Lichte liedjes van PJ Harvey, over kikkervisjes en dauwsluiers tussen de bomen

Recensie Muziek

De Britse zangeres PJ Harvey baseerde haar nieuwe album op haar eigen dichtbundel, Orlam. Na nummers over oorlog en verwoesting in het verleden zingt ze nu over de velden en bossen in haar woonplaats.

PJ Harvey op Down the Rabbit Hole, in 2016.
PJ Harvey op Down the Rabbit Hole, in 2016. Foto Andreas Terlaak

PJ Harvey is een elf, een heks, een sirene. PJ Harvey is een muzikale innovator, een onverdroten vragensteller. Haar stem laat ze kraken, snerpen, fluisteren over onderwerpen die ze belangrijk vindt. De vragen die ze zich de afgelopen tijd stelde waren persoonlijk: ‘Wat is mijn rol als zangeres?’ en ‘Wat wil ik na al die jaren nog zeggen?’.

In de carrière van Polly Jean Harvey, die begon met debuutalbum Dry (1992), was herhaling een taboe. Steeds zoekt ze, vertelde ze in een interview, „de glans van de eerste keer”. De zangeres/gitariste (in 1969 geboren in Bridport, aan de Britse zuidkust) koos rauwe songs op haar debuut, daarna bluesy gitaren, kekke rock, Tom Waits-achtige inventiviteit en, uiteindelijk, een wrange stijl op The Hope Six Demolition Project. Haar uiterlijk veranderde mee. Ze begon schijnbaar bedeesd in zwarte kleding, verscheen daarna als diva met aanplakwimpers en fluorescerende legging. Ten tijde van haar album Let England Shake (2011) trad ze op in het kostuum van een sjamaan, met een kroon van zwarte veren.

Voor haar nieuwe, tiende album, met de mysterieuze titel I Inside The Old Year Dying, vond Harvey weer nieuw terrein. Na zich op twee albums nadrukkelijk op de buitenwereld te hebben gericht keerde ze terug naar de binnenwereld. Harvey koos onderwerpen dichtbij: zichzelf en wat zich in de buurt bevindt, zoals bos, veld, stenen in haar woonplaats aan de kust van Dorset. Ze vertelt over kruipend mos, natte schapen en rookpluimen boven het veld.

I Inside… is luchtiger dan voorgaande albums, zoals het door krassende gitaar gekenmerkte The Hope Six… Harvey en vaste muzikale partner John Parish creëerden een reidans van klank, waarin naast Harveys stem ook het bijzondere geluid van de variophon (electronisch blaasinstrument), piano of gedempte koorzang aandacht krijgen.

De muziek biedt een doornig pad afgewisseld met glooiende weiden. Soberheid gaat over in grimmig geruis en geknars dat weer wordt vervangen door een eenzaam piepend orgel of een hoekige gitaar.

Soberheid gaat over in grimmig geruis en geknars dat weer wordt vervangen door een eenzaam piepend orgel of een hoekige gitaar

Typische Polly-stem vermeden

Harveys zang laat nieuwe expressie horen. De ‘typische Polly-stem’ die haar makkelijk afgaat moest vermeden worden, besloot ze. Hier zou ze klinken als een oude vrouw, als een kermend dier, of onherkenbaar laag. Maar daaronder vibreert toch de dierbare Harvey-klank, die eigenwijze klemtonen legt en de aangeboren tederheid niet kan verbloemen.

De stijl van I Inside… was een directe reactie op Harveys ervaringen ten tijde van haar vorige album. Voor dit ambitieuze The Hope Six Demolition Project, dat behalve een album ook een film en een dichtbundel opleverde, reisde ze samen met documentairemaker Seamus Murphy enkele jaren langs (voormalig) oorlogsgebied in Kosovo en Afghanistan, en naar probleemwijken in Washington DC. Haar teksten inventariseerden de misère en problemen die ze had aangetroffen.

Het verschijnen van het album en de bijbehorende tournee leidden tot emotionele uitputting, vertelde ze in een interview, mede door de boze reactie van de (voormalige) burgemeester van Washington op haar beschrijvingen van drugsverslaafden en armoede in een van de buurten.

Na deze periode wist ze niet hoe ze zich voortaan wilde uitdrukken. Ze volgde een dichtcursus bij de Schotse dichter Don Paterson, waar haar onverhulde uiterlijk de beste vermomming bleek: niemand herkende de zangeres die toch als enige Britse muzikant twee keer de belangrijke Mercury Prize ontving.

De cursus leidde tot haar vorig jaar verschenen tweede dichtbundel Orlam. En toen Harvey zich daarna afvroeg waar haar nieuwe album over zou gaan, bleek het werk al klaar: de gedichten werden songteksten.

Natuur en weersgesteldheid

Nu geen oorlog en verwoesting meer maar liedjes over kikkervisjes en dauwsluiers tussen de bomen. Ze heeft het over natuur en weersgesteldheid, in het archaïsch klinkende dialect van haar eigen Dorset. We horen over as, aarde en kevers maar ook over jongens die meisjes willen zijn en kinderen die vrouw worden, als ‘varens die zich ontrollen’. De vertaling van sommige woorden staat gelukkig in het tekstboekje, want wie wist anders dat ‘engripement’ staat voor grievance en ‘heftul’ voor hot?

Harveys nummers gaan over verborgen geheimen en verlangens overwoekerd door mos en opschietende gewassen – waarmee ze zowel de kracht van de natuur als het voorbijgaan van de tijd oproept. Je ziet de vuurtjes smeulen in het veld, hoort het groen de geluiden dempen. Het is de vraag waarop ze doelt, inderdaad op de natuur of toch haar eigen innerlijk? Branden de vuurtjes binnen in Polly Jean Harvey? Is het daar dat gevoelens worden ingekapseld?

Uiteindelijk blijkt ook Harveys frivole kant, uit de verwijzingen naar jeugdliefde Elvis. Als een goddelijke figuur (Elvis in Dorset-accent betekent ‘all wise’) dwaalt hij door een aantal songs. Zijn liedjes (‘Love Me Tender’, ‘Are You Lonesome Tonight’) worden geciteerd, zijn favoriete snack – de bananenpindakaassandwich – is present.

Wat Polly Jean Harvey na dertig jaar als zangeres ‘nog’ wil zeggen, laat zich niet simpel interpreteren. Maar de manier waarop Harvey haar woorden prevelt of tiert, hoe ze de instrumenten schots en scheef om de zang drapeert en de doorkijkjes die ze biedt op velerlei mysteries, zijn van een grote schoonheid. Bij Harvey is iedere emotie te horen in haar stem. Van rafelig tot koesterend tot een klank met zaagtanden. Het zijn niet de natuur, stenen, het mos of de doornen die we horen. Het is haar ziel die zingt.

Live: 6/10, 7/10 Paradiso, Amsterdam.