N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Arooj Aftab Zangeres Arooj Aftab combineert haar loodzware, emotionele muziek in haar solowerk én het nieuwe project ‘Love in Exile’ met melige grapjes. Zo maakt ze een verbinding met elk publiek, waar ze ook staat. „Ik kan er niets aan doen, ik ben nu eenmaal erg innemend.”
Van de tientallen landen waar ze de afgelopen paar jaar speelde, kwam de Pakistaanse zangeres Arooj Aftab verreweg het meest in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Nederland, waar ze dit jaar nog twee keer zal spelen. Ze woont in de VS, het VK is een belangrijke muziekmarkt, maar waarom werkt het ook in Nederland zo goed? „Tja, ik denk omdat er daar voor mij altijd een sauna in de buurt is.” Ze lacht er aanstekelijk bij.
Typisch Aftab. De muziek van een internationale jazzveteraan, en de humor van je neefje. Tijdens haar concerten is de muziek intens en soms overrompelend zwaar, terwijl Aftab zelf tussendoor steevast grappen maakt. Ze kan het niet helpen, zegt ze tijdens een Zoomgesprek vanuit haar huis in Brooklyn, New York. „Ik hou ervan op die manier met een publiek een verbinding te maken. Ik praat graag tegen mensen, ik zeg graag stomme dingen. Daarmee schud je het een beetje op en wordt het persoonlijker. Ik merkte dat veel publiek zo ontzettend serieus was. En ik had zoiets van: mensen, ik ben dronken, dit zijn liefdesliedjes, iedereen heeft een gebroken hart, de wereld is waardeloos, ontspan gewoon. Lach, drink, we gaan er iets leuks van maken.” En ja, zo is ze altijd geweest. Ook vroeger op school was ze de grappenmaker. „Ik kan er niets aan doen, ik ben nu eenmaal erg innemend.”
Mensen spreken vaak over ‘het Westen’. Het Westen dit, het Westen dat. Wat bedoelen ze daar eigenlijk mee?
Arooj Aftab (38) is geboren in Saoedi-Arabië toen haar Pakistaanse ouders daar werkten. Ze groeide vervolgens op in Lahore, Pakistan maar woont en werkt nu al bijna twintig jaar in de Verenigde Staten. In 2021 brak ze door met haar derde album, Vulture Prince, waarop ze Perzische poëzie in het Urdu combineerde met donkere, veelzijdige muziek die ergens tussen jazz en klassiek zweeft, heel licht tegen pop aanschurkend.
De spiritualiteit, liefdesthema’s en verlangen in de oude teksten worden automatisch vertaald in de muziek. Die uitwerking is bij vlagen zeer emotioneel. Introspectief, maar ook meeslepend. Live, in combinatie met de steengoede muzikanten met wie ze toert én die grapjes tussendoor, is ze niet te missen (vijf ballen, vorig jaar in Amsterdam). Ze kreeg drie Grammy-nominaties en won er als eerste Pakistaanse één, voor haar nummer ‘Mohabbat’ – een van de favoriete nummers van Barack Obama.
Dit jaar maakte ze opnieuw indruk met Love in Exile, een nog wat experimenteler album dat ze samen met jazzpianist Vijay Iyer en multi-instrumentalist Shahzad Ismaily maakte. Met dat trio speelde ze in mei in Utrecht, later dit jaar staat ze met haar solowerk op Into The Great Wide Open, en deze week werkt ze op North Sea Jazz mee aan The Diaspora Suite van het Metropole Orkest, met Corinne Bailey Rae, Laura Mvula en Nederlandse artiesten als Shirma Rouse en Typhoon.
Haar Europese solotour en de tour van Love in Exile in de VS lopen praktisch door elkaar heen, en ook het Europese deel van de Exile-tour is daar nog doorheen verweven. „Zoveel toeren is erg leuk, maar niet makkelijk”, vertelt ze. „Elke dag een ander hotel, een ander publiek, een andere zaal, een andere promotor… Dat vraagt veel van je energie.” Dat ze haar camera niet wil aanzetten omdat ze pas net wakker is, is haar dan ook vergeven.
