Column | Ik was trots: een concert, in Nederland, waar iedereen zijn mond hield

Frank Huiskamp

Eerder deze maand genoot ik in Tilburg van een zeldzame vertoning: een stil Nederlands concertpubliek. Ik stond ergens halverwege de zaal in 013, in de buurt van een bar nota bene, en meerdere keren tijdens de show van de Amerikaanse artiest Bon Iver was het muisstil. Mensen lúísterden, ademloos, zonder het ook maar één keer te hebben over hun werkdag of wat ze net gegeten hadden. Ik voelde een soort trots, ook tegenover meneer Iver: kijk, we kúnnen het wel.

Ik heb geen idee of Nederlandse concertgangers er bij artiesten zo slecht op staan als wij bij onszelf, maar we zijn een luid stel mensen, bijzonder praatgraag, en dat houdt niet op bij de ingang van een concertzaal. Nederlanders lijken elkaar toch altijd een beetje belangrijker te vinden dan de artiest op het podium. Alsof die er slechts is voor de muzikale begeleiding van een gesprek. Des te opvallender dus als iedereen een keer z’n mond houdt.

Overigens ben ik niet de leukste persoon om bij in de buurt te praten. Wat dat betreft ben ik dan ook weer heel Nederlands. Vorig jaar duwde een groepje Gen Z-heuptasjes zich door de menigte een tent in op Lowlands om vervolgens – een deel van hen met de rug naar het optreden toe – aan één stuk door te tetteren. Toen ik ze vroeg waarom ze per se ín de tent, naast mij, moesten staan voor dit gesprek dat het liefst buiten (of helemaal niet, nog beter) plaats had kunnen vinden, werd mij gevraagd wat mijn probleem was. Dat had ik net uitgelegd.

Ik geef het artiesten sowieso maar te doen hoor, festivals. De voorste rij komt voor jou, de rest is komen aanwaaien tussen het drinken door of omdat het net is gaan regenen. En dan heb je in Nederland ook nog eens de pech dat er allemaal Nederlanders staan.

Maar een beetje kletsen verbleekt bij enkele berichten uit het buitenland van de afgelopen paar weken over artiesten die met veel ernstiger incidenten te maken kregen. Zangeres Ava Max werd in Los Angeles in haar oog gekrabd door een fan die het podium op was gerend, zangeres Bebe Rexha kreeg een telefoon in haar gezicht gesmeten in New York. In het recentste geval kreeg zangeres Pink in Londen niet zozeer fysiek klappen, maar waarschijnlijk wel een mentale, toen een fan een zakje as op het podium gooide en beweerde dat dat van haar moeder was. „I don’t know how to feel about this”, zei Pink verbouwereerd. Dat vond ik nog lief.

Het waren ongetwijfeld mensen die in hun blinde verering naar een soort erkenning van hun bestaan zochten bij hun idolen, maar het is tegelijkertijd ziekelijk narcisme. In Nederland gooien we alleen met objecten naar voetballers, artiesten krijgen hoogstens een plastic bekertje bier in hun gezicht.

Nee, té veel met de artiest bezig zijn, is misschien nog wel ernstiger. Dus baad ik de komende dagen op Rock Werchter met liefde in het achteloze geroezemoes van duizenden mensen die honderden euro’s betalen voor wat achtergrondmuziek.

Frank Huiskamp verving deze maand op woensdag en vrijdag Marcel van Roosmalen.