Robuuste muzieklegendes, urgente Britse MC’s en schitterende jazzvrouwen op eerste dag van North Sea Jazz

Festivalverslag Lange rijen stonden er voor oudgedienden als Mavis Staples en Van Morrison op de eerste festivaldag van North Sea Jazz. Daar klonk ook de indrukwekkende Diaspora Suite, schitterden veel jazzvrouwen en stond Britse rap centraal.

Little Simz.
Little Simz. Foto Andreas Terlaak

Wat een typisch, prettig vertrouwd beeld is het toch altijd op North Sea Jazz: jazzmuzikanten, minstens zo devoot als het publiek, luisterend bij optredens van collega’s. Bassist en vocalist Esperanza Spalding, de artist-in-residence van deze festivaleditie, kon haar lichaam nauwelijks stil houden bij het concert van de baanbrekende drumster Terri Lyne Carrington. Alles bewoog ritmisch mee. Plots sprong Spalding op, verdween, om tien minuten later ook met contrabas bij de sterke vrouwenband op het podium te staan. Dat werd een optreden dat alles had wat je zoekt in jazz: avontuurlijke ritmestructuren, sterke instrumentalisten en een verhaal: Carrington voerde enkel composities van vrouwen uit.

North Sea Jazz, dit weekend voor de 46ste keer en in zo’n 15 zalen heerlijk bont gesorteerd (veel jazz, een stevig aandeel pop en zeker ook plukken soul en blues) is begonnen. Het programma op de eerste festivaldag, in en rond het behoorlijk vol aanvoelende Ahoy in Rotterdam (30.000 bezoekers), slalomde met energieke tred tussen nostalgie en vernieuwing. Het aandeel sterke jazzvrouwen viel op – zalig tintelend was het zangoptreden van Esperanza Spalding met de vermaarde pianist Fred Hersch. En ook hoe bassiste Linda May Han Oh in chaos rust trachtte vinden: fraai.

Drumster en bandleider Terri Lyne Carrington en bassiste Linda May Han Oh.
Foto’s Andreas Terlaak

De zalen liepen nokvol bij robuuste muzieklegendes-op-leeftijd. Grande dame van de klassieke soul, Mavis Staples (83), glorieerde op een voor haar doen klein podium met een bescheiden stuwende band. Als vanouds klonken haar klassiekers diep en rauw. En wat een charisma en urgentie.

De eind deze maand 87-jarige stergitarist Buddy Guy zette met zijn ‘Damn Right Farewell’-afscheidstour een punt achter een halve eeuw als spin-in-het-web van de blues-geschiedenis. Vanaf opener ‘Damn Right, I’ve Got The Blues’ liet hij zijn gitaar nog éénmaal ongenadig sterk jakkeren en huilen. De blueslegende was op het podium relaxt, charismatisch en grappig, deed trucjes met zijn gitaar, en kwam op adem wanneer zijn bandleden soleerden.

Mavis Staples en Buddy Guy.
Foto’s Andreas Terlaak

‘The Diaspora Suite’

Een pronkstuk was The Diaspora Suite. North Sea Jazz heeft zichzelf dit jaar een belangrijke opdracht gegeven: koloniale geschiedenis hoorbaar. Kort na de historische excuses van koning Willem Alexander voor het Nederlandse slavernijverleden, komt het onderwerp het hele weekend terug binnen het thema ‘Sounds of Diversity – A Shared Musical Heritage’. The Diaspora Suite trapte dat thema krachtig af. Het paste nét allemaal op het podium van de RTM-stage: het Metropole Orkest met dirigent Jules Buckley, het ZO! Gospelchoir en dan steeds weer een andere gastvocalist of spreker.

Het werd als gehoopt: een fraai gelaagd concert waarin muzikale diversiteit ruimschoots gevierd werd in solide arrangementen. Zangeressen Arooj Aftab en Corinne Bailey Rae, maar ook fluitist Ronald Snijders en violist Shauntell Baumgard tilden op. Wel bleek het op een festival, dat eigenlijk net begon en waar zoveel anders verlokt en verleidt, lastig bezoekers lang te binden met zo’n topzwaar programma. Zeker met confronterende voordrachten, zoals het werk van Anton de Kom.

Violist Yannick Hiwat en een voordracht van Sheila Sitalsing met begeleiding van Ronald Snijders tijdens de Diaspora Suite.
Foto’s Andreas Terlaak

Publiek kijkt, proeft en trekt weer verder door. Daar worstelde violist Yannick Hiwat, die dit jaar de compositieopdracht had gekregen, ook een beetje mee. Na een ontroerende soulvolle opening trok hij met zijn collectief mee in zijn Surinaamse wereld, in het bijzonder de wijk Frimangron in Paramaribo. Jazz, soul en hiphop mengden in zijn songs logisch, maar de uitvoering kende wat dipjes.

Speelplezier en kwaliteit spatte van het grote zangtalent Yaya Bey. Met MonoNeon had het festival een kleurrijke, technisch ijzersterke Bootsy Collins-kloon in huis.

MonoNeon en Yaya Bey.
Foto’s Andreas Terlaak

Britse hiphop

Prominent was de aandacht in de poproute voor urgente en kwalitatief hoogwaardige Britse MC’s, vrijdagavond stonden er maar liefst drie zwaargewichten in de grote Nile-zaal. De Britse Loyle Carner, een openhartige rapper die zijn persoonlijke teksten beheerst en ontspannen laat stromen, trapte af met een indrukwekkende set met een band die zijn jazzy muziek live soepel, overtuigend en met stevig klappende funky drums speelde. Bij Carner kreeg elk woord een glasheldere nadruk.

Grime-superster Stormzy was juist zeer ingetogen. In ‘een op maat gemaakte show’ voor dit festival zong hij soulvol mee met zijn koortje op gloedvolle pianotonen, echoënde gitaarklanken en snijdende rimshots. Het was een opvallend lang melodieuze, publieksvriendelijke tegenhanger van de opruiende grimeshows waarmee Stormzy zijn live-reputatie opbouwde.

Hét pop-optreden van de avond volgde bij een ontketende en ook live oersterk rappende Little Simz. Vanaf opener ‘Silhouette’, met dansende witte silhouetten op een groot scherm achter haar, was ze overtuigend en in controle. In haar eentje op harde funky drums, scherp, vol focus; en van rauwe razende tongbrekers op dreunende kickdrums tot vocaal kalmere coupletten die opbouwen naar gospelachtig gloeiende koorzang in de refreinen. Ze was soulvol, charismatisch, stoïcijns – een superster.

Daar stak Van Morrison (77), bij wie de zaal om vijf uur ’s middags al voor het festivalpubliek moest worden gesloten vanwege de ongelooflijke aanloop – matjes bij af. De focus lag niet op zijn hits maar op covers van de skifflemuziek waar Van Morisson ooit mee opgroeide. Het rudimentaire genre is voor hem cruciale bron van inspiratie, maar live bleef het vlak en routineus, en ontbrak de echte muzikale geestdrift.

Stormzy.
Foto’s Andreas Terlaak