Column | Wormer is een biet

Marcel van Roosmalen

Onze woning is verkocht en meteen word ik overvallen door een vreemd soort weemoed. Het is net alsof de inwoners van Wormer me alsnog in hun harten hebben gesloten. Als ik passeer steken ze tegenwoordig hun hand op, ga ik koffiedrinken in De Huiskamer dan is er altijd wel een die komt informeren of ze ‘het boek’ ergens kunnen kopen. Gisteren was er zelfs een die woedend was omdat er in het dorp geen boekwinkel is waar hij dan naartoe had kunnen lopen om mijn boek te kopen.

Andersom doe ik ook mijn best.

Ik weet inmiddels dat ze het allemaal niet zo bedoelen als dat het eruit komt. Ze willen wel praatjes maken, maar hebben niets om over te praten. En als ze je aanspreken op het overtreden van de regels is dat omdat ze zonder regels niets zijn, dat is ze tenminste altijd zo verteld.

Een biet ziet er ook niet uit, maar als je ’m wast en schilt is het best te eten.

Gisteren was heerlijk.

Terwijl mijn timeline op Twitter volliep over een mogelijke kabinetscrisis, kachelden ze in Wormer gewoon door op het ritme van de seizoenen. Het is zomer nu, straks weer herfst en daarna winter. Het had gestormd, ze hadden wel iets belangrijkers aan hun hoofden dan Rutte, er moesten takken worden geruimd. In het zwembad lagen bladeren. De burgemeester dronk een kop koffie in De Huiskamer, de zaak was onder controle.

Ik weet inmiddels dat ze het allemaal niet zo bedoelen als dat het eruit komt

Als ik een jaartal moet noemen: 1939. In Wormer is het voor altijd en eeuwig Nederland in 1939, in de verte nadert het onheil, maar we gaan maar gewoon door, net zo lang tot de gevolgen voor de deur staan en zelfs dan redeneert de Wormenees: het zal hier toch wel meevallen.

En misschien hebben ze gelijk.

Je kunt hier neerstrijken en constateren dat het ze allemaal niet interesseert, maar je kunt ook anders denken. Als het kabinet straks onverhoopt niet valt had u het dan allemaal willen weten? Of had u liever met een kettingzaag een omgevallen boom in blokken gezaagd, vuur gestookt en daar dan naar gekeken met uw verwanten?

Het een is niet beter dan het ander, in beide gevallen is de uitkomst niets, een rookwolk, een gedachte of mening die vervliegt. Wat blijft is de uitzichtloosheid, gelukkig zijn er televisie, internet en vooral sociale media om al het eigen ongenoegen op een ander te projecteren. Een onnozel stukje als dit helpt mensen uit ons dorp. Graag gedaan!

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.