Onderzoek: het woningtekort houdt nog jaren aan

Huizentekort Volgens onderzoeksbureau ABF Research is de situatie op de Nederlandse woningmarkt het afgelopen jaar verslechterd. Onder meer door de komst van Oekraïense vluchtelingen is het acute woningtekort gestegen.

Woningen in aanbouw in het Brabantse Boxtel.
Woningen in aanbouw in het Brabantse Boxtel. Foto Robin van Lonkhuijsen/ANP

De komende jaren blijft in Nederland een groot tekort aan woningen bestaan. De voorraad neemt maar beperkt toe, terwijl de bevolking onverwacht snel groeit. Dat blijkt uit onderzoek van het bureau ABF Research, dat jaarlijks voor onder meer provincies, ministeries en brancheverenigingen de situatie op de woningmarkt analyseert.

Het afgelopen jaar is die situatie door diverse oorzaken verslechterd. Zo kwamen er 90.000 Oekraïense vluchtelingen naar Nederland en steeg het aantal arbeidsmigranten en asielzoekers fors. In totaal nam de Nederlandse bevolking met 225.000 personen toe, wat de woningbouw bij lange na niet kon bijbenen. Zo nam het acute woningtekort met 75.000 huizen toe tot 390.000.

Deze ontwikkelingen hebben hun weerslag op het aantal woningen dat de komende jaren nodig zal zijn. Volgens ABF zijn er tussen 2022 en 2030 zo’n 981.000 woningen nodig om het grootste tekort op te lossen, meer dan de 900.000 uit het Programma Woningbouw van demissionair minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, CDA). Maar juist bij de bouw van nieuwe huizen voorzien de onderzoekers relatief weinig voortgang, onder meer door gestegen bouwkosten en maatregelen die investeren in huurwoningen minder aantrekkelijk maken.

Het bouwtempo gaat naar verwachting pas omhoog na 2025. Daardoor zal de grote krapte op de woningmarkt zeker tot 2027 aanhouden, aldus ABF. De onderzoekers baseren zich onder meer op het aantal woningen in aanbouw plus het aantal aangevraagde bouwvergunningen. Ze verwachten dat tussen 2023 en 2030 nog zo’n 744.000 huizen gebouwd worden. Daarmee blijft de markt ook na 2027 krap, hoewel de grootste spanning dan iets is afgenomen.

Kleiner huishouden

Wat ook een grote rol speelt bij het tekort aan woningen, is de kleinere omvang van huishoudens. Door de vergrijzing neemt het aantal alleenstaande ouderen toe. Ook groeit het aantal alleenstaanden. De gemiddelde omvang van een huishouden krimpt sneller dan verwacht: de verwachting is dat huishoudens in 2034 gemiddeld 2,06 personen tellen, waar vorig jaar nog werd uitgegaan van 2,08 in 2037. Ter vergelijking: in 2006 telde een huishouden gemiddeld 2,26 mensen.

ABF wijst erop dat het overheidsbeleid om maximaal 135.000 mensen in verpleeghuizen op te nemen, ook leidt tot een grote vraag naar woningen in de komende jaren. Veel ouderen moeten immers langer thuis blijven wonen. Een verbeterde rekenmethode heeft er bovendien toe geleid dat het aantal beschikbare woningen nu zo’n 40.000 stuks lager blijkt te liggen.

In zijn onderzoek waarschuwt ABF ervoor dat de cijfers met veel onzekerheden zijn omgeven. Zo groeit de bevolking volgens de onderzoekers voor een toenemend deel door migratie, en juist die laat zich lastig voorspellen.

Het is overigens niet zo dat een ‘gezonde’ woningmarkt geen woningtekort kent. De onderzoekers beschouwen een tekort van ongeveer 2 procent van de woningvoorraad als goed voor een redelijk ontspannen woningmarkt. Het tekort bedraagt nu echter 4,8 procent.

Om op een tekort van 2 procent te komen, zouden per direct 223.000 woningen bijgebouwd moeten worden. De verwachting is echter dat er dit jaar slechts 95.000 woningen bijkomen, en in 2025 nog maar 78.000. Een tekort van 2 procent verwacht ABF pas in 2041.