N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie Boeken
Zhang Yueran Haar nieuwe roman is een bijzonder boek, waarin ze de macabere details niet schuwt. Het verhaal is duidelijk verankerd in de historische ontwikkelingen van China sinds de Culturele Revolutie.
Twee levens, getekend door een geheim. Dat is simpel gezegd de insteek van De spijker, de roman van de Chinese schrijfster Zhang Yueran, die in eigen land en internationaal zéér is geprezen, onder andere door schrijver Ian McEwan. Wanneer jeugdvrienden Li Jiaqi, kleindochter van een beroemd cardioloog, en Cheng Gong, kleinzoon van een man die een groot deel van zijn leven vegeterend in een ziekenhuis heeft gelegen, elkaar na elf jaar weer ontmoeten, is dit geheim de reden voor een lang gesprek. ‘Laten we erover praten, voor het eerst en voor het laatst, en alles wat met dat geheim te maken heeft in deze avond achterlaten.’
In een lange sneeuwnacht ontspinnen zich hun levens. De twee halen herinneringen op aan hun kindertijd en praten elkaar bij over het reilen en zeilen sinds hun laatste ontmoeting. Omdat Zhang het boek zo heeft gestructureerd dat we om en om een hoofdstuk van de twee hoofdpersonages lezen, voelt het voor de lezer nauwelijks als een gesprek. Ieder hoofdstuk is veeleer een monoloog en dat is veelzeggend, want in feite overheerst stilzwijgen de hele roman. Mensen praten wel met elkaar, maar niet over de echt belangrijke zaken. Ook de jonge Jiaqi en Gong, beiden enig kind vanwege de eenkindpolitiek, zwijgen over wat ze echt bezighoudt, zodat ze als pubers uit elkaar groeien, geholpen door de omstandigheden.
De hele roman ademt een beklemmende sfeer. Dat komt niet door de ontrafeling van het mysterie – waarover de goede lezer al snel z’n vermoedens heeft – maar doordat de roman overtuigend laat zien hoezeer een dramatische gebeurtenis doorwerkt op het leven van alle betrokken individuen én hun nakomelingen, hoe de geschiedenis zijn stempel drukt op latere generaties. En die impact is extra groot vanwege de stilte, vanwege het negeren van het verleden. Kinderen lopen tegen een muur, ze tasten in het niets. In China hangt dat voor de laatste generaties vooral samen met de Culturele Revolutie en zijn nasleep, maar zwijgen over grote trauma’s is op zich natuurlijk een herkenbaar gegeven, iets van alle tijden, plaatsen, culturen – kijk bijvoorbeeld naar de Tweede Wereldoorlog of het slavernijverleden.
Mist zonder einde
Een passage uit een van de hoofdstukken van Gong is veelzeggend: ‘De dikke, grauwe mist zonder einde. Misschien was dat wel het meest ware beeld van mijn kindertijd. We liepen door een mist geweven van geheimen, verloren voortstappend, zonder de weg die voor ons lag te kunnen zien en zonder te weten waar we heen moesten. Pas toen we jaren later volwassen waren, leek het alsof we eindelijk de mist uit waren gekomen en de wereld helder zagen. Maar dat was niet zo. We droegen de mist om ons lichaam mee, als een cocon.’ Niet voor niets is ‘Cocon’ de oorspronkelijke Chinese titel van deze roman, die in het Nederlands is vervangen (vermoedelijk omdat het woord bij ons heel andere connotaties oproept). Die cocon van mist, symbool voor alle geheimen, voor al het zwijgen, gaat niet weg.
Een gevoel van verlorenheid komt op verschillende niveaus terug bij alle personages. Het leidt ook tot filosofische vragen over een leven zonder hoop, over het zoeken naar waarde in je eigen bestaan, over het bestaan van een ziel, die Gong ertoe brengt een ‘zielofoon’ te willen uitvinden. Maar misschien komt de verlorenheid het beste tot uitdrukking in de obsessieve relatie van Jiaqi tot haar vader, een zwijgzame man naar wiens liefde ze als kind al hunkert.
Zijn liefde en erkenning blijft ze haar hele leven missen en najagen, tot lang na zijn vroege dood. Heel symbolisch wordt Jiaqi precies voor het eerst ongesteld in de nacht dat hij sterft. Dat is een vrij gedurfde wending die bij mindere schrijvers misschien niet geloofwaardig zou zijn, maar Zhang heeft een goede pen. Ze heeft in alle opzichten een knappe en indringende roman afgeleverd, in de behandeling van het onderwerp, de verhaallijnen, structuur en schrijfstijl. Dat alles samen maakt de roman een bijzonder boek. Dat die ook in het Nederlands goed werkt is natuurlijk te danken aan vertaalster Annelous Stiggelbout, die Zhangs zinnen trefzeker in het Nederlands heeft omgezet.
Macabere details
Het meest kenmerkend voor Zhangs stijl zijn de veelvuldige beschrijvingen en pakkende beelden, waarbij ze soms ook macabere details niet schuwt. Die stijl is herkenbaar van haar verhalenbundel Tien liefdes, waarmee we al eerder konden kennismaken. En ook hier is ze weer op dreef: een litteken als een rondkruipende duizendpoot onder een dunne huid; een huwelijk als een schooluniform; ‘Het past nooit echt goed, maar je moet het toch de hele tijd dragen’. Groentes en vlees die elk in hun eigen vakje van een hotpotpan rondkolken, ‘zoals verschillende mensen elk leven in hun eigen bestaan’, maar uiteindelijk op hetzelfde uitkomen. Het zijn slechts een paar voorbeelden van Zhangs verbeeldingskracht. In Tien liefdes was Zhang humoristischer en absurdistischer, maar De spijker is, behalve zwaarmoediger, ook diepgravender, juist omdat het verhaal zo duidelijk verankerd is in de historische ontwikkelingen van China sinds de Culturele Revolutie.
In Tien liefdes waren moeizame relaties een hoofdthema en ook in dat opzicht verdiept Zhang zich hier. Via contrasterende personages – Jiaqi en Gong, Jiaqi en haar nichtje Peixuan, de twee opa’s, en vele anderen – reflecteert ze op verschillende aspecten binnen diverse relaties (tussen partners, vrienden, geliefden, familieleden) en met elementen als kwetsbaarheid, wreedheid en onverschilligheid, maar ook een groot verantwoordelijkheidsgevoel jegens de ander. De meeste personages, en zeker Jiaqi en Gong, verenigen al die aspecten in zich. Niemand is eendimensionaal, ook de opa’s niet, en dat maakt de roman als geheel des te overtuigender.
Er wordt weinig gelachen in De spijker en er is weinig plezier. Er is de nodige liefdeloze seks en er is een groot onvermogen tot liefhebben. ‘Li Jiaqi, heb je enig idee wat liefde is?’ roept haar partner, die haar met veel geduld steunt in haar zoektocht in het leven, op zeker moment dan ook uit. Het antwoord werd in feite al veel eerder in de roman gegeven door een ander personage: ‘Verknipte mensen kennen alleen verknipte liefde.’ Misschien is dat de kern van deze lijvige roman. Uiteindelijk moet in De spijker iedereen het in z’n eentje zien te rooien. Of Jiaqi en Gong er echt in zullen slagen het verleden van zich af te gooien, dat blijft in het midden.