Het bijzondere van haar muziek is dat het binnen allerlei verschillende settings blijkt te passen, hoe subtiel het ook is. „Mijn muziek is best intens en zelfs behoorlijk spiritueel, maar het zit toch ook tegen pop aan. Het mengt eigenlijk altijd verbazingwekkend makkelijk, misschien juist omdat het aan zoveel verschillende tinten raakt.”
Maar noem het geen ‘Pakistaanse muziek’, want dat doet geen recht aan alle verschillende kanten die erin zitten zegt ze, een beetje scherp. „Kijk ik kom dan wel uit Pakistan, maar ik studeerde jazz en ik woon al zo lang in de VS, dus de muziek is gebouwd op vele stijlen en talen. Ik denk daarom ook niet dat je het Pakistaanse muziek kan noemen, het is persoonlijker dan dat.
„Mensen zoals ik zijn voorbestemd om overal tussenin te zitten. Want waar kom ik vandaan? Ik woon nu langer in New York dan waar ik ook heb gewoond, maar wat betekent dat? Dat zijn ingewikkelde kwesties, die weerspiegeld worden in mijn werk én in mijzelf.” Ze denkt er even over na. Dan: „Dat ééndimensionale zit in de weg van vooruitgang. Mensen spreken vaak over ‘het Westen’. Het Westen dit, het Westen dat. Wat bedoelen ze daar eigenlijk mee? Het Westen bestaat uit mensen van over de hele wereld. Uit Bali en Birma, Nigeria en China. Je kunt niet zomaar ‘Het Westen’ zeggen en daar één ding mee bedoelen.”
Voor veel luisteraars zou de taal waarin ze zingt, Urdu, de officiële taal van Pakistan, een drempel kunnen zijn. Maar, zo zegt Aftab, ze werkt juist zo hard om de muziek de woorden te laten vertalen, zodat ze de luisteraar voorbij de taal brengt. „Sommigen gaan meteen googelen wat het betekent, anderen vinden het niet erg om het niet precies te weten. Ik zoek zelf zelden betekenis op, en ik luister naar veel teksten die ik niet kan verstaan. En soms luister ik naar Bad Bunny en wil ik sowieso liever niet weten wat hij zingt.” (Ze lacht hard).
Klankpoëzie
Met Love in Exile, het project met Iyer en Ismaily, werkt ze anders. Het is veel democratischer, omdat ze niet alleen aan het stuur zit. En het is ook anders omdat ze het verhalende wat loslaat. „Ik zet de poëzie bijna in als enkele klanken, als lettergrepen. Ik wil ook een instrument zijn, een van hen.”
Het album is op momenten onheilspellend, en vaak uitgestrekt in diepgevoelde soundscapes waarin kleine, subtiele verschuivingen reliëf aanbrengen. Het was best een dappere keuze om na het zo goed ontvangen Vulture Prince die experimentelere kant op te gaan met Love in Exile, in plaats van iets wat het grotere publiek wat makkelijker zou verteren. „Ik dacht ook: dit is een veel minder toegankelijk, experimenteel album in Urdu, dat wordt moeilijk. Maar toen we het uitbrachten stond het plots op nummer vijf bij Billboard en volgens Rolling Stone is het een van de beste albums van het jaar tot nu toe! Ik dacht: wow, het publiek is echt gegroeid. Daar ben ik trots op, en ook op het label dat zei: ‘O ja, songs van 14 minuten? Prima, breng maar uit’. Dat is cool.”
Hoe dat komt? „Ik heb geen idee. Ik hoor om me heen dat meer kan en mogelijk is en dat mensen net zoals ik meer ruimte hebben om mooie muziek uit te brengen, met een kern van liefde, integriteit en eerlijkheid. De industrie lijkt te veranderen, ik weet niet waarom. Misschien zijn ieders hersens aangetast door Covid.” Weer die aanstekelijke lach.
Wordt Europa een economisch museum? Die vraag zorgt al een tijdje voor buikpijn bij Europese bestuurders, want de Europese economie lijkt achter te blijven bij de Chinese en de Amerikaanse. En nu komt Donald Trump daar overheen met zijn dreigement een handelsoorlog met de EU te ontketenen.
Wat moet Europa doen om economisch het hoofd boven water te houden?
