude schilderijen nog indrukwekkende boekenkasten ziet, is de Billy-boekenkast het toonbeeld van de emancipatieslag: de boekenkast als toegankelijk meubel voor elk huishouden en als opslagplaats van de goedkope pocket. De Billy-boekenkast van IKEA is de goedkoopste en eenvoudigste boekenkast die er bestaat. Maar voor weinig geld je eruditie tonen behoort nu tot het verleden.

Symboliek: de emancipatie van de boekenkast én de teloorgang van de eruditie.

De keukenrol

Toen mijn zoon op zijn verjaardag een kan limonade omgooide, groeide mijn liefde voor de keukenrol. Terwijl het bezoek dingen riep die het midden hielden tussen ‘pas op’ en gevloek, pakte ik een de keukenrol. Met een niets-aan-de-hand-blik kwam ik binnen met een rol om met dikke vellen de boel te deppen. „Besef je dat je een fase in je leven hebt bereikt dat je blij bent met de keukenrol”, siste mijn broer in mijn oor. Hij zag het gebeuren als de ondergang van het individu of als de omarming van ultieme burgerlijkheid teruggebracht tot een vierkant velletje of zoiets dergelijks. Ik heb er lang over nagedacht of hij gelijk had, maar hij heeft ongelijk. De keukenrol verdient een ode in de (beeldende) kunst. Absorberend, met vrolijke motiefjes, rond als het bij elkaar zit, vierkant als je de vellen afzonderlijk bekijkt: de keukenrol is onovertroffen in vorm en inhoud.

Symboliek: hoe eenvoud in vorm en inhoud samenkomen in elk huishouden.