Wantrouwen tussen rijke en arme landen domineert VN-top over biodiversiteit


VN-conferentie In Montreal wordt onderhandeld over een mondiaal akkoord over de bescherming van biodiversiteit. Wantrouwen tussen arme en rijke landen domineert.

Luchtfoto van gekapt regenwoud in Labrea, in het Braziliaanse Amazongebied, in september 2021.
Luchtfoto van gekapt regenwoud in Labrea, in het Braziliaanse Amazongebied, in september 2021.

Foto Mauro Pimentel / AFP

‘Ons huis staat in brand”, schreef de Franse president Emmanuel Macron in de zomer van 2019 op Twitter, bij een foto van een grote bosbrand in het Amazoneregenwoud in Brazilië. Volgens Macron was er sprake van „een internationale crisis”. ‘Ons huis? Hoezo?’, was de woedende reactie van de Braziliaanse president Jair Bolsonaro. Wat is dat voor „misplaatste kolonialistische manier van denken”? De Amazone is van Brazilië en van niemand anders.

Deze woordenstrijd tussen twee presidenten laat goed zien waarom internationale onderhandelingen over het beschermen van natuur en ecosystemen zo moeizaam verlopen. De verwijten die Macron en Bolsonaro elkaar maakten, belemmeren op dit moment de voortgang bij de grote biodiversiteitstop in Montreal. Deze conferentie, die woensdag begon, moet op 19 december eindigen met een mondiaal akkoord over bescherming van de biodiversiteit op aarde.

Net als een paar weken geleden tijdens de klimaattop in Sharm-el-Sheikh, wordt de sfeer in Montreal gekenmerkt door wantrouwen tussen rijke en arme landen, door onenigheid over wie verantwoordelijk is voor de kosten, en door economische belangen die bij elk besluit een rol lijken te spelen.

Een ingelaste overlegronde in de dagen voordat woensdag de officiële onderhandelingen begonnen, heeft amper iets opgeleverd. Nog steeds zijn er meer dan duizend passages (soms een enkel woord, maar soms ook hele alinea’s) in de ontwerptekst van het akkoord waarover partijen lijnrecht tegenover elkaar staan.

Over het belang van een nieuw akkoord bestaat geen twijfel. „Het verlies en de achteruitgang van de biodiversiteit brengt kosten met zich mee die we niet alleen meten in dollars”, hield Inger Andersen, hoofd van de milieuorganisatie van de Verenigde Naties, de deelnemende landen deze week voor, „maar ook in middelen van bestaan, honger, ziekte, kwetsbaarheid, welzijn en sterfte. En dat hebben we onszelf aangedaan.” Montreal biedt volgens haar dé kans „om een nieuwe start te maken met het beschermen en herstellen van het web van leven.” Dat lukt alleen met „een ambitieus en effectief mondiaal biodiversiteitsakkoord”.

Terug naar de clash tussen Macron en Bolsonaro over een van de meest iconische ecosystemen van de wereld. Macron besloot destijds om de bosbranden aan de orde te stellen in een overleg van de G7, de groep van rijkste landen. De verwoesting van de Amazone was volgens de president „een onderwerp voor de hele planeet”, hij vond zelfs dat van buitenaf zo nodig moest worden ingegrepen om het regenwoud te redden. Bolsonaro was verontwaardigd dat rijke landen dachten dat ze wel even konden beslissen over natuurgebieden in landen die niet eens bij die besluitvorming betrokken werden.

Resterend regenwoud

Macrons zorgen waren terecht. De Amazone, een regio met ongeveer 40 procent van het resterende regenwoud op aarde en een kwart van alle biodiversiteit op land, staat zwaar onder druk door houtkap, die veelal illegaal gebeurt. En de destijds pas aangetreden Bolsonaro maakte er geen geheim van dat hij het uitgestrekte gebied wilde exploiteren ten bate van de economie van Brazilië – of op zijn minst van zijn eigen vrienden.

