Sali Hafiz pleegde een bankoverval om bij haar spaargeld te komen. Nu is ze een Libanese volksheld


Reportage

Libanon De Libanese Sali Hafiz (28) overviel haar bank om de kankerbehandeling van haar zusje te betalen. Ze werd een volksheld. „Dit is ons geld.”

Sali Hafiz overviel haar bank met een speelgoedpistooltje van haar neefje om eigen geld op te kunnen nemen.
Sali Hafiz overviel haar bank met een speelgoedpistooltje van haar neefje om eigen geld op te kunnen nemen.

Foto Hassan Ammar/AP

Je bent een vrouw van 28. Je woont in Beiroet. Je jongere zusje heeft hersenkanker. De behandeling kost tienduizenden dollars. Je familie heeft geld, maar dat staat op een bankrekening. Van de bank mag je per maand het equivalent van 400 Amerikaanse dollar in Libanese ponden opnemen. Ze weigeren een uitzondering te maken. Dan zie je een speelgoedpistool. Wat doe je?

Dit is geen filmscript, maar werkelijkheid, het is Libanon. Op de ochtend van 14 september wandelt Sali Hafiz (28) naar haar bank naast het Sodeco-plein in hartje Beiroet. Ze draagt een zwart T-shirt, felgroene sneakers en heeft het speelgoedpistool van haar neefje bij zich.

„Toen ik de bank binnenstapte, dacht ik: kut, dit gaat mislukken”, zegt Sali drie weken later in een café naast diezelfde bank. Ze neemt een trekje van haar e-sigaret. „Ik zette mijn gevoelens uit en trok het pistool. Ik liep naar de manager en zei: ‘Habibi [schatje], ik weet dat mijn geld hier is. Beter geef je het’.”

Een vriend van Sali livestreamt de overval op Facebook. Mensen in de bank beginnen te gillen. Al snel krijgt Sali 14.000 dollar in contanten. Ze eist een bonnetje als bewijs dat het geld van haar familie is en niet is gestolen. Dan wandelt ze de bank weer uit. De politie is nergens te bekennen.

„Toen ik thuiskwam zette ik een bericht op Facebook: ik ga lekker naar Turkije, ciao!”, zegt Sali. Ze barst in lachen uit. „Daardoor trokken alle politieagenten naar het vliegveld om me te zoeken en kon ik ontsnappen naar ons huis in de bergen.”

Kapitaalvlucht

Sali werd een trendsetter. Twee dagen na haar actie vielen nog vijf andere Libanezen hun bank binnen. De een was taxichauffeur, de ander winkelier, weer een ander politieagent. Allemaal waren ze uit op hun eigen spaargeld, dat al drie jaar vaststaat op hun rekening.

Dat zit zo. Libanons economie stortte halverwege 2019 volledig in elkaar vanwege jarenlang wanbeleid, corruptie en massale regeringsprotesten. Sindsdien verloor het Libanese pond 95 procent van zijn waarde ten aanzien van de dollar. Om kapitaalvlucht te voorkomen, beperkten de banken de hoeveelheid dollars die klanten kunnen pinnen (veel Libanezen hebben naast een rekening in Libanese ponden ook een dollarrekening). Daarnaast hanteren ze zeer nadelige wisselkoersen voor klanten die er dan maar voor kiezen om geld van hun dollarrekening te laten uitbetalen in Libanese ponden: hoewel een dollar inmiddels 37.000 Libanese pond waard is (voor de crisis was dat 1.500 pond), krijg je bij het pinnen maar 8.000 pond per dollar.


Lees ook: ‘Wij Libanezen moeten het heft in eigen hand nemen’

„Dat betekent dat je bijna 80 procent van je geld verliest als je gaat pinnen”, zegt Ibrahim Abdallah in een café in Beiroet. Vóór de crisis was hij een succesvol ondernemer. Op zijn telefoon staan foto’s van ritjes in een Bentley en een ontmoeting met de Saoedische koning. Naar eigen zeggen heeft Abdallah miljoenen dollars op zijn rekening staan. „Maar de bank laat me maar 400 dollar per maand opnemen. Daar kan ik niet van leven.”

Protest tegen banken

Inmiddels heeft Abdallah zich ontpopt tot activist. Als woordvoerder van de ‘Vereniging van de Schreeuw van Rekeninghouders’ organiseert hij demonstraties tegen banken en corrupte politici. Ook was hij betrokken bij de actie van Sali, die hij kende van eerdere demonstraties. Toen ze hem vertelde over haar plannen, besloten Abdallah en andere activisten met haar mee te komen om haar te beschermen en de overval te filmen.

„Maar noem ons geen bankovervallers. We bevrijden gewoon ons eigen geld”, zegt Abdallah. Na afloop van de actie gaf zijn vereniging een persconferentie en riep hij andere mensen op om ook hun bank aan te vallen. „We hebben de oorlog aan de banken verklaard.”

