Willem Nijholt (1934-2023): een alleskunner die niet zonder publiek kon

Necrologie

Willem Nijholt Acteur Willem Nijholt is op 88-jarige leeftijd overleden. Hij verzette zich tegen de misprijzende manier waarop over musicals werd gesproken.

Willem Nijholt kon niet alleen acteren, hij zong en danste, en schreef meerdere boeken.
Willem Nijholt kon niet alleen acteren, hij zong en danste, en schreef meerdere boeken. Foto Remko de Waal/ANP

Er was eens een tijd dat de voorstelling van die avond moest worden afgelast als Willem Nijholt ziek was. Niemand anders kon hem vervangen, zo veelzijdig was hij.

Hij acteerde, zong en danste – en als een van Broadway afkomstige musicalregisseur hem opdroeg een tapdansje uit te voeren, alsof hij zijn leven lang nooit iets anders had gedaan, nam hij snel, zonder morren, een paar lessen om die veeleisende vaardigheid onder de knie te krijgen. Het hoorde er allemaal bij, vond hij. Plichtsbesef ging boven alles.

Willem Nijholt speelde zijn laatste tv-rolletje in 2013, in de serie Penoza II. Als de grote baas van een crimineel netwerk verrichtte hij daarin millimeterwerk met minimale middelen. Geen bullebak, maar juist het tegenovergestelde: een man met vlijmscherpe ogen die alles en iedereen doorboorden. Daarna zette hij zich aan het schrijven van zijn theatermemoires, die volgens de planning dit jaar zouden verschijnen. Vrijdagochtend is hij in zijn slaap overleden, aldus zijn zaakwaarnemer. Hij was 88 jaar.

Nijholt speelde zijn laatste televisierol in 2013 in de misdaadserie Penoza II

Hollywood-sterren als Deanna Durbin, Clark Gable en Errol Flynn waren zijn grote voorbeelden, toen hij hun films zag – in zijn jongensjaren in de jaren dertig in Nederlands-Indië. Het was hun glamourwereld die hem het idee gaf dat hij daarin later ook zelf wilde schitteren.

Maar toen hij daarbij als puber wegdroomde, riepen die beelden ook nog iets anders bij hem op. „Veel huilen in de bioscoop bij een wijvenfilm, en niets om die knallende cowboys geven.” Zo schreef hij in zijn boek Met bonzend hart (2011), waarin hij zijn brieven aan Hella Haasse bundelde: „Ik was tot bewustzijn gekust door Clark Gable, kun je zeggen, maar al spoedig was de euforie van die zoen verdreven, veranderd in schaamte, angst en verdriet om het verpletterende besef dat ik een homo was.”

Jappenkamp

Na enkele aangrijpende jaren met zijn moeder in een Jappenkamp in Nederlands-Indië, arriveerde Willem Nijholt op zijn elfde, in januari 1946, in het koude Nederland.

Als beginnende twintiger lukte het hem toegang te krijgen tot de Amsterdamse toneelschool, en contacten te leggen in de kunstenaarskringen rondom het Leidseplein. Dat leidde onder meer tot een kortdurende relatie met schrijver Gerard Reve. Na drie jaar, in 1960, slaagde Nijholt voor zijn eindexamen en debuteerde bij het Rotterdams Toneel. Eén van de eerste voorstellingen die hij daar speelde, was de musical Irma la douce. Zodat al gauw bleek dat hij niet alleen een vakkundig acteur was, maar ook als zanger goed uit de voeten kon. Zulke acteurs waren in die dagen in Nederland nog zeldzaam.

Musicals

Nijholt heeft zich zijn leven lang verzet tegen de misprijzende manier waarop destijds in Nederland over musicals werd gesproken. Hij vond ook dat de kritiek vaak op hem neerkeek – een waanidee dat makkelijk te weerspreken is aan de hand van de recensies over de vele toneelstukken die hij naast de musicals bleef spelen. Stukken waarin hij alom werd geprezen: als de jaloerse Mozart-rivaal Salieri in Amadeus, het gekwetste computergenie Alan Turing en tientallen andere.

Nijholt vond ook dat de kritiek vaak op hem neerkeek – een waanidee

Ook was hij de elegante, amusante hoofdpersoon in diverse stukken van Noël Coward. En al die magnifieke rollen wisselde hij af met mooi musicalwerk. Zoals de schurkachtige ritselaar die in Miss Saigon zo overrompelend zong en danste, en de vileine ceremoniemeester in de musical Cabaret („Willkommen, bienvenue, welcome”). Annie M.G. Schmidt gaf hem in haar musical Foxtrot (1977) een voorbeeldfunctie die veel homo’s heeft geïnspireerd – met een lied over het ontbreken van liefdesliedjes voor mannen met mannen: „Geen aria’s voor de paria’s.”

Schrijver

Ook de televisie maakte Nijholt tot een geliefd acteur. Zijn eerste roem vergaarde hij vooral als het charmante middelpunt in de kinderseries Oebele (1968) en Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, meneer? (1972). Daarna vertolkte hij vele tientallen tv-rollen, zoals in De Stille Kracht (1974), en had hij een paar eigen tv-shows. En zijn populariteit steeg zo mogelijk tot nog grotere hoogten toen hij begin jaren zeventig samen met Corrie van Gorp een dartel duo vormde in de laatste theatershow van Wim Sonneveld.

Na de eeuwwisseling kwam daar bovendien een onverwachte carrière als schrijver bij. Hij publiceerde correspondentieboeken (met Hella Haasse en Gerard Reve) en kwam met zijn eerste autobiografie (Een ongeduldig verlangen) waarin hij buitengewoon beeldend de hitte van zijn kinderjaren beschreef. Nijholt had misschien wel schrijver willen worden, zei hij eens. Maar hij kon niet zonder publiek.