Eerst en vooral onderhandelen met Trump. De EU exporteert meer goederen naar de VS dan we er vandaan importeren (bij diensten is het andersom). We hebben er dus alle belang bij om te voorkomen dat Trump op alle invoer uit Europa een ‘belasting’ heft van 10 of 20 procent .
Die deal zou – in theorie – makkelijk te maken moeten zijn, want zo’n handelslieverdje is de EU niet. De EU heft ook importtarieven op producten van buiten: 10 procent op auto’s bijvoorbeeld, terwijl de VS het houden bij 2,5 procent. „De EU kan Trump voorstellen dat Europese tarief naar 2,5 procent te verlagen,” zegt de Duitse econoom Daniel Gros. Hij was lang directeur van de Brusselse denktank Centre for European Policy Studies.
Zelfs als Trump wel alle Europese export naar de VS te grazen neemt, is er nog hoop volgens Gros. Trump dreigt immers met nog veel hogere tarieven op Chinese producten: van 60 procent. Zolang Trumps tarieven op Europese producten lager zijn, heeft Europa een relatief voordeel. „Op de Amerikaanse markt hebben Europese bedrijven dan geen last van Chinese concurrentie.” Het is een klassieke economenwijsheid: als twee landen het moeilijk maken om met elkaar te handelen, kan de rest van de wereld winnen.
Het gevaar is nu dat Europa zijn grote bedrijven gaat beschermen
Maar daarmee is Europa er nog lang niet. Want de EU lijkt economisch stil te staan terwijl de VS en China razendsnel vernieuwen. De VS en China lopen voorop in nieuwe bedrijfstakken, zoals kunstmatige intelligentie (AI) en groene technologie. Op het lijstje met de grootste bedrijven ter wereld domineren de VS en China.
Als Europa zichzelf niet als de donder opnieuw uitvindt, is het gedoemd tot „een langzame doodsstrijd”, waarschuwde econoom Mario Draghi begin september in een rapport over de staat van de Europese economie.
Wat moet Europa doen? Gros was in oktober een dag lang op het Ministerie van Financiën om daarover zijn advies te presenteren en in discussie te gaan met andere economen. Hij is het eens met Draghi dat Europa meer moet innoveren. „Als Europa wil meetellen in de wereld, onafhankelijk wil worden van de VS en de Russische wraakzucht wil kunnen weerstaan, moet Europa sterker worden in high tech,” zegt hij aan de telefoon. Hij bedoelt: in zeer innovatieve techbedrijven zoals biotech, software, computertechniek, digitale diensten, AI.
Voor innovatie en vernieuwing leunt de EU al decennia op wat Gros ‘mid-tech’- bedrijven noemt, zoals autofabrikanten. Die zijn middelmatig innovatief. Terwijl in de VS de autofabrikanten in 20 jaar voorbij zijn gestreefd door techbedrijven als Google, Meta en Microsoft.
Dat verklaart ook waarom bedrijven in de VS meer in innovatie investeren: dat doen hightechbedrijven nou eenmaal veel meer. Het probleem zit níet in Europese bedrijven zelf. Amerikaanse en Europese autofabrikanten geven evenveel uit aan R&D. Het probleem zit in de structuur van de Europese economie: we hebben veel minder hooginnovatieve bedrijven.
Hoe die structuur te veranderen? Draghi adviseert 800 miljard euro te steken in het stimuleren van innovatie en industrie. Gros betwijfelt of dat werkt. Het geld van overheden moet vooral anders worden besteed. De VS subsidiëren vooral zeer prille vindingen waarvan nog onduidelijk is of ze levensvatbaar zijn, laat Gros in een studie met andere economen zien. De EU richt zich juist op vindingen en bedrijven die de zeer riskante fase zijn ontgroeit. Zo blijft de EU zich volgens Gros vernieuwen in bedrijfstakken die het al kent. Richt dat EU-geld op prillere vindingen.
Draghi adviseert van de EU meer één markt te maken door regels te harmoniseren, bijvoorbeeld ook voor jonge bedrijven die financiering zoeken. Pas dan kunnen Europese bedrijven groot genoeg worden, en vertrekken veelbelovende jonge bedrijven minder vaak naar de VS.
