Even regende het de afgelopen dagen. Maar droogte teistert grote delen van Nederland, en in bijvoorbeeld Zuid-Limburg mag van het waterschap water uit sloten en beken niet meer gebruikt voor het beregenen van gewassen. En op de Veluwe verbiedt het waterschap het onttrekken van oppervlaktewater.
Dat zijn maatregelen die de waterschappen nú nemen. Maar wat doen zij op de lange termijn om Nederland voldoende nat of droog te houden? Inmiddels zijn, 3,5 maand na de verkiezingen, ook de laatste coalitieakkoorden bekrachtigd, en alle nieuwe dagelijkse besturen geïnstalleerd.
Net als bij de provinciale verkiezingen werd de BoerBurgerbeweging (BBB) in maart de grote winnaar, met 118 van de 518 zetels, en in 13 van de 21 waterschappen. Water Natuurlijk (gesteund door GroenLinks, D66 en Volt) kreeg 91 zetels, en werd de tweede partij. Dat vertaalt zich ook in de besturen, in 16 van de 21 waterschappen doet BBB mee aan de coalitie. Water Natuurlijk aan 12 van de 21.
Dat zegt nog weinig over wiens belangen meer zullen worden gediend, die van de landbouw of van de natuur. De coalitieakkoorden hebben polderende titels als ‘Water verbindt’ en ‘Samen werken aan water, voor nu en later’. Het zegt ook niet dat er een radicaal andere koers wordt ingezet; in alle coalitieakkoorden wordt verwezen naar de klimaatdoelen die moeten worden gehaald, en naar Europese normen voor schoon water.
Geborgde zetels
Het geeft volgens politicoloog Hans Vollaard, universitair docent aan de Universiteit van Utrecht en auteur van het boek Waterschappen, aan dat BBB „niet per se antiklimaat is”. Maar zegt hij, het is schijn om te denken dat er weinig is veranderd. „Maakt het uit dat BBB meebestuurt? Ja. De verwachting was dat doordat het aantal vaste gereserveerde zetels voor bedrijven verdween, en dat voor de landbouw verminderde, de stem voor de natuur zou vergroten. Door de komst van BBB is de boerenstem op peil gehouden.”
Vollaard ziet nog een „opvallende ontwikkeling”: „De afgelopen jaren was het soms per ongeluk dat een dagelijks bestuur niét over het midden ging en een duidelijk profiel had.”
Grofweg zijn er volgens Vollaard twee kampen: een zuinig ondernemend kamp dat opkomt voor de belangen van boeren en bedrijven, en een sociaal groen kamp dat opkomt voor de natuur en de kosten voor inwoners wil beperken. Nu hebben enkele waterschappen, waaronder Rijnland (omgeving Leiden) en Delfland (omgeving Den Haag), een duidelijk rechtse signatuur. InDelfland bestaat de coalitie uit BBB, VVD, CDA/CU-SGP en Natuurterreinen, en wordt deze gesteund door rechtse partijen als JA21 en BVNL.
Elders werken de twee ‘kampen’ nog wel samen. BBB en Water Natuurlijk vormen in meerdere waterschappen een coalitie, in De Stichtse Rijnlanden (bij Utrecht) ook met de Partij voor de Dieren. Vollaard zegt: „Ook boeren hebben schoon en voldoende water nodig, net als natuurgebieden. Er zijn gedeelde belangen.”
„Het verschil is het tempo waarin de coalities doelen willen halen, niet in wezenlijke tegenstellingen”, zegt Vollaard. „Het kost geld om sneller een circulaire economie of sneller water zonder vervuilende grondstoffen, te krijgen.” En dan is de vraag bij wie de rekening wordt gelegd: boeren of inwoners.
Het vroegpensioen bij de politie is opgelost dus we kunnen weer lekker naar Ajax. Dit is kort samengevat de problematiek van ons land, waarin een vijfde van de mensen worstelt met zijn of haar seksuele voorkeur. Laatst las ik ook nog dat we hier innerlijk vechten met een onoverbrugbare orgasmekloof. Misschien moet die Marjolein Faber dat soort borden bij de azc’s plaatsen. Dat een deel van ons volk slecht klaarkomt en ook niet zo goed weet met wie dat het gezelligst is. Ik zou het dan als vluchteling wel weten. Wegwezen uit deze seksuele twijfelchaos. Op dat gendergewiebel zit ik in mijn nieuwe leven niet te wachten. Dan maar weer lekker naar de honger en de oorlog.
