Onderzoek: Nederland moet niet ‘overijld’ strikte gevangenisregime Italië invoeren

41-bis-regime Onderzoek in opdracht van het ministerie van Justitie is kritisch over de bruikbaarheid van het strenge Italiaanse antimaffiagevangenisregime in Nederland.

Exterieur van de Penitentiaire Inrichting Vught. Deze huisvest onder meer de Extra Beveiligde Inrichting (EBI).
Exterieur van de Penitentiaire Inrichting Vught. Deze huisvest onder meer de Extra Beveiligde Inrichting (EBI). Foto John van der Tol ANP / Hollandse Hoogte

Nederland moet pas op de plaats maken bij het doorvoeren van maatregelen tegen voortgezet crimineel handelen vanuit zwaarbeveiligde gevangenissen, zoals de EBI. Dat stellen wetenschappers die in opdracht van onderzoeksinstituut WODC van het ministerie van Justitie en Veiligheid bestudeerden wat Nederland kan leren van het strenge Italiaanse detentieregime, dat bekendstaat als artikel 41-bis. Daarbij worden gevangenen vrijwel geïsoleerd van de buitenwereld. In hun dinsdag verschenen onderzoek waarschuwen ze dat het Nederlandse gevangeniswezen op onomkeerbare wijze dreigt te veranderen.

Sinds advocaat Youssef T. in oktober 2021 werd gearresteerd wegens het doorgeven van boodschappen van Ridouan Taghi aan de buitenwereld, staat het hoog op de agenda om extra maatregelen te treffen tegen crimineel handelen vanuit detentie. Zo werd de standaard plaatsingsduur in de EBI in Vught verlengd van zes maanden naar een jaar en stemde het kabinet onlangs in met de invoering van een maximum van twee advocaten per gedetineerde en cameratoezicht bij gesprekken tussen advocaten en hun cliënten.

In het Nederlandse gevangeniswezen staan resocialisatie en een humane behandeling centraal, in het Italiaans regime niet

In politiek Den Haag wordt het Italiaanse 41-bis geregeld aangehaald als blauwdruk voor hoe Nederland de gevangenisregimes voor de zwaarste criminelen zou moeten inrichten. Vandaar dat het ministerie vorig jaar opdracht gaf te onderzoeken wat Nederland van Italië kan leren.

Wetenschappers van de Erasmus Universiteit en Vrije Universiteit wijzen in hun dinsdag verschenen onderzoek erop dat Nederland al diverse op 41-bis geïnspireerde maatregelen heeft ingevoerd of die momenteel uitwerkt. Nederland zou kunnen leren van hoe gevangenispersoneel in Italië bij 41-bis een belangrijke rol heeft om inlichtingen te vergaren over voortgezet crimineel handelen.

Geen exitstrategie

Nederland kent een dergelijk systeem van gespecialiseerd detentiepersoneel niet. Ook het standaard gebruikmaken van videoverbindingen bij rechtszaken verdient volgens de onderzoekers aandacht. Het is niet in strijd met Europees recht en heeft als voordeel dat gedetineerden niet naar de rechtbank hoeven te worden vervoerd. In Nederland zijn zulke videozittingen overigens, in beperktere mate, al mogelijk.

Lees ook dit artikel: Nederland kan leren van de Italiaanse maffia-aanpak bij het bestrijden van zware criminelen

Het belangrijkste punt van de onderzoekers is echter dat Nederland pas op de plaats moet maken. Ze stellen dat Nederland sinds oktober 2021 „overijld” maatregelen heeft ingevoerd waarvan over de nut, noodzaak en effecten nog veel onbekend is. Ze wijzen erop dat binnen het 41-bis-regime geen plaats is voor maatwerk. Dat staat haaks op de uitgangspunten van het Nederlandse gevangeniswezen van resocialisatie en een humane behandeling. De onderzoekers bekritiseren bovendien het gebrek aan een exitstrategie: eenmaal in het 41-bis-regime komt een gedetineerde daar haast onmogelijk uit.

Uit de Italiaanse gang van zaken trekken ze tevens „de belangrijke les” dat na invoering van de strenge maatregelen een onomkeerbare situatie ontstaat. Vanwege de (politieke) druk als soft te worden afgeschilderd, is het voor politici namelijk nagenoeg onmogelijk zware maatregelen weer af te schaffen. In dit licht bevindt Nederland zich op „een beslissend moment”: verschillende op 41-bis geïnspireerde maatregelen worden op dit moment uitgewerkt en kunnen nog met „zorg en ratio” worden vormgegeven.

Eerdere kritiek

Het is niet voor het eerst dat kritiek klinkt op de Nederlandse behandeling van de zwaarste criminelen en verdachten in detentie. Afgelopen vrijdag typeerde het Europees Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing (CPT) de veiligheidsmaatregelen in de EBI als „buitensporig restrictief”. Het CPT acht bijvoorbeeld het routinematig boeien van gevangen niet gerechtvaardigd.

In maart dit jaar waarschuwde de RSJ, een onafhankelijk adviesorgaan, dat de vrijheid van een gedetineerde niet meer dan noodzakelijk mag worden ingeperkt, dat zijn detentie gericht moet zijn op terugkeer in de samenleving (resocialisatie) en dat hij humaan moet worden bejegend. RSJ-voorzitter Han Moraal benadrukte destijds tegen NRC dat de straf de opsluiting is en omstandigheden in de gevangenis „niet extra straffend mogen zijn”.

Lees ook dit artikel: ‘Rechten van gevangenen in zwaarste gevangenisregimes staan onder druk’