Dat is belangrijk, vindt ook Gros, maar niet de gouden sleutel. „Kijk naar Zwitserland, dat is geen onderdeel van de EU en heeft wel grote hoogtechnologische bedrijven.” Gros denkt dat jonge vernieuwende bedrijven naar de VS vertrekken om een andere reden: ze zijn daar flexibeler. Ze kunnen een nieuwe afdeling openen en een andere sluiten omdat personeel makkelijker is te ontslaan.
„Veel ondernemers probeerden een elektrische auto te maken op hetzelfde moment als Elon Musk. De meeste stopten. Musk kon het blijven proberen omdat hij mensen kon aannemen en ontslaan.” Daar zit de kern van het Europese probleem volgens Gros: „Bedrijven in Europa hebben de neiging te investeren in wat ze kennen want de kosten van falen zijn heel hoog.” Maak die kosten lager door ontslagregels te versoepelen.
Het gevaar is nu dat de EU vooral zijn bestaande bedrijven meer gaat beschermen, bijvoorbeeld tegen concurrentie uit China. Draghi pleit voor minder strikte regels: om Europese kampioenen te creëren zouden fusies tussen bedrijven vaker moeten worden toegestaan. Maar op die manier wordt de EU niet opeens wèl hoogproductief. Integendeel. „Als we onze auto-industrie afschermen voor concurrentie uit China is over tien jaar de hele wereld overgestapt op elektrische auto’s en maken wij nog brandstofauto’s.”
De les die de EU moet trekken uit het Chinese en Amerikaanse succes is niet: bescherm bestaande grote bedrijven meer tegen de tucht van de markt. Want dan krijg je het slechtste van twee werelden: bedrijven die markten domineren zoals de techbedrijven in de VS, maar die anders dan de Amerikaanse techbedrijven slechts middelmatig productief zijn. De les is wel: met slim beleid kunnen landen veel bereiken.
Marike Stellinga ([email protected]) is redacteur van NRC en kijkt op deze plek met een economische bril naar ontwikkelingen in politiek en samenleving.
Tweehonderd optredens in een jaar: hoe kom je als artiest eigenlijk aan zo’n aantal? Conny Bens van artiestenbureau BENZ Agency, actief in het volksfeestrepertoire, schetst een gemiddeld jaar van een veel optredende artiest. „Het begint met carnaval; dan kun je in een paar dagen tijd tien, vijftien optredens doen. Het is rustig, tót eind april: met Koningsnacht en Koningsdag. En als dan de zon weer opkomt – zoals wij dat altijd zeggen – komen de feestjes, de pleinen, de kermissen, de popfestivals, de zomerweken. Zo kunnen we een mooie route uitstippelen voor onze artiesten met drie, vier, vijf shows op een avond.” Nederland lijkt misschien een klein land, zegt hij, „maar er wordt werkelijk van-al-les georganiseerd.”
Niet alle muziekartiesten houden er zo’n planning op na. Allereerst is daar een praktische component: voor een band met instrumenten die uitgebreid moet opbouwen en soundchecken is het niet mogelijk meerdere shows op een avond te doen. Dat kunnen alleen dj’s of artiesten die optreden met een muziektape.
Bovendien is het artistiek of strategisch niet altijd gewenst om tweehonderd shows per jaar te doen. Zo laat concert- en festivalorganisator Mojo weten dat hun artiesten „om allerlei redenen” niet zo vaak optreden. Manager boekingen Arjo Klingens: „Onze artiesten hoeven niet zo nodig alleen maar te spelen. Zij zitten meer in een ritme van muziek schrijven, een album releasen, een tour. En na zo’n tour moet je bijkomen om weer nieuwe ideeën op te doen voor het volgende schrijfproces.”
Niet in dezelfde regio
Ook zet het fenomeen ‘regio-check’ soms een rem op het aantal optredens. Klingens: „Als een artiest de ene week op een festival in Dordrecht staat, wil de opdrachtgever niet dat hij twee weken later ook de headliner is op een festival in Zwijndrecht. Dus daar moet je soms een show voor laten gaan.”