Deze week zag ik een aantal kleine stukjes politieke schaamteloosheid op de televisie. Allemaal zeer vermakelijk. Zoals Yesilgöz die over het antisemitisme van de NS begon. Waarom? Omdat de NS geen pro-Palestijnse demonstraties in hun stations ging verbieden. Later bleek dat de NS demonstraties helemaal niet kan verbieden. Van wie die betogingen ook zijn. Toen ik Dilan daar in een van die beetje smakeloze WNL-fauteuils zag zitten, vroeg ik me af of die Bert Huisjes daar op dat moment ook weer gezellig rond scharrelde. Met Loek Hermans? Het gerucht gaat dat Loek mee gaat doen aan de nieuwe Voice. Als jurylid. Hij krijgt als enige geen draaistoel. Loek draait zelf.
Is het een idee om een aantal binnenkort ontslagen lijnrechters van Wimbledon te vragen om naar Den Haag te komen? Zodat politici van tevoren bij hen kunnen toetsen of het een beetje klopt wat ze willen gaan zeggen?
Dat had die Purmerendse Fleur Agema ook weer een hoop schaamrood gescheeld. Zij moest gisteren allerlei domme woorden terugnemen omdat zij de functie van de Eerste Kamer niet helemaal had begrepen. Het ging over die smakeloze noodwet. Het liefste wat ze na afloop zei? Dat ze juist respect heeft voor het parlement. Dat is een goede tekst voor een minister. Een vicepremier zelfs. Ik vrees dat de doortastende premier Dickie dat in haar domme oortjes heeft gefluisterd. Met hem had ze even eerder een stevig gesprek gehad. „Dus je zegt dat je de democratie respecteert!”
Dat ik dit ooit nog eens serieus op zou schrijven: dat we in 2024 een vicepremier hebben die openlijk verklaart dat ze de parlementaire democratie respecteert.
Schoolmeester Schoof heeft het nog best druk om al die rechtse kleuters uit te leggen hoe zo’n parlementaire democratie werkt. Of hij Wilders ook tot de orde heeft geroepen na zijn oproep om burgemeester Halsema te deporteren? Ik denk dat hij dat laat zitten. Onze premier realiseert zich dat het waterstofperoxide bij de leider van de PVV nu toch echt door de schedel lijkt te zijn gaan lekken en dat dat de hersenschade veroorzaakt die zich steeds meer openbaart. Dan krijg je wartaal. Hoe wil Geertje Femke eigenlijk deporteren? Met een trein van de NS? En waar moet ze dan heen? Wie wil nog vreemdelingen hebben? Orbán?
Er sjouwt veel door mijn hoofd. Veel over noodwetten en nog meer over burgemeesters. Wanneer geven burgemeesters toestemming voor een demonstratie? Moet die van Gaza groen licht geven voor een Israëlisch bombardement op een school of een ziekenhuis? Of is dat een hele domme vraag? Dat geldt ook voor de schofterige inval van Hamas op 7 oktober.
Wie geeft toestemming voor alle moorden? God? Allah? Jaweh? De Nobelprijs voor de Vrede gaat dit jaar naar een club die opkwam voor de slachtoffers van Hiroshima. Die bom viel bijna tachtig jaar geleden. Symbolisch nu de wereld wankelt en een nieuwe nucleaire oorlog dreigt? Ik ben bang, maar angst is een slechte raadgever.
En 7 oktober was ook een droeve dag omdat toen bekend werd dat Johan Neeskens was overleden. De koning van de harde, faire tackle en de pingel snoeihard rechtdoor. Was hij maar in de politiek gegaan. En nu ga ik me verder druk maken. Om het vroegpensioen bij de politie en de verschrikkelijke orgasmekloof. Ik hoop zo dat ons land het redt.
