N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Simcha (23) heeft last van huisstofmijt, Bram (20) wordt geplaagd door kakkerlakken en Jaimy (19) treft vier kinderen tussen de vijf maanden en zes jaar aan in haar New Yorkse gastgezin. Een nieuwe serie Au pairs (BNNVARA) is begonnen; vier jonge Nederlanders verblijven drie maanden bij een Amerikaans gezin om voor de kinderen te zorgen. In aflevering 2 van dinsdag hebben er drie kennisgemaakt met de ouders en de kinderen, ze hebben een riante kamer dan wel een hokje toegewezen gekregen en maken kennis met de regels en routines van ‘hun’ gezin. Alleen Anne (19) uit Hoofddorp is nog nergens ondergebracht; haar gastgezin haakte voor de eerste ontmoeting af.
Op de een of andere manier stelt deze serie nooit teleur. Het zal ’m zitten in de botsing tussen de Nederlandse oppassers, veel verstandiger en volwassener dan je zou denken, en de aanmodderende ouders. Soms krankzinnig streng of uitbundig religieus, vaak tobbend met de kuren van hun kinderen, onderwijl vooral zichzelf uitleggend waarom ze geen paal en perk stellen aan bepaald gedrag. „We hebben geen routine”, Rebecca, de gastmoeder Rebecca van au-pair Bram. „Bewust.” Ze is predikant bij de presbyteriaanse kerk, vader Zachary is ook voorganger, maar bij een andere kerk. In de voorstelvideo hechtte hij eraan te vertellen dat hij weliswaar getrouwd is en vader, maar dat hij zich identificeert als bi-seksueel.
Het stel woont in een kelderappartement in Brooklyn met twee kleine kinderen, veel kakkerlakken en ander ongedierte. Zachary wil Rebecca absoluut niet tegenspreken en al helemaal niet corrigeren, hij wil aanvullen dat de kinderen grofweg ontbijten als ze wakker worden, meestal is dat om half acht. „We straffen en disciplineren niet”, zegt Rebecca stellig. Waarop hij ‘aanvult’ dat ze sommige vormen van gedrag wel „benoemt”. In elk geval, Zachary heeft de kinderen verteld dat hun moeder en hij drie dagen samen weggaan, en dat Bram voor hen zal zorgen. De kinderen, zei Zachary, hadden toen ‘aangegeven’ dat ze „wat afstand wilden nemen” van hun ouders. Ze zijn vijf en drie. Ik zal niet te veel verklappen over hoe het verder gaat, maar zodra de ouders van huis zijn, kakken de kinderen op de grond.
Zusterband
En vrouw zonder man en zonder kind heeft gefaald, zegt Hu Xin in Hidden Letters – vrouwen en vrijheid in China (AVROTROS). Zij is de jongste beoefenaar van de Nüshu-traditie, een soort geheimschrift waarin Chinese vrouwen onderling communiceerden, lazen en schreven dat eeuwenlang verboden was. Op waaiers en zakdoeken schreven ze liederen en gedichten voor elkaar in priegelig kleine karakters die mannen niet konden lezen.
Voor Hu Xin staat de taal en het schrift voor de zusterband tussen vrouwen die zo een stil en sereen verzet voerden tegen het leven dat ze gedwongen werden te leiden. Binnenshuis, slovend en zorgend, gehoorzamend aan hun vader, man en zonen. Voor Hu Xin is Nüshu een kunstvorm, waarin vrouwen kunnen laten zien dat hun levens nu heel anders zijn. Maar volgens mij gelooft ze dat zelf ook niet helemaal.
In het Nüshu-museum in Jiangyong waar Hu Xin werkt en live haar kunsten demonstreert, steken mannelijke bezoekers de draak met de vlijtig kalligraferende vrouwen. „Kijk eens wat deze mooie meisjes voor moois aan het schrijven zijn.” Op een Chinese toerismebeurs showt een verkoper herenkleding met daarop een Nüshu-fragment. „Dat straalt liefde uit, het wekt de indruk dat vrouwen goed voor mannen zorgen.” De kunst is verworden tot folklore, een commercieel product. Dat moet wel, zegt de oud-manager van het Nüshu-museum. „Anders verdwijnt de traditie.” Volgens hem vertegenwoordigt het Nüshu de „werkelijke waarden” van de vrouw. Gehoorzaamheid, aanvaarding, veerkracht. Terug bij af, lijkt me.