Column | De provincialisering van Nederland

In Europa

Caroline de Gruyter

In Europa

Eens stonden de Nederlanders over de hele wereld bekend als mensen die hun talen spraken. Dat nam anderen voor ons in. Bij voorbaat. Zelfs als je je school-Frans grotendeels was vergeten of als je maar vijf zinnen Arabisch kon, en zelfs als je je verontschuldigde met woorden als: „We moeten wel meerdere talen spreken, want niemand spreekt Nederlands” – dan nog beschouwden anderen jouw poging om je in hun taal een beetje verstaanbaar te maken als teken van interesse en gebaar van goodwill. Nederland is een stipje op de wereldkaart. Maar hier waren wij absoluut uniek in. Niemand deed ons dat na. In de Europese en internationale diplomatie en bij de bevordering van keiharde Nederlandse (zaken)belangen heeft dat ons vaak ongelooflijk geholpen.

Geen wonder dat een paar vage opmerkingen van onze minister van Onderwijs over mogelijke beperking van het aantal Engelstalige bacheloropleidingen waar Nederland afgelopen jaren enorm in heeft geïnvesteerd, wereldwijd voor heisa zorgen. Wij Nederlanders weten allang dat onze meertaligheid is afgegleden naar hooguit tweetaligheid. Het verplichte Frans, Duits en Engels op middelbare scholen, dat meer dan een eeuw van kracht is geweest, is na de Mammoetwet van 1968 steeds verder op de helling gegaan. Je kon steeds meer talen ‘laten vallen’. Het enige wat veel Nederlanders intussen nog spreken, is Engels. Of steenkolenengels. Maar tot deze week kenden veel buitenlanders ons nog altijd als een open, taalvaardig, benaderbaar volkje. Hun meest gehoorde klacht? Dat ze de kans niet kregen om Nederlands te oefenen omdat Nederlanders, zodra ze een accent horen, overschakelen naar het Engels.

In één klap dringt het nu ook tot de buitenwacht door dat de provincialisering van Nederland in volle gang is.

Ja, het centrum van Amsterdam is een toeristische hel. In cafés kun je met Nederlands amper nog terecht. En ja, de toestroom van vooral Europese studenten die anders naar Londen waren gegaan, is sinds Brexit enorm. Probeer maar eens een betaalbare kamer te vinden in Utrecht. Maar ligt dit aan het feit dat wij zo goed en graag Engels spreken overal? Welnee. Het komt doordat we niet hebben ingegrepen toen iedereen Airbnb als verdienmodel ging gebruiken. Doordat we studenten uit heel Europa verwelkomden maar vergaten een numerus clausus (voor alle studenten, ook Nederlanders) in te voeren en voor kamers te zorgen. Niet het Engels op de universiteit is het probleem, maar ons laisser faire. We reguleerden niks en lieten alles gebeuren. Door dit intellectuele en bestuurlijke onvermogen houden wij nu buitenlandse studenten verantwoordelijk voor een woningcrisis die wordt veroorzaakt door een stikstofprobleem. Niet alleen populisten maar zelfs ruimerdenkende lieden roepen nu dat er noodgrepen nodig zijn en dat ons hoger onderwijs weer helemaal of grotendeels in het Nederlands moet. We zijn er, kortom, in geslaagd om van een politiek managementprobleem een taalprobleem te maken.

Het kan best zijn dat de minister verkeerd geciteerd is. Of verkeerd begrepen. Maar waarom hoor je dan nooit eens bewindslieden uitleggen wat de verdiensten zijn van meertaligheid, juist voor een landje als Nederland? Zo verwachten Nederlanders kennelijk nog altijd dat ze hoge posten bij de VN kunnen krijgen. Maar in één adem door wordt minister Kaag, een van de weinigen die het wist te schoppen tot VN-ondersecretaris-generaal met gevaarlijke, politiek precaire missies in de Arabische wereld, in Nederland compleet afgebrand als mensen haar Arabisch of Frans zien spreken met buitenlandse collega’s.

Nederland is momenteel de derde meest invloedrijke lidstaat van de EU, waar enorm veel gebeurt omdat de wereld radicaal verandert. Dat komt mede doordat Nederlandse diplomaten hun talen spreken en enorme netwerken hebben in Europese hoofdsteden. Burgers hebben daar amper benul van en kankeren op de ‘elite’ en Brussel. Zeker, sommigen lezen nog Engelstalige media. Maar die horen in Brussel tot de slechtst-geïnformeerde. Wat wèl goed ingevoerde Franse en Duitse correspondenten over Europa schrijven, weten veel Nederlanders niet: „Wij lezen geen Frans.”

En zo gaan de luiken in Nederland steeds verder dicht. „De grenzen van mijn taal zijn de grenzen van mijn wereld”, zei Ludwig Wittgenstein. Precies. Het wordt tijd dat ze zich in Den Haag eens realiseren dat we hier een hoge prijs voor gaan betalen.

Caroline de Gruyter schrijft over politiek en Europa. Ze vervangt Floor Rusman.