Het is herfst en dus heeft de politie zich vlak na een stoplicht verdekt opgesteld om fietsers voor ontbrekende lampjes te bekeuren. In het voorbijgaan zie ik hoe een jonge agent een dame aanhoudt, nog voordat zij goed op gang is gekomen. „Goedenavond mevrouw”, zegt de agent, „U hebt geen verlichting.” De fietster reageert verbaasd: „Maar ik sta stil.” Waarop de agent bestraffend zegt: „Nou mevrouw, die smoes kunt u echt niet meer gebruiken. U neemt deel aan het verkeer en voert geen licht.” De dame wijst naar haar voorwiel: „Mijn fiets heeft een dynamo.”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Geert Wilders doet er áltijd nog een schepje bovenop. Ook deze week. Op maandagavond „mag” Femke Halsema, burgemeester van Amsterdam, het land uit samen met „dat tuig”, zoals hij de pro-Palestijnse demonstranten op de Dam noemt, op de dag van de herdenking van de aanval van Hamas op 7 oktober. De tweet roept felle reacties op, al houdt premier Dick Schoof zich dan nog op de vlakte. Een dag later zegt Wilders dat Halsema ontslagen moet worden. Een van zijn Kamerleden, zegt hij in de gang van de Tweede Kamer, zal daar in een debat om vragen, de volgende dag.
De Kamerleden van de PVV doen wat Geert Wilders zegt. Zo gaat het al jaren. Elk plan dat ze hebben, alles wat ze willen zeggen in debatten – híj moet het goed vinden, anders gaat het niet door. Want Geert Wilders is de PVV. Alleen hij is lid van de partij, er zijn geen lokale afdelingen, er zijn nooit PVV-congressen. Niemand anders dan Wilders bepaalt wat de partij doet en denkt.
De week van de herdenking was heel anders, op zondag, begonnen met een conflict tussen VVD-leider Dilan Yesilgöz en Femke Halsema over het demonstratierecht. Maar op de dag van de herdenking heeft niemand het nog over Yesilgöz. Wilders zet de toon door te doen wat hij altijd doet: zijn schepje er bovenop. Andere lokale bestuurders schieten Halsema te hulp.
De partijen die met de PVV in een regering zitten, wisten al in de formatie hoe ingewikkeld vooral de tweets van Wilders zouden gaan worden. „Ik tweet wat ik wil”, zei hij toen al. Zoals hij in 2010, als gedoogpartner van het kabinet-Rutte I aan de VVD en het CDA duidelijk had gemaakt: „Ik blijf zeggen wat ik wil.”
En dat zegt hij ook weer deze week, buiten de grote debatzaal van de Tweede Kamer. Zijn boodschap is al jaren dat niemand hem tegenhoudt. Ook weer vorige week zondag in Noord-Italië op een bijeenkomst met andere radicaal-rechtse partijen. Hij roept steeds weer het beeld op van tegenstand, die hij dan „overwint”.
De VVD, een van zijn coalitiepartners, lijkt er bijna moedeloos van te worden. Yesilgöz had het in de wandelgangen van de Tweede Kamer deze week over „rood vlees” dat Wilders „in de arena” gooit, in de hoop dat iedereen erop reageert – wat dan ook gebeurt. VVD-Kamerlid Thierry Aartsen gebruikte daarna in een debat dezelfde woorden en zei dat het allemaal „politieke spelletjes” waren, een „trucje”.
Zo reageerden VVD’ers ook toen de PVV van Wilders nog in de oppositie zat. Het „stuk rood vlees” was Mark Ruttes vaste uitdrukking om Wilders te kunnen negeren. Nu is alles anders, Yesilgöz kan over haar coalitiegenoot niet meer doen alsof het niet uitmaakt wat hij zegt. Het doet er wél toe. Dat de VVD’ers vasthouden aan een oude gewoonte in een nieuwe situatie, lijkt erop te wijzen dat ze niet goed weten wat ze met hem aan moeten. Wilders is op verkiezingscampagne, dat zien ook ándere partijen in de coalitie.
Alsof hij geen regeringspartij is.
Onderling gedoe
Het gaat al vanaf het begin moeizaam in de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB. In Den Haag gelooft bijna niemand nog dat ze het lang met elkaar gaan volhouden. Week na week is er onderling gedoe, de vier partijleiders hebben weinig contact met elkaar, in de vier partijen wordt wel veel óver elkaar gepraat. VVD’ers hebben het idee dat ze in de coalitie omringd worden door „amateurs”, politici die niet lijken te snappen hoe bestuur werkt, hoe je onderhandelt om iets voor elkaar te krijgen. En dat je als grootste partij, de PVV, je ook hoort te gedrágen als grootste partij: dan moet je geven en nemen, de boel bij elkaar houden. In plaats daarvan veroorzaakt de partij van Wilders elke week opnieuw chaos.
