N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie Beeldende kunst
Nostalgische schilderkunst Christoffel Bisschop en Kate Bisschop-Swift waren in de negentiende eeuw zeer geliefd. Hun werk getuigt van grote begaafdheid, maar de nostalgie ervan heeft de tand des tijds niet doorstaan.
De ‘schilder van het schitterend effect’ werd hij genoemd, Christoffel Bisschop (1828-1904). Zijn werk was rond het derde kwart van de negentiende eeuw ver buiten Nederland beroemd, er werden gravures, tegeltableaus van gemaakt, een zelfportret hangt in het Uffizi in Florence bij de meesterschilders. Waarom kennen we hem dan niet meer? Het Fries Museum in Leeuwarden probeert antwoord te geven op die vraag.
Bisschop en zijn vrouw Kate Bisschop-Swift (1834-1928) leefden eigenlijk in de verkeerde tijd. Niet alleen hanteerden ze allebei een schilderstijl die beter had gepast in de tijd van Rembrandt en Vermeer, ook in hun dagelijks leven hunkerden ze naar vroeger. Met name Christoffel verzamelde al op jonge leeftijd fanatiek kunst en antiek. Dat was toen niet uitzonderlijk: halverwege de negentiende eeuw was er een golf van nostalgie, aangewakkerd door de snelle veranderingen van de Industriële Revolutie.
Zijn schilderstijl viel daardoor in de smaak, maar de doorbraak kwam pas echt toen hij Hindeloopen ontdekte. Bisschop had een voorliefde voor heldere kleuren en was dus verrukt over de klederdracht en interieurs in het piepkleine Friese stadje.
Een documentair schilder was hij niet. Al in zijn tijd was Hindeloopen veel minder kleurrijk dan hij het voorstelde – uit inventarislijsten van woningen blijkt dat veel meubels gewoon onbeschilderd waren. Bisschop koos voor wat het fraaiste beeld opleverde, en romantiseerde erop los. Zo is de jonge vrouw die op Winter in Friesland wacht tot haar tweede schaats geslepen is, in blauw en zwart gehuld: rouwkleuren in Hindeloopen. Maar waarom draagt ze dan wel een rode rok?
Dat Bisschop een zeer begenadigd kunstenaar was, staat buiten kijf. Het portret van John Lothrop Motley is zo levend dat de Amerikaanse historicus je met zijn helderblauwe intelligente ogen rechtstreeks vanuit 1872 aankijkt; De Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen toont een rouwende jonge moeder en meelevende vrouw bij een lege Hindelooper wieg – niet vaak is zuigelingensterfte zo gevoelig in beeld gebracht. Maar de kunstgeschiedenis heeft hem ingehaald: vernieuwende tijdgenoten als Monet en Van Gogh hebben hun stempel gedrukt op de periode dat Bisschop zijn werk maakte.
Scherp oog voor compositie
Voor zijn echtgenote Catherine Swift, als kunstenaar bekend als Kate Bisschop-Swift, werkte uiteraard extra tegen dat zij een vrouw was. Wie haar werk vergelijkt met dat van haar man – wat in de tweede zaal van de tentoonstelling gemakkelijk kan in een mooie verzameling schilderijen van hun beider hand – ziet meteen dat dat van haar niet onderdoet in kwaliteit. Huwelijksinzegening in de kerk van Scheveningen, met een stel in klederdracht omringd door familie; Brieflezende vrouw, met lichtval vanachter de lezende figuur; en Baby’s ontbijt, een lief samenzijn van een moeder met twee kinderen; al deze werken verraden een uitmuntende beheersing van haar vak en een minstens zo scherp oog voor compositie. Maar Bisschop-Swift diende zich wel te beperken in haar onderwerpkeuze. Bij haar dus meer kinderen en huiselijke taferelen.
Schilderijen van het stel vormen ongeveer de helft van de expositie. De andere helft is ingeruimd voor hoe de Bisschops leefden. Het paar was wat het museum ‘kunstenaarsadel’ noemt: in 1882 kochten ze een villa in hofstad Den Haag. Die doopten ze Frisia, naar de geboortegrond van Christoffel, die uit Leeuwarden kwam. Contacten met de koninklijke familie leverden nieuwe opdrachten en vriendschappen voor het leven op, Kate was persoonlijk bevriend met koningin Sophie en Elisabeth zu Wied, de latere koningin van Roemenië.
Dat blijkt uit de zaal waar sieraden en cadeautjes van de Zu Wieds en Oranjes aan de Bisschops zijn gecombineerd met portretten van prominenten. Het oog valt meteen op het portret ten voeten uit van Wilhelmina in een wit met hemelsblauwe japon – de kind-koningin had zelf aan Bisschop gevraagd haar te schilderen, als cadeau voor haar moeder. Maar het meest opmerkelijke is de rijkdom van alle objecten in de ruimte, van fluwelen galakleding tot met edelstenen bezette gouden juwelen: aan het einde van de negentiende eeuw vertoefde de Europese adel nog in een opulentie die voor de gewone mens onvoorstelbaar was.
Prulletjes
Tegen de tijd dat Christoffel overleed, in 1904, was de verzameling kunst en antiek dusdanig, dat Kate vond dat die voor toekomstige generaties bewaard moest blijven. Ze schonk het geheel aan de provincie Friesland, om onder te brengen in het Fries Museum. Decennialang had het museum zes ‘Bisschopkamers’, nagebouwd uit de villa Frisia en volgepropt met kunst, antiek en religieuze voorwerpen. Pas bij de nieuwbouw aan het Wilhelminaplein, het huidige Fries Museum, kwam een einde aan de invloed die de collectie van de Bisschops in het museum had. Voor deze expositie is er uiteraard rijkelijk uit geput.
Alles bij elkaar is het een wat curieuze tentoonstelling; kunst, van zeer commercieel tot hoogstaand, gecombineerd met cultureel erfgoed – maar ook: prulletjes uit de negentiende eeuw. De tastbare erfenis van de Bisschops drukt iets te veel een stempel.
Een belangrijker misser is de belichting van de schilderijen. Sommige kleinere, zeer gedetailleerde werken van Bisschop zijn hoog aan de muur gehangen in de schilderijenverzameling. Het licht van de spots op onder andere Schaakmat en De kus maakt de glanzende verf tot een blok wit. Maar met een stap naar achter zijn de verfijnde details weer niet goed zichtbaar. Hopelijk wordt de belichting van deze delicate werken nog aangepast.