Column | Wie er niet bij is, heeft pech gehad

Joyce Roodnat

Het Holland Festival is bijna afgelopen, dus alvast maar even: wat was het mooiste? Waarvan zal ik me over jaren nog allerlei details herinneren die niemand meer iets zeggen maar mij wel? Nou, dat was het avondje van Ed Atkins. Ik kende ‘m als videokunstenaar, maar hier stond hij met een optreden in het theater aangekondigd. Hij draagt een gedicht voor, las ik in een voetnoot bij de recensie van zijn video The worm. Eén keer doet hij het, wie erbij is, is erbij. Wie niet die heeft pech gehad.

Hij draagt een gedicht voor? Van Gilbert Sorrentino, zie ik. Geen beroemde naam. Ik ken zijn werk doordat we hem thuis verwarden met cineast Paolo Sorrentino (La grande bellezza), daarom bestelden we een titel. Waarop er uit Oklahoma een afgeschreven bibliotheekboek werd bezorgd, met een uitleenstrook zonder stempels. Niet één keer geleend. Hij schrijft en grijpt je bij je mouw.

Ook zijn gedicht dat Ed Atkins voordraagt, mikt op het onuitsprekelijke. En spreekt dat dan toch uit. Zo’n beetje. Het heet ‘Morning Roundup’. Dit is het:

I don’t want to hear any news on the radio

about the weather on the weekend. Talk about that.

Once upon a time

a couple of people were alive

who were friends of mine.

The weathers, the weathers they lived in!

Christ, the sun on those Saturdays.

Meer niet. 47 woorden telt het, en het is boordevol. Het verstookt melancholie, rouw, geluk, gemis, nostalgie, vriendschap. Er zit klein welbehagen in en levenslust. En nog meer, wat ik besef dankzij de voordracht van Ed Atkins. Ik ken hem van zijn agressieve virtuele zelf uit zijn videokunst. Maar hij raakt me nu pas, met zijn echte zelf.

In een broze, hartveroverende performance draagt hij Sorrentino’s gedicht voor. Steeds opnieuw. Steeds anders. Zelfverzekerd, aarzelend, ontwapenend, afraffelend. Vermoeid, omzichtig, vol goede moed. Alles haalt hij eruit, met een accent op een woord of een een pauze of een versnelling. Met een lepe blik, met een lachje, met een snorkje.

Het is spannend, het is opletten geblazen.

Maar wacht even, het begint al met de titel. Atkins’ performance heet Epitaph. ‘Grafschrift’. ‘Samenvatting’. ‘Wat blijft’. En zo onderging ik het ook. Maar in Brussel noemde hij hem Mute (2020). ‘Met stomheid geslagen’. En in Londen (2019) koos hij voor A Catch Upon the Mirror. ‘Een glimp in de spiegel’. Elke titel stuurt het gedicht in een eigen richting. Alle keren dat Atkins het voordraagt, neemt het een andere afslag. En steeds is de taal leniger dan je voor mogelijk hield.

Atkins bracht me bij dat ik altijd op de uitkijk kan staan, liefst voor elk woord. Ik zal dat nooit vergeten.

Na een zomerstop is Joyce Roodnat terug in september.