N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Debat kabinetsval In de Tweede Kamer maandag worstelden partijen om een lofzang op de vertrekkende Rutte te combineren met inhoudelijke kritiek. Vanaf de publieke tribune keek Rita Verdonk mee.
Het is maandagmorgen en op de publieke tribune van de grote debatzaal van de Tweede Kamer zit Rita Verdonk, zeventien jaar geleden de politieke aartsrivaal van Mark Rutte. Een half uur eerder heeft hij „iets persoonlijks” gedeeld met de Kamer. „Bij het aantreden, na de verkiezingen, van een nieuw kabinet, zal ik de politiek verlaten.” Hij had het, zei hij ook, een dag eerder besloten en verteld aan zijn partijvoorzitter en de VVD-fractievoorzitters in de Tweede en Eerste Kamer. De andere VVD’ers, in de bankjes tegenover hem, hoorden het voor het eerst, tegelijk met de rest van de Tweede Kamer. Vlak na zijn mededeling, toen het debat even werd gepauzeerd, kregen de liberalen achter gesloten deuren een toelichting van Rutte. De ene na de andere VVD’er vertrok daarna met uitgestreken gezicht uit de fractiekamer, bijna niemand wilde iets zeggen.
Naast Verdonk, op de tribune, zit Yusuf Serkan Kunduz (17), in Rijnmond lid van de JOVD, de jongerenorganisatie van de VVD. Hij was vier toen Rutte premier werd, en dat de VVD’er na de verkiezingen stopt, noemt hij „logisch”, en ook „emotioneel”. Hij spreekt Verdonk aan: „Wat een grote staatsman, hè, die Rutte.” Verdonk blijft even stil. „Hij heeft internationaal veel goeds gedaan”, zegt ze bedachtzaam. „Maar ons land staat er niet goed voor, met de ene crisis na de andere.”
Lees ook dit artikel: Dertien jaar minister-president Mark Rutte in beeld
Verdonk had het in 2006 opgenomen tegen Mark Rutte in de strijd om het lijsttrekkerschap van de VVD. Die strijd ging er heftig aan toe. Verdonk verloor, en nadat ze kritiek op hem en de partij bleef uiten, werd zij door Rutte uit de VVD-fractie gezet. Waarom ze maandag naar de Tweede Kamer was gekomen? „Intuïtie”, zegt ze met een lach.
Een reeks vertrekkers
Het vertrek van Rutte is er één in een reeks. Op maandagochtend maakt eerst CDA-leider Wopke Hoekstra via De Telegraaf bekend dat hij niet terug zal keren als lijsttrekker. De door interne kritiek geplaagde CDA’er had eerst de krant geïnformeerd en pas daarna zijn eigen partij. CDA-voorzitter Hans Huibers en fractievoorzitter Pieter Heerma werden zondagavond, rond de tijd dat De Telegraaf naar de drukker gaat, pas door Hoekstra gebeld.
Later op de ochtend maakte ook Pieter Heerma bekend dat hij na de verkiezingen niet terugkeert in de Kamer. Heerma, bijna elf jaar Tweede Kamerlid, zei dat het „tijd is voor een nieuwe generatie”.
Al die aankondigingen, vooral die van Mark Rutte: partijen leken zich er in de grote zaal en de wandelgangen even geen raad mee te weten. Sommigen hadden er rekening mee gehouden dat Rutte nog een keer mee zou doen als lijsttrekker voor de VVD, en dus in de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen de gedroomde tegenstander zou zijn. Nu dat niet meer kan, viel maandag te horen, ligt het speelveld weer open.
En dat partijen er nog niet helemaal uit waren wie ze dán als tegenstander op moesten zoeken, bleek wel in het debat over de val van het kabinet. Caroline van der Plas van de BoerBurgerBeweging, even groot als de VVD in de peilingwijzer (een afgewogen gemiddelde van I&O Research, Ipsos en Kantar Public), werd nul keer geïnterrumpeerd. VVD-fractievoorzitter Sophie Hermans kreeg daarentegen de meeste vragen uit de Kamer. En niet alleen van de oppositiepartijen. Ook coalitiepartijen D66 en ChristenUnie leken de onderhandelingen van de afgelopen weken dunnetjes over te willen doen in de Tweede Kamer. En wat opviel: in het kabinetsvak leek Rutte maar half mee te luisteren. Hij was bijna het hele debat lang druk met zijn telefoon.
Teruggetrokken moties
Afgelopen dagen hadden oppositiepartijen geprobeerd de spanning op te bouwen. PVV-leider Geert Wilders kondigde aan een motie van wantrouwen in te dienen, GroenLinks en Partij van de Arbeid ook. De twee linkse partijen wilden dat een ‘zakenpremier’, iemand die onafhankelijk is, het tot aan de verkiezingen zou overnemen van het demissionaire kabinet. Maar na de mededeling van Rutte werd geen van de moties ingediend.
Wat wel zichtbaar was: de worsteling van veel partijen om een lofzang op de demissionair premier te combineren met kritiek op het beleid van zijn kabinet(ten). Zo bedankte PVV-leider Geert Wilders hem voor zijn „tomeloze inzet voor Nederland”, om in één adem door te gaan met zijn kritiek op kabinet-Rutte IV, dat volgens hem „de geschiedenis zal ingaan als de club die onze nationale trots van boeren en vissers kapot wilde maken”. Bij ieder compliment legde Rutte zijn hand op zijn hart, of knikte hij de fractievoorzitter toe. Bij kritiek keek hij weg. Lilian Marijnissen van de SP wenste hem „veel succes met alles wat nog op zijn pad gaat komen” maar zei ook dat zijn vertrek „voor Nederland goed nieuws is”. Attje Kuiken van de PvdA was „vorige week boos”, maar „dat neemt niet weg dat ik mijn respect wil tonen”. Nu het kabinet demissionair is en Rutte na de verkiezingen stopt, zei ze ook, „is de politieke angel eruit en ontstaan er weer ruimte en lucht om de komende weken en maanden te doen wat nodig is”.
Toen de beurt aan Rutte was, reageerde hij grappend. „Buitengewoon aardig wat er gezegd is. Maar de kist staat nog boven de grond, ik ga pas weg als er een nieuw kabinet is, het orgel speelt nog niet.”