Column | Verbeelding

Frank Huiskamp

Er komt volgens mij een moment in het leven van de superrijken dat ze zóveel geld hebben, dat er ergens steekjes los beginnen te raken. Ik las donderdag dat Elon Musk en Mark Zuckerberg, twee mannen die me ervan hebben overtuigd dat robots al onder de mensen leven, elkaar hebben uitgedaagd voor een kooigevecht. Twee mannen met meer geld en macht dan goed is voor de wereld, en henzelf, op de vuist. Want het kan, is toch grappig, is toch leuk?

En zo ga je dus ook met z’n vijven kilometers diep de oceaan in, ver verwijderd van enig menselijk leven, om daar in al je rijkheid door een glaasje in een capsule te kijken naar het wrak van een schip waar ooit ook heel rijke mensen op zaten. Zoals de superrijken ook dezelfde bedragen betalen om heel even in de ruimte te zijn, heel even hoger te zijn dan wij waarschijnlijk ooit zullen komen, voor de ervaring, om iets gratuits te zeggen als dat onze planeet er zo kwetsbaar uitziet en we daar toch vooral goed voor moeten zorgen, maar vooral: omdat het kan.

Op het moment van schrijven zijn er brokstukken gevonden in de zoektocht naar de Titan. In de eerste plaats, boven alles, een tragisch gegeven. Tegelijkertijd bekruipt me een mismoedig gevoel. Mismoedig omdat ik constant meekreeg hoe de situatie was, hoe de capsule was ingericht, waar die kon zijn, hoe het gebied eruitzag, wie de mensen waren – ik kon bijna het zuurstofniveau aan boord volgen alsof ik naar het batterij-icoontje op mijn telefoon tuurde.

Ik kon bijna het zuurstofniveau volgen alsof ik naar mijn batterij-icoontje tuurde

Mismoedig ook, omdat de ene tragedie op zee de andere niet is, omdat we collectief een ramp met een migrantenboot hebben geparkeerd omdat we een interessanter alternatief hadden. Migranten voor wie een reddingsoperatie als die voor de Titan ondenkbaar is, voor wie de moeite niet eens wordt gedaan om ze te bergen. Mismoedig door toondove reacties als die van een CNN-commentator die een claustrofobisch gevoel kreeg van het verhaal over de capsule – ik duw haar graag foto’s van de situatie op de gemiddelde migrantenboot onder de neus.

Maar bovenal word ik mismoedig, of nou ja, misschien vooral moe, van alle analyses over waaróm we zoveel aandacht geven aan die capsule, of waarom we daarbij meer voelen. Dat het een film lijkt, dat de Titanic erbij is betrokken, dat het minder ver weg voelt voor ons, dat we zijn afgestompt omdat er al zo véél boten met migranten zijn gezonken.

Dat het meer tot de verbeelding spreekt. Dat we ons meer in de vijf aan boord van de capsule konden inleven omdat wij nooit hebben hoeven vluchten. Het zijn allemaal verklaringen die we kennen, die meer een disclaimer zijn dan duiding, meer ratio dan emotie.

We kunnen het kapot analyseren, elke communicatiewetenschapper erop loslaten, of tot de treurige conclusie komen dat onze empathie niet eerlijk verdeeld is. Net als ons geld.

Frank Huiskamp vervangt deze maand op woensdag en vrijdag Marcel van Roosmalen.