John van den Heuvel: ‘Ik zou al mijn succes inruilen voor mijn oude leven’


Foto Lars van den Brink

Interview

Wat maakt het leven de moeite waard? Misdaadjournalist John van den Heuvel (59) heeft sinds een paar jaar veel aan het geloof. Hij weet nu: „Je wordt het gelukkigst als je iets voor een ander kunt betekenen.”

Vanochtend is misdaadverslaggever John van den Heuvel afgemat door een personal trainer in zijn tuin in Bussum. Sporten doet hij eigenlijk alleen thuis, want met zijn hele entourage naar een sportschool gaan is veel meer gedoe. Sinds 2017 wordt hij permanent beveiligd door de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging.

Van den Heuvel (59) is op een bankje achter in de zaak gaan zitten, niemand om hem heen. Hij draagt een zachte grijze coltrui, heeft een glanzende gouden trouwring om zijn vinger, en om zijn pols een gouden horloge met een zwarte band. „We hebben de hele vleugel afgehuurd”, zegt hij met een glimlach.

Echt? Het is een grapje, dat dicht bij de waarheid ligt, want al vijf jaar kan hij niet spontaan gaan en staan waar hij wil, en zorgt de dienst ervoor dat zijn omgeving zo veilig mogelijk is. Er zijn altijd meerdere beveiligers in zijn buurt. Tijdens het interview in een restaurant in het centrum van Amsterdam, zitten vijf meter verderop twee alerte mannen in donkerblauwe pakken met oordopjes in.

De misdaadjournalist, fulltime werkzaam voor De Telegraaf en daarnaast voor Videoland en RTL Boulevard, wordt bedreigd door de criminele organisatie rondom Ridouan Taghi.

Deze zomer werd er nog een bericht onderschept: „We gaan die kankerhond pakken.” En in de periode voor de moord op Peter R. de Vries, in de zomer van 2021, waren criminelen op zoek naar Van den Heuvels persoonsgegevens, hoorde hij via de politie.

Onlangs verscheen er een boek over Van den Heuvel, in samenwerking met collega-journalist Bert Dijkstra, over de impact van die beveiliging op zijn leven: Een lustrum lang extreme beveiliging. Het staat momenteel op nummer negen in de bestsellerlijst, maar dat stemt Van den Heuvel niet zo vrolijk als bij eerdere boeken die hij uitbracht. „De aanleiding is somber.”

Ik zou al mijn succes inleveren voor het gevoel van onbevangenheid dat ik vroeger kon hebben

Hoe ziet hij zijn toekomst? „Op advies van een psycholoog, die ik soms raadpleeg, heb ik het idee van een einddatum losgelaten”, zegt hij. „Dat maakt je alleen maar onrustig, stelt je alleen maar teleur. In het begin dacht ik: over een maand is het wel voorbij, of over een halfjaar. Er werden arrestaties verricht waardoor ik dacht dat de machtsstructuur werd afgebroken, maar de dreiging hield niet op. Het geeft me rust om te denken: hier moet ik het mee doen. Ik mag er van mezelf niet aan wennen. Dan normaliseer je het.”

De persoonsbeveiliging stopt als „uit dreigingsanalyses blijkt dat er geen dreiging meer is”, volgens Van den Heuvel. „Maar ja, wie gaat daar zijn handtekening onder zetten?”

Het mag niet normaal gaan voelen, zeg je, maar je mag van de psycholoog ook geen stip op de horizon zetten. Dat klinkt tegenstrijdig.

„Je leert ermee omgaan. Maar het staat me af en toe gewoon tegen om de hele dag op pad te gaan. Dan moet ik echt een knop omzetten. Ik heb geen zin om chagrijnig op de achterbank van die gepantserde auto te zitten en geen woord te wisselen met die jongens. Al ben ik dus eigenlijk wel steeds meer in mezelf gaan kruipen. Ik heb vorig jaar een mooie koptelefoon voor mijn verjaardag gekregen, met noise cancelling. Dan zet ik muziek of een podcast op. Of ik ga werken. Ik heb heel veel meer werkbare uren gekregen, ik hoef als ik thuiskom niet eerst nog allemaal mails weg te werken, dat heb ik op de achterbank al gedaan. Ik bekijk het graag van de positieve kant. Ik reed graag zelf hoor, vroeger. Nu rij ik nog maar een enkele keer, als ik opnames heb voor een programma.”

Je rijdt alleen zelf als er camerabeelden nodig zijn voor een van je televisieprogramma’s?

