N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie Muziek
Festival Klaterklanken Klassieke muziek plus een lommerrijk landgoed: dat is festival Klaterklanken. De combinatie van wandelen en korte optredens werkte rondom kasteel Groeneveld wederom goed.
Je loopt door het bos, er klinkt een magisch gezoem, en voorbij een bocht in het pad zie je ze opeens zitten: vier jonge vrouwen op de grond, ruggen tegen elkaar, wiegend als een zeeanemoon. Dat is de aantrekkingskracht van Klaterklanken, een kleinschalig festival dat klassieke muziek in het landschap integreert. Klaterklanken vindt iedere zomer plaats op verschillende landgoederen en buitenplaatsen, zoals Elswout bij Overveen en Rozendael in de buurt van Arnhem. De eerste editie van deze zomer was zaterdag rondom kasteel Groeneveld bij Baarn, een nieuwe locatie voor het festival.
De vier vrouwen in het bos zijn zangeressen van NKK NXT, het talententraject van het Nederlands Kamerkoor. Hun performance, een prachtige improvisatie langs uiteenlopende muziektradities, met in het hart een Grieks wiegelied, maakte deel uit van de concertwandeling. Die vormt de kern van Klaterklanken: een kleine anderhalf uur struin je zeer behapbare afstanden door de natuur en tussendoor word je vergast op korte optredens van veelal jonge musici.
Miniatuuroptredens
Zo speelde cellotalent Pieter de Koe delen uit de Eerste cellosuite van Benjamin Britten, in evocatief samenspel met danser Uri Eugenio. Zij stonden wel wat ver van het publiek, terwijl de nabijheid de miniatuuroptredens juist zo bijzonder maakt. Bij Joost Willemze kon je zijn harp bijna aanraken; hij gaf onder meer een virtuoos-romantische uitvoering van The Colorado Trail van Marcel Grandjany. De drie altviolisten van 3Violas componeerden zelf mooie minimalistische muziek op basis van de bomengeluiden die kunstenaar Bert Barten hoorbaar heeft gemaakt.
Bomenmuziek, maar dan anders, componeerde ook stercomponist Caroline Shaw voor het Ragazze Quartet. In een concert van een uur in de binnentuin combineerden de Ragazze delen uit Shaws The Evergreen met het Vierde strijkkwintet van Mozart, bijgestaan door altvioliste Sofie van der Schalie. Het terrein van kasteel Groeneveld is compacter dan bijvoorbeeld dat van Elswout, en in het intiem-druppelende deel ‘Water’ van Shaw interfereerde een opzwepend miniatuurtje uit het bos aan de overkant. Dat hoort een beetje bij de opzet. De grote zandbak in de binnentuin (voor tenminste één driejarige het hoogtepunt van het festival) bleef voor de duur van het concert wél gesloten. Lastiger dan omgevingsgeluiden waren de meteorologische omstandigheden: violen zijn nu eenmaal niet gebouwd voor een broeierige atmosfeer van dertig graden. De pittoreske setting compenseerde die hindernis ruimschoots. Het was „hard werken”, zeiden ze na afloop, maar de Ragazze, tussendoor veelvuldig stemmend, speelden prachtig.
Vrolijke gezinsvoorstelling
Het Epos Ensemble en acteur Benjamin Murck brachten net als vorig jaar een vrolijke muziektheatervoorstelling voor het hele gezin: Boutje van de Rommelberg, geregisseerd door Lotte van Dijck. Vooraf waarschuwde Murck: er was geen touw aan vast te knopen, het verhaal dat ze gingen vertellen. Dat bleek wel mee te vallen, al was Boutje, gebaseerd op het gelijknamige (en bekroonde) boek van Mirjam Oldenhave en Rick de Haas, een ander soort voorstelling dan het hilarische en meer plot-gedreven De wraak van Lorre in 2022. Toen was er sprake van een gestolen papegaai die opera kon zingen; nu was Boutjes vader door een misverstand in de gevangenis beland.
Het verhaal van Boutje moest het vooral hebben van de onverwachte wendingen en maffe personages. De grootste attracties bleven de innemende verteller Murck, die de gave bezit zijn gehoor onnadrukkelijk te betoveren, en de vijf blazers van het Epos Ensemble, die allerlei bijfiguren vertolkten én als één organisme musiceerden. Geestigste les: als je op het losse mondstuk piept en de pijp op de grond richt zijn blaasinstrumenten net metaaldetectoren.