De Braziliaanse president wilde de regels voor houtkap versoepelen en kneep een oogje dicht als stukken bos illegaal werden gekapt of afgebrand. Hij bezuinigde op milieuagentschappen en op INPE, het instituut voor ruimteonderzoek dat via satellietdata in kaart brengt waar het fout gaat. De gevolgen van dat beleid waren desastreus. In de eerste drie jaar van Bolsonaro’s ambtstermijn werd volgens INPE zo’n 34.000 vierkante kilometer bos gekapt – een gebied ter grootte van het landoppervlak van Nederland.

Toch was ook de verontwaardiging van Bolsonaro begrijpelijk. Hij verweet Macron hypocrisie. Want deed Brazilië iets anders dan Europa in afgelopen eeuwen heeft gedaan? Op een paar kleine stukjes in Polen en andere Oost-Europese landen na, zijn alle Europese oerbossen vernietigd. Ze hebben plaatsgemaakt voor steden, voor wegen, en bovenal voor landbouwgrond. Natuur betaalde de prijs voor de groei van rijkdom en welvaart in Europa. Dus met welk recht kon Europa nu van Brazilië vragen om zijn bossen beter te beschermen?


Lees ook: De snelheid waarmee dieren en planten uitsterven, was in tien miljoen jaar niet zo hoog

De ontbossing in het Amazonegebied heeft van Brazilië de grootste producent van soja ter wereld gemaakt. En die soja wordt voor een belangrijk deel rechtstreeks naar Europa verscheept om als veevoer te dienen – ook in Nederland. Uit een onderzoek in het wetenschappelijk tijdschrift Science bleek twee jaar geleden dat zeker een vijfde van alle Braziliaanse soja die in Europa aan vee wordt gevoerd, is ‘besmet met illegale ontbossing’ – net als 17 procent van al het vlees dat uit Brazilië wordt geïmporteerd.

De Europese Unie heeft deze week besloten dat consumptie in Europa niet langer ontbossing mag veroorzaken. In een nieuwe wet worden Europese bedrijven verplicht om te bewijzen dat hun productieketen ‘veilig’ is. Dat is niet alleen van belang voor soja, maar ook voor bijvoorbeeld palmolie, cacao en rubber.

Er lagen ook twee andere voorstellen die het niet zullen halen. Een voorstel zou Europese financiële instellingen verplichten om aan te tonen dat hun investeringen niet tot ontbossing leiden. Ook het voorstel om niet alleen bossen, maar ook andere natuurgebieden, zoals savannes en veengebieden op deze manier te beschermen, ketste af.

Verantwoordelijkheden

Maar: het Europese akkoord over het tegengaan van ontbossing, hoewel nog niet optimaal, laat zien hoezeer ontbossing alleen mondiaal kan worden opgelost „in overeenstemming met de gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheden […] en de sociale en economische omstandigheden” van ieder land – zoals het sinds dertig jaar wordt geformuleerd in de milieuverdragen van de Verenigde Naties. Of het nu gaat om het voorkomen van klimaatverandering of om het behoud en terugbrengen van natuur en ecosystemen, volgens de VN ligt de verantwoordelijkheid in eerste instantie bij rijke landen, die ontwikkelingslanden moeten ondersteunen met geld en kennis.

„Capaciteitsopbouw [en] financiering” zijn ook belangrijke doelen voor de onderhandelingen over biodiversiteit die minister Christianne van der Wal (VVD, Natuur en Stikstof) in april formuleerde in een brief aan de Tweede Kamer over de top in Montreal. De kabinetsinzet is „onveranderd ambitieus”, schreef Van der Wal, die komende week namens Nederland in Montreal is.

Wat die ambities voor Nederland zelf betekenen, komt in de zeven pagina’s tellende Kamerbrief ondertussen nauwelijks aan bod. De minister verwijst met slechts één zin naar „het kabinetsbeleid en de daarbij behorende middelen voor natuurherstel en het oplossen van de stikstofproblematiek”. Volgens veel wetenschappers kan dat onmogelijk zonder dat de veestapel fors krimpt. Dat zou niet alleen de biodiversiteit in Nederland, maar ook die in Brazilië ten goede komen.