„Ja, eigenlijk wel. Maar goed, ik was bezig met de voordelen opnoemen. Meer werkbare uren. Niet in de stress om adressen op te zoeken, dat doen zij voor me. En ik heb een hekel aan te laat komen, maar die mannen en vrouwen houden de tijd keurig in de gaten.”

Waar word je gelukkig van?

„Dat besef je eigenlijk pas als je het niet meer hebt. Zakelijk gaat het me voor de wind, maar ik zou het allemaal zo inruilen om weer mijn oude leven te hebben. Ik ben altijd wel redelijk ambitieus geweest. Dan bereik je wat je wilde bereiken, en blijkt dat geluk voor mij zit in een stukje autorijden. Ik zou al mijn succes inleveren voor het gevoel van onbevangenheid dat ik vroeger kon hebben.” Hij neemt een slok van zijn koffie. „Ik heb al heel lang met dreiging te maken, maar toch heb ik altijd gedacht: ze gaan het niet doen. Ik was redelijk onbevangen, voelde me veilig. Maar dat gevoel ben ik kwijtgeraakt door de moord op Peter.”

Je vrouw is pas geleden haar baan verloren, omdat de basisschool waar ze werkte niet de nodige veiligheidsaanpassingen wilde doen.

„Het was beschamend en vernederend hoe de schooldirectie ermee is omgegaan. Peter was net vermoord, Mariëtte en ik kwamen terug van een maand vakantie. Ik was in die tijd helemaal ontredderd. Ik wist niet of ik door wilde gaan met werk, ik had tijd nodig om te herpakken. We hadden net onze batterij opgeladen. Tijdens die vakantie had ik geconcludeerd: de glans is eraf, maar ik ga wel door. En op de eerste schooldag werd Mariëtte bij de directie geroepen: de politie wilde de beveiliging opschroeven en ook op haar school maatregelen nemen, een strikter deurbeleid en enkele camera’s. De overheid zou alles betalen, maar de school wilde niet meewerken. Ze zat al veertig jaar in het onderwijs.”

Is je vrouw boos op jou?

„Gelukkig niet. Ze heeft ook gezien hoe het mij raakte. We hebben elkaar in die periode overeind gehouden.”

Hoe hebben jullie dat gedaan?

„Mijn vrouw vindt veel steun in het geloof. Ik ook wel.”

Welke rol heeft het geloof in jullie leven?

„Ik ben katholiek opgevoed, en heb tijdens mijn volwassen leven een hele lange tijd wat verder af gestaan van het geloof. Maar je zit in een klotesituatie en je voelt je rot, en ik heb als kind wel geleerd dat bidden troost geeft, dus dat herinnerde ik me. Toen ik kind was bad ik bij wijze van spreken als ik een proefwerk had de volgende dag. Even knielen naast het bed: o help me alsjeblieft om het te halen. Ik greep daar de laatste jaren weer op terug.”

En als je nu bidt, heb je dan ook concrete verzoeken?

„Nee, ik vind het belangrijk om dankbaarheid te tonen. Het is geen wensboekje. Het geloof dwingt je om over het leven dat je hebt na te denken. Een jaar of tien geleden begon ik al meer interesse te krijgen in het geloof. Mijn vrouw was er erg mee bezig en ik merkte dat ik me er soms aan ergerde – kom zeg, er is meer dan alleen de kerk. Maar zij ontleende er steun en kracht aan. In die tijd heb ik besproken met haar: jij doet veel voor mij, laat ik dan ook wat voor jou doen. Ik merkte dat de kerk me rust gaf. Dat het me een spiegel voorhield. Ik ging meer nadenken over de diepere vragen van het leven. Waarom ben ik zo materialistisch? Wat beteken ik eigenlijk voor anderen? Door het geloof word je teruggeworpen op waar het allemaal om draait.”

Waar draait het dan om?

„Dat je het gelukkigst wordt als je iets voor een ander kunt betekenen. Dat is ook een drijfveer in mijn werk. En ik geloof dat er iemand is die op me let, en me behoedt voor al te veel onheil.”

En je gelooft dat er straks iemand is die over je oordeelt, en beslist of je naar de hemel mag.

„Ik geloof wel dat je verantwoording moet afleggen. Het geloof geeft in de situatie waar ik in zit rust. Ik kan me wel druk maken, maar ik bepaal niets. Of het komt goed, of niet.”