VVD, NSC en BBB wisten met wie ze te maken kregen, en dus maakten ze al vroeg in de formatie afspraken om de democratische rechtsstaat te beschermen. Daar staat onder meer in dat ze, „een open, feitelijk en fel debat” willen, maar „elkaar en anderen daarbij heel laten.” En dat ze „de instituties die de rechtsstaat dragen” zullen „respecteren”. Maar doe je dat als je, zoals Wilders, de premier „slappe hap” noemt? Of de burgemeester van Amsterdam wil ontslaan?
De coalitiepartners zeggen er tot nu toe steeds weinig over. Ook Dick Schoof houdt zich eerst nog stil. Op dinsdag wil hij alleen „in zijn algemeenheid” zeggen dat het kabinet „elke burgemeester in Nederland gewoon steunt.”
Een dag later, en pas nadat minister van Binnenlandse Zaken Judith Uitermark van NSC de tweet van Wilders „ongepast’’ had genoemd, wordt Schoof feller. Hij wil „klip-en-klaar” zijn, zegt hij in de Tweede Kamer, en hij vindt het „echt veel te ver gaan” dat een PVV’er in de debatzaal had gevraagd om het ontslag van Halsema „om politieke redenen”. Maar hij heeft het dus níet over Wilders? „Hoe gek het misschien ook mag klinken, maar mijn reactie is geen reactie op een tweet van een fractievoorzitter”, aldus Schoof.
Want dat wil hij niet doen. Dat heeft hij zich vanaf het begin voorgenomen. Maar door zijn zwijgzaamheid, én die van de andere coalitiepartijen, krijgt Wilders alle ruimte. Die hij voluit gebruikt. Andersom houdt hij de andere partijen strikt aan de afspraken uit het hoofdlijnenakkoord, om te beginnen die over de asielcrisis die het kabinet wil uitroepen. Eerst zei hij: „Afspraak is afspraak.” En al snel daarna dreigde hij met de val van het kabinet.
Aandacht afleiden
Toch kennen de coalitiepartners ook een andere kant van Wilders. Toen het erop aankwam na de zomervakantie, in de nacht van de onderhandelingen over de begroting, was het Wilders die voorkwam dat het kabinet-Schoof viel. Hij kreeg fractievoorzitter Pieter Omtzigt van NSC zover dat die de financiële plannen steunde, al was Omtzigt dat eerder die nacht niet van plan. Ook in de moeizame formatie was het Wilders die een paar keer voor elkaar kreeg dat er toch weer verder werd gepraat. Hij wilde per se dat het zou lukken met het kabinet.
Waarom hij dan toch steeds het kabinet-Schoof in gevaar brengt, en het zijn coalitiepartners moeilijk maakt?
Niemand weet het echt. Al gaat in de coalitie wel rond dat hij met relletjes de aandacht probeert af te leiden van wat er niet lukt. Alleen al deze week bleek dat een meerderheid in de Tweede Kamer wil dat er géén waarschuwingsborden komen bij azc’s, zoals minister van Asiel Marjolein Faber van de PVV wil. Een meerderheid in de Eerste Kamer wil niet dat het kabinet het noodrecht gebruikt om de asielcrisis uit te roepen. En Faber moest een „vergissing” toegeven over de spreidingswet. Tegen lokale bestuurders had ze gezegd dat die nog een paar jaar van kracht bleef, in de Tweede Kamer zei ze dat ze „vermoeid” was geweest toen ze dat zei: volgens haar wil het kabinet toch zo snel mogelijk van die wet af.
In Den Haag zien politici ook dat Wilders met zijn gedreig NSC onder druk zet om akkoord te gaan met een noodwet over asiel. NSC staat zwak: partijleider Pieter Omtzigt zit thuis, in peilingen staat NSC, dat nu twintig zetels heeft, op drie tot vijf zetels. Maar wat als NSC zich niet onder druk láát zetten en de noodwet om staatsrechtelijke redenen afwijst? Neemt hij dan zijn verlies, zonder crisis?
Wat Wilders doet, is ongewoon in Den Haag. Hij is voor zijn coalitiepartners onvoorspelbaar.
Maar ook, zo lijkt het, voor zijn eigen bewindslieden in het kabinet. Op de avond dat Schoof „klip-en-klaar” had gezegd dat de woorden van Wilders over Halsema „veel te ver” gingen, zei Ingrid Coenradie, staatssecretaris van Justitie (PVV), op tv dat het kabinet met één mond sprak. „Ik sta achter de woorden van Dick Schoof en die zijn contrair met de woorden van de heer Wilders.”