Een overeenkomst tussen de veel optredende artiesten lijkt dat ze enerzijds naamsbekendheid genoeg hebben om op veel feesten en festival te worden geboekt, maar anderzijds niet à la Guus Meeuwis, Anouk of Armin van Buuren een Ahoy of Ziggo Dome uitverkopen. „Dat klopt, al gaat het niet altijd op”, zegt Conny Bens. „Mart Hoogkamer hoeft geen naam meer te maken, maar treedt toch meer dan tweehonderd keer per jaar op. Het is altijd een combinatie van factoren.”
Ik heb negen witte pakken waarin ik optreed; dat is genoeg om één weekend door te komen
Ook de fee die je voor een artiest betaalt, is een factor in hoe vaak hij of zij optreedt. Online zijn vooral bedragen te vinden voor Nederlandstalige solo-artiesten. Dat loopt uiteen van rond de 4.000 euro (Thomas Berge, John de Bever) met een tussenstop rond de 10.000 euro (Frans Bauer, Marco Schuitmaker), om op te klimmen tot 18.000 euro voor een half uurtje Jan Smit. Al is dat wel een omzetbedrag. Zoals Yves Berendse uitlegt: „Daar moeten nog de kosten vanaf, de afdracht voor de boeker, mijn management, geluidstechnicus en platenlabel. En dan komt de Belastingdienst natuurlijk ook nog langs.” De grotere artiesten treden op voor een bedrag ‘op aanvraag’.
Vooral mannen
Een laatste opvallende overeenkomst is dat de veeloptreders vooral mannen zijn. Zangeres Monique Smit hoorde altijd dat dit een commerciële wens was van de feestorganisatoren die de tent vol willen krijgen. Smit: „Met een man op het podium, komen er vrouwen binnen en dáár komen weer mannen op af. Terwijl een vrouw op het podium vrouwen juist wegjaagt, omdat ze het niet fijn vinden als een andere vrouw aandacht krijgt. Dat is niet mijn mening, hè? Maar zo werd het mij altijd verteld.”
Ondertussen is Smit goed voor 220 optredens per jaar, al zeventien jaar lang. En ze heeft nog nooit gemerkt dat vrouwen de zaal uitlopen. „Ik heb een publiek van 0 tot 100 zeg ik altijd. Mannen, vrouwen, kinderen, families. En iedereen gaat uit z’n dak.”
Door de kamer schatert een lach. Hij is luid en hartelijk, net als Kalista Sy zelf die met gespeeld berouw in haar stoel verschuift en zich richt tot de enige man aan haar tafel. „Sorry Loïc!” Scenarioschrijver en hitseriebedenker Sy (39), was net aan het vertellen dat ze een feminist is, dat ze vrouwen wil helpen hun stem te vinden, en dat ze dáárom met dit groepje bijeen zijn in haar kantoor in de Senegalese hoofdstad Dakar.
Vijf jonge vrouwen, allen beginnend of aspirerend scriptschrijver. De jongste 22 en nog student, de oudste 34 en moeder van drie kinderen. En Loïc Toukam dus. „Voor hem maken we een uitzondering”, grapt Sy over de writers’ room die zij begin dit jaar opzette. Weer die lach. Toukam (25), wiens halflange haar met een band uit zijn gezicht wordt gehouden, grijnst mee. In Kameroen, waar hij vandaan komt, zag hij een serie van Sy op televisie, vertelt hij. „Toen wist ik dat ik voor Kalista wilde werken.”
Die serie, haar debuut Maîtresse d’un homme marié (‘Maîtresse van een getrouwde man’) over vijf moderne, jonge vrouwen, verscheen in 2019 voor het eerst op tv en trok al snel miljoenen kijkers. Sy werd in een klap beroemd én berucht. Niet alleen in Senegal, haar thuisland, maar door heel Franstalig West- en Noord-Afrika drongen families tweewekelijks samen om de beslommeringen van haar vrijgevochten protagonist Marème te volgen.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="In een writer’s room begeleidt Kalista Sy jonge schriptschrijvers. Foto Guy Peterson” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="In een writer’s room begeleidt Kalista Sy jonge schriptschrijvers. Foto Guy Peterson” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/12161228/data124299983-d434af.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-12.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-10.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-11.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-12.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-13.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/diXP5wGGdxuxr0FwJzQ9pltIKkE=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/12161228/data124299983-d434af.jpg 1920w”>
In een writer’s room begeleidt Kalista Sy jonge schriptschrijvers. Foto Guy Peterson
Foto’s: Guy Peterson
Kalista Sy, echte voornaam Khadidiatou, is een van de bekendste scriptschrijvers in Senegals door mannen gedomineerde tv-wereld. Ze won prijzen en was het middelpunt van polemieken met verhaallijnen die steeds een rode draad delen: ze gaan over sterke, onafhankelijke vrouwen – „Vrouwen zoals ik ze ken” – én ze gaan geen taboe uit de weg. Seksualiteit, depressies, huiselijk geweld: bij Sy komt alles voorbij.