De banken en corrupte politici hebben het er zelf naar gemaakt, vindt de activist. Al jaren dwarsbomen ze een door het Internationaal Monetair Fonds (IMF) voorgesteld noodplan om Libanons financiële sector te hervormen. Dat kan de Libanese economie op den duur uit het slop trekken, maar zou op korte termijn grote verliezen opleveren voor de banken en steenrijke politici. Daarom modderen de twee liever door op de bestaande weg.

„De politici vinden zelf toch wel een manier om hun geld veilig te stellen”, zegt Abdallah. „De banken maken voor hen gewoon een uitzondering. Dat is het hele probleem: politici en banken vormen samen één systeem.”

Ondertussen leeft 80 procent van de Libanezen onder de armoedegrens. Het minimumloon is nog geen 20 dollar, terwijl de prijzen van voedsel nergens ter wereld sneller toenemen dan in Libanon. In juni dit jaar stond de voedselinflatie in Libanon volgens de Wereldbank op 332 procent – in Nederland was dat die maand zo’n 11 procent. En een overheid die opdraait voor de kosten van zaken als onderwijs of gezondheidszorg, is er niet. Als iets tegenzit in het leven, is het in Libanon al snel game over.

Dat laatste dreigde Sali en haar familie te overkomen. Acht maanden geleden werd bij een van Sali’s vier zusjes, de 22-jarige Nancy, hersenkanker aangetroffen. De familie verkocht hun auto’s en wist 50.000 dollar bij elkaar te krijgen voor een hersenoperatie, maar het traject is nog lang niet voorbij. Nancy zit in een rolstoel, loopt risico op beroertes en dreigt zonder vervolgbehandeling nooit meer te kunnen lopen.

„Mijn zusje had alle hoop verloren”, zegt Sali. „Ze heeft een driejarig zoontje en begon dingen te zeggen als: ‘Sali, kun jij zijn moeder zijn als ik er niet meer ben?’ Dat was het moment dat ik besloot om onze bank te overvallen.”

Daarvoor had Sali al alle andere wegen geprobeerd, zweert ze. „We hebben de situatie uitgelegd, we zijn een rechtszaak begonnen, we hebben gedemonstreerd, maar het heeft allemaal niets uitgehaald. Wat had ik anders kunnen doen? Een van mijn nieren verkopen?”

Iedereen zegt: ‘Ik wil ook mijn bank overvallen!

Sali putte inspiratie uit een eerdere actie van Bassam al-Sheikh Hussein, een 42-jarige man die in augustus klanten in een bank gijzelde en zichzelf in brand dreigde te steken als hij niet 35.000 dollar van zijn eigen rekening ontving. Ook hij zei het geld nodig te hebben voor een ziekenhuisbehandeling. „Ik dacht: als een man het kan, kan een vrouw het ook”, zegt Sali. „Ik geef net zo veel om mijn familie.”

Hussein en Sali werden nationale beroemdheden. „Ineens had ik 66.000 volgers op Facebook”, zegt de jonge vrouw. „Wildvreemden sturen me berichtjes om te zeggen dat ik een held ben.” Ook Abdallah ontving na afloop van de actie tientallen telefoontjes. „Iedereen zegt: ‘Ik wil ook mijn bank overvallen!’”

Ondanks zijn oorlogsverklaring aan de banken begint dat Abdallah toch een beetje zorgen te baren. „We willen geen geweld”, zegt hij. „Nu al spreek ik met mensen die zeggen dat ze hun RPG [een draagbare granaatwerper] zullen pakken om bankiers te vermoorden. We proberen hen te kalmeren, maar de woede zit diep. Als er niet snel een oplossing komt, ben ik bang dat er doden gaan vallen.”

Boete en reisverbod

Sali is er in ieder geval goed vanaf gekomen. Toen de politie eindelijk aanklopte bij het familiehuis in de bergen, trok ze een abaya (traditioneel vrouwengewaad) aan, propte ze er wat kleren onder en deed ze of ze zwanger was. „De politie wenste me veel succes met de bevalling. Ze dachten dat ik een van m’n zusjes was.”

Pas na de arrestatie van twee bevriende activisten gaf Sali zichzelf alsnog aan. De rechter gaf haar een kleine boete en een reisverbod van zes maanden. „Ik zag in zijn ogen dat hij sympathie voor me had”, zegt Sali. „Hij vroeg me of ik gestolen had. Ik zei: ‘Nee, dit is ons eigen geld.’ En ik had dat bonnetje nog. Dus liet hij me gaan.”

Sali’s zusje krijgt deze week haar vervolgbehandeling. Ze moet er wel voor naar Turkije, want in Libanon zijn de betere dokters allang vertrokken. „Ik zou eigenlijk met haar meegaan om te helpen”, zegt Sali. „Dat gaat niet vanwege het reisverbod, maar wat geeft het. Mijn enige wens is dat mijn zusje weer kan lopen.”