„Ik ben misschien een atypische gelovige”, zegt Van den Heuvel even later. „Dat hele conservatieve, daar heb ik niet zoveel mee. Het belerende ook niet. Na een hectische week is dat moment in de kerk een soort meditatie. Maar veel bijbelteksten gaan aan me voorbij, moet ik zeggen. Soms zit ik daar en denk ik: waar gaat dit over, dit staat zover af van de maatschappij. Ik weet nog heel goed, Peter was neergeschoten. Die week daarna gingen we weer naar de kerk, zoals altijd. En er werd voor alles en nog wat gebeden, maar niet voor hem. Er werd gebeden voor een goede vakantie voor iedereen. Ik werd echt boos. Wat zit ik hier nou eigenlijk te doen. Ik vind dat de kerk de ontkerkelijking aan zichzelf te wijten heeft.”

De kerk gaf me rust. Door het geloof word je teruggeworpen op waar het allemaal om draait

John van den Heuvel groeide op in Eindhoven, bij zijn moeder en stiefvader. Zijn biologische vader komt uit Marokko en woonde korte tijd in Nederland, maar met hem heeft Van den Heuvel nooit contact gehad – geen behoefte aan. Op zijn achttiende begon hij aan de politieopleiding, later werkte hij als undercoveragent. Omdat hij een bijdrage aan het maatschappelijke debat wilde leveren, werd hij journalist. Hij is 39 jaar samen met zijn vrouw, met wie hij drie volwassen zoons heeft.

Terwijl Van den Heuvel en zijn vrouw in februari van dit jaar nog gedesillusioneerd waren doordat zij haar baan verloor, overleden zijn stiefvader en haar vader, een paar dagen na elkaar, vertelt hij.

Wat een zwaar jaar. Hoe gaat het nu?

„Wel goed. Het was niet alleen maar rampspoed. Ik heb het gevoel dat mijn vrouw en ik dichter bij elkaar zijn gekomen omdat we de laatste jaren veel stormen hebben doorstaan. We zijn ons huis gaan verbouwen, en kijken verder dan alleen naar de treurnis.”

Je hebt vaak gezegd dat je niet wilt zwichten voor de dreiging die je ervaart, dat je ondanks alles doorgaat met je werk als misdaadjournalist. Waarom eigenlijk?

„Ik heb het gevoel dat mijn werk ertoe doet. Ik kan nog steeds geluksmomenten hebben door een mooie scoop, een goed interview. Ik denk dat ik dat geluk erg zou missen als ik ermee zou stoppen. Ik zou niet vrijblijvend fietstochtjes over de heide kunnen maken.”

Je kunt niet zeggen: je staat nu op nummer één van een dodenlijst, of je bent gezakt naar nummer vijf

Maar toen zijn werk in de periode na de moord op Peter R. de Vries „glans” had verloren, heeft hij wel nagedacht over wat hij in de toekomst zou willen doen, zegt hij. „Als ik vind dat het welletjes is geweest, ga ik lekker op een tropisch eiland een boek schrijven. Boeken schrijven. Ik ben groot fan van thrillerauteur John Grisham. Zoiets lijkt me heel leuk om te proberen. John Grisham ‘proberen’ klinkt wel heel erg aanmatigend trouwens, die man heeft geloof ik tweehonderd miljoen boeken verkocht.” Van den Heuvel glimlacht. „Mijn boek staat nu wel op de bestsellerlijst boven John.”

Zou de dreiging weg zijn als je zou stoppen met dit werk?

„Nou, voorlopig niet, denk ik. Kijk, daar is moeilijk iets over te zeggen. Het is geen exacte wetenschap. Je kunt niet zeggen: je staat nu op nummer één van een dodenlijst, of je bent gezakt naar nummer vijf.”

Vroeger, toen zijn carrière net een vlucht had genomen, zat zijn levensvreugde in materialistische dingen, zegt hij aan het einde van het gesprek. „Een mooi huis, een mooie auto voor de deur. De kinderen moesten mooie kleding aan. Daar ging veel van mijn aandacht naartoe. Dat was eigenlijk schijngeluk. Dat moet je ondervinden. Al mijn maatschappelijke succes zou ik inruilen voor mijn oude leven.”

John van den Heuvel gaat door de draaideur naar buiten. Voor hem een man in een donkerblauw pak, en achter hem een man in een donkerblauw pak. De auto staat klaar met draaiende motor. Vier stappen door de frisse najaarslucht en Van den Heuvel is weer binnen, achter geblindeerde ramen. Als hij goed en wel in de gordels zit, zeggen de beveiligers altijd hetzelfde, heeft hij net verteld.

„Ingeblikt, we rollen.”