„Ik was klaar met vrouwen op televisie in wie ik me niet herkende”, vertelt Sy, donkerblauwe jurk en bril met een grote montuur, enkele weken eerder bij haar thuis op de bank. De maaksels van haar mannelijke collega’s lieten zich volgens Sy onderscheiden in twee typen: „De hypergeseksualiseerde vrouw óf de hyperpassieve en onderdanige vrouw. Daartussen zat vrijwel niets.”
Dan Marème, Sy’s hoofdpersonage, die ergens in de eerste afleveringen op het punt staat met een getrouwde man op date te gaan. Als een vriendin haar de les leest over de affaire, wijst ze naar haar kruis en zegt: „Deze is van mij. En ik geef hem aan wie ik daar zin in heb.”
En toen, grijnst Sy, ontplofte het.
Discretie
Met dat ene zinnetje raakte ze een zenuw. In Senegal dicteert een cultuur van ‘sutura’, discretie en bescheidenheid in de lokale taal Wolof, nog altijd hoe vooral vrouwen zich moeten gedragen. Het West-Afrikaanse land is diep religieus – 95 procent van de inwoners is moslim – en hoewel vrouwen zeker in de stad hun eigen levens en carrières hebben, zijn het nog altijd, vaak, de mannen die domineren. Een vrouw die openlijk praat over seks? Ondenkbaar.
Onzin natuurlijk, zegt Sy. „Maar dat is wat ons wordt opgelegd. Mannen mogen wel over ons lichaam praten, maar wij niet. Daarom liet ik Marème dat zeggen. Ons lijf is van ons.”
Mannen mogen wel over ons lichaam praten, maar wij niet
Dat resoneerde. Niet alleen in ‘haar’ Senegal, waar vrouwen Sy op straat aanspraken om te zeggen wie hun favoriete personage was. Ze kreeg ook berichtjes uit Marokko, uit Congo. „Vrouwen uit heel Afrika herkenden zich hierin. Shocking vond ik dat.”
Even hevig was de weerstand. De conservatief-islamitische organisatie Jamra stapte tot twee keer toe naar de nationale toezichthouder voor televisie om Maîtresse van de buis te krijgen. Volgens Jamra zet de serie niet alleen aan tot „losbandigheid”, maar vormen Marème en haar vriendinnen ook een bedreiging voor Senegals „culturele identiteit”. De serie bleef op tv, maar Sy en haar collega’s kregen wel een waarschuwing.
Op de bank slaakt ze een zucht. Misschien had ze in een bubbel geleefd, zegt Sy. Ze komt zelf uit een gezin met sterke vrouwen. „Ik was altijd vrij om te zijn wie ik wilde zijn.” Aan haar scripts veranderde ze dan ook niets. „Ik ga me niet verontschuldigen als ik geen ongelijk heb. Dan ben ik maar het zwarte schaap. Ik ben daar trots op.”
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Opname voor Kalista Sy’s tv-serie Plan à 3 over polygamie door twee best vriendinnen. Foto Guy Peterson” data-figure-id=”0″ data-variant=”row”><img alt data-description="Opname voor Kalista Sy’s tv-serie Plan à 3 over polygamie door twee best vriendinnen. Foto Guy Peterson” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-4.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/12161226/data124300079-c35b00.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-28.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-26.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-27.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-28.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-29.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/cntiOxXrCU0G0YWkJkKUw80VdLw=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/12161226/data124300079-c35b00.jpg 1920w”>
Opname voor Kalista Sy’s tv-serie Plan à 3 over polygamie door twee best vriendinnen.
Foto’s: Guy Peterson
Sy maakte Maîtresse voor een ander productiehuis, maar in 2021 begon ze voor zichzelf. Inmiddels heeft Kalista Productions een vijftigtal mensen in dienst en produceerde ze twee grote nieuwe series – de volgende is in de maak. De voertaal is een mix van Frans en Wolof en de thema’s, net als de vrouwen die ze neerzet, zijn persoonlijk: versies van zichzelf en mensen om haar heen. „Vrouwen die vechten voor hun overtuigingen en tegen hun eigen angsten.”
Persoonlijk
Sy’s meest persoonlijke project is Yaay 2.0, waarvan het tweede seizoen nu zowel op televisie als YouTube verschijnt. Yaay, ‘moeder’ in Wolof, gaat over misschien wel een van de grootste taboes in een samenleving waarin alles om familie draait: onvruchtbaarheid. Een moeras waarin Sy en haar man, een informaticus, al een aantal jaar wegzinken. Hij was het die zei dat ze er een serie over moest maken, vertelt Sy. „Het werd onze therapie.”
Hoofdpersonages zijn Kala en Sandiéry, die drie jaar nadat ze zijn getrouwd nog altijd geen kinderen hebben. Terwijl Sandiéry weigert zijn sperma te laten testen (later in de serie blijkt hij onvruchtbaar), kijkt hun omgeving naar Kala. Het script staat vol eigen, pijnlijke anekdotes, vertelt Sy. En van vrienden in soortgelijke situaties. Collega’s die vragen „waar die baby nou blijft”, schoonmoeders en tantes met ongevraagde adviezen.
Zo is er een scène waarin Kala woest hun keukenkastjes opentrekt en flessen met bruinige brouwsels en leren amuletten tevoorschijn haalt – voorgeschreven door de marabouts, spirituele leiders van ‘meedenkende’ familieleden, die beloofden dat ze daarmee wel een kind zou krijgen. „Je moeder, je tantes, iedereen stuurt mij dit. Ik neem zoveel in dat ik niet meer weet wie ik ben”, schreeuwt ze tegen Sandiéry. „En jij? Wat zeggen ze dat jij moet doen? Niets.”
Het ‘probleem’ ligt bij haar, natúúrlijk. Mannen zijn niet onvruchtbaar. „Dat is hoe er in onze samenleving naar wordt gekeken”, zegt Sy. „Ook mannen lijden daaronder.” Zo is Sandièry gebaseerd op de echtgenoot van een goede vriendin. Ook zij werden maar niet zwanger, maar hij durfde zijn sperma niet te laten onderzoeken. „Hij was bang voor de uitkomst”, zegt Sy. „Want stel dat-ie onvruchtbaar was? Terwijl: hij is zelf arts.”
Yaay moest mensen wakker schudden, zegt ze. „Onderzoeken tonen aan dat de vruchtbaarheid van mannen de afgelopen vijftig jaar is gehalveerd. Gehalveerd! Dat lijkt nu vooral een probleem in het Westen, maar het is een kwestie van tijd voordat stellen hier in Senegal en elders in Afrika tegen hetzelfde aanlopen.”
Dat blijkt ook uit de reacties onder de afleveringen die ze op haar YouTube-kanaal plaatste en die gemiddeld anderhalf miljoen kijkers trokken. „Na vijf jaar huwelijk zonder kinderen heb ik een spermaonderzoek laten doen”, schrijft ene Boubacar onder aflevering twee. „Ik bleek onvruchtbaar. Onze gynaecoloog zei dat we moesten hopen op een wonder.”
Bij Bio24, één van de grootste private laboratoria in Dakar die fertiliteitsonderzoeken doen, vertelt een laborant desgevraagd dat sinds het eerste seizoen van Yaay 2.0 in 2022 verscheen het aantal aanvragen voor spermaonderzoeken zichtbaar steeg. „Het zijn nog vaak de vrouwen die mailen”, zegt hij. „Maar hun mannen komen wel.”
De serie won verschillende prijzen, waaronder recentelijk voor ‘beste scenario’ tijdens Dakar Series, een pan-Afrikaans festival. In het tweede seizoen gaat Sy nog verder. Ze raakt aan zelfmoord, een doodzonde binnen de islam. En aan abortus, terwijl Senegals abortuswet een van de strengste ter wereld is (alleen als de moeder in levensgevaar is mag het, en zelfs dan zijn er voorwaarden).
Sy: „We gaan er misschien niet diep op in, maar we benoemen het wel. Omdat het onderdeel is van onze realiteit. Ook dat hoort thuis op het scherm.”
Therapiesessie
Verderop in Dakar, in een wijk waar een modern appartementencomplex tussen villa’s met metershoge hekken uit de grond is gestampt, wordt drukt gewerkt aan haar volgende project: Plan à 3, over twee beste vriendinnen die besluiten beiden met hun goede vriend te trouwen (polygamie is veelvoorkomend in Senegal). Een „ontzettend slecht idee” dat zij ooit zelf had, vertelde Sy. „Gelukkig dat mijn man mij daarvanaf wist te brengen.”
Tussen de verder nog onbewoonde appartementen bevindt zich achter één deur een wereld van crème, goud en zachte wollen tapijten waar mensen in en uit lopen. Twintigers, dertigers. De één met een lichtbalk in de hand, de ander met een microfoon aan een lange stang. Ertussen twee actrices op intimiderend hoge hakken en in lange zomerjurken die take na take veinzen op te schrikken van hun binnenstormende ‘schoonmoeder’.
In een hoek uit beeld zit Medoune, Sy’s echtgenoot, die inmiddels al geruime tijd meeloopt op haar sets als hoofd productie. Ook aanwezig, zwaaiend met een script, is Roger Salah (31). De Senegalese steracteur, met hetzelfde stoppelbaardje als toen hij Sandiéry speelde in Yaay, is nu aangesteld als coach. Kalista en hij werken al zo’n vijf jaar samen, zegt Salah. „Ik denk dat niemand scripts zo vanuit het hart kan schrijven als zij.”
Het is soms opleiding en therapiesessie in één, niet in de laatste plaats omdat veel stereotypen ook in hen verankerd zijn.
Ze wil ons vrouwen bevrijden, voegt Adji Seynabou Diakhaté Ndiaye (28) – of Yakhi, zoals ze in de serie heet – tussen takes door toe. „In haar wereld zijn we travailleuse, bosseuse.” Harde werkers. „In plaats van dat we alleen maar bezig zijn met trouwen en baren.”
Bevrijden, ja. Dat wil ze, zegt Sy. „Er kwam laatst een moeder met twee dochters naar me toe. ‘Bent u Kalista?’, vroeg ze. Toen ik ja antwoordde, keerde ze zich naar haar meiden en zei, ‘zij is het die de verhalen van ons vrouwen vertelt’.”
Voor haar, zegt Sy, was dat „de apotheose”. Mede daarom begon ze in januari de writers’ room, om een nieuwe generatie vrouwelijke scriptschrijvers („en Loïc”) op te leiden. Door hen, acht in totaal, mee te laten werken aan haar scripts en hen te helpen hun eigen scripts te ontwikkelen. Het is soms opleiding en therapiesessie in één, lacht Sy. Niet in de laatste plaats omdat veel stereotypen ook in hen verankerd zijn.
Zo werkt het team deze middag aan het scenario voor een serie over bodyshaming. Het personage Kalista, een wat stevige jonge vrouw, staat daarin centraal („ik ben het, maar ook weer niet”). Ook ligt er een begin van een script over vier vriendinnen van in de vijftig – de een weduwe, de ander gescheiden – en hun seksuele verlangens. „Die serie gaat ons allemaal de gevangenis in jagen”, grapt Sy en ontsteekt, opnieuw, in een schaterlach.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Een visagiste op de set van Plan à 3” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Een visagiste op de set van Plan à 3” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-7.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/16193929/web-1611LEV_kalista_opnames3.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-39.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-37.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-38.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-39.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/in-de-wereld-van-kalista-sy-is-geen-onderwerp-taboe-40.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/q4y5bYKopIVMEz1X2mCARlwUIZg=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/16193929/web-1611LEV_kalista_opnames3.jpg 1920w”>
Tijdens de opnames voor Kalista Sy’s tv-serie Plan à 3 over polygamie door twee best vriendinnen.