Verdacht van witwassen en illegaal bankieren, maar Suri-Change bleef lange tijd gewoon open

Wissel- en valutakantoor Over de vanwege explosies tijdelijk gesloten geldwisselkantoren van Suri-Change hebben diverse instanties al langer vermoedens van witwaspraktijken. Hoe kan het dat het bedrijf openbleef en voorheen zelfs met de politie zakendeed?

Een Suri-Change-filiaal in Amsterdam Zuid-Oost. Het bedrijf ontkent dat het geweld op straat te maken heeft met eventuele criminaliteit achter de voordeur.
Een Suri-Change-filiaal in Amsterdam Zuid-Oost. Het bedrijf ontkent dat het geweld op straat te maken heeft met eventuele criminaliteit achter de voordeur. Foto Dieuwertje Bravenboer

De ‘gouden tip’ is nog niet binnen. Dus het wissel- en valutakantoor Suri-Change weet vooralsnog niet wie de aanslagen pleegden op de geldkantoren van het bedrijf in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Ondanks de beloning van 20.000 euro die Suri-Change deze maand zelf uitloofde voor die informatie.

En de tijd dringt. Want volgens advocaat Ayse Çimen van Suri-Change moet dat tipgeld opheldering geven over de daders, anders wordt het lastig onderhandelen met de burgemeesters van die drie steden over heropening van de Suri-Change-vestigingen. Zolang de bommenleggers niet worden gevonden, is herstel van de openbare orde niet te garanderen. En zonder die garantie willen de burgemeesters volgens Çimen geen besluit nemen over heropening.

De vraag is of Suri-Change überhaupt nog wel opengaat. Naarstig zoeken de gemeenten een manier om de geldwisselkantoren definitief te sluiten. In de drie grote steden bestaat namelijk ambtelijk al een tijd het vermoeden dat de filialen dienen als dekmantels voor illegaal ondergronds bankieren, ook vóór de bomaanslagen van afgelopen maanden.

Suri-Change ontkende eerder deze maand dat het geweld op straat te maken zou hebben met eventuele criminaliteit achter de voordeur

Suri-Change ontkende eerder deze maand dat het geweld op straat te maken zou hebben met eventuele criminaliteit achter de voordeur. Betrokkenheid bij drugshandel of witwaspraktijken? Volgens de advocaat allemaal ongegronde beschuldigingen.

Daar denken de burgemeesters anders over. Die baseerden hun sluitingsbevelen onder meer op het vermoeden dat het geweld verband houdt met witwaspraktijken en ondergronds bankieren rond Suri-Change. „Getroffenen van explosies hebben in vrijwel alle gevallen een link met de georganiseerde criminaliteit”, zo motiveerde de Haagse burgemeester Jan van Zanen (VVD) het sluitingsbevel. De Amsterdamse burgemeester, Femke Halsema (GroenLinks), liet zich in haar sluitingsbevelen op eenzelfde manier uit.

Lees ook dit artikel: Wisselkantoren Suri-Change gesloten uit vrees voor nieuwe explosies

Als die vermoedens al bestonden, waarom werden de geldkantoren van Suri-Change dan niet eerder gesloten? Sterker nog: ze bleven niet alleen open, ze werden jarenlang door de politie gebruikt om in beslag genomen cashgeld te verwerken. Dat werd door de wisselkantoren omgezet naar euro’s en vervolgens op een rekening van de politie gestort. Waarom de politie dat uitgerekend via dat wisselkantoor deed? „Ze hebben een vergunning van de Nederlandse Bank”, aldus een woordvoerder. Suri-Change verdiende in zeven jaar tijd tienduizenden euro’s commissie aan de politie, zo bevestigt een woordvoerder van de landelijke politie de berichtgeving hierover van Nieuwsuur. Begin dit jaar werd die samenwerking beëindigd. Niet vanwege de ophef over Suri-Change, maar omdat de politie liever in zee gaat met een bedrijf dat het omwisselen én het transport voor zijn rekening neemt.

Uit gesprekken met de betrokken instanties blijkt dat een langdurige preventieve sluiting vrijwel onmogelijk is. En dat het ook niet makkelijk is voor gemeenten om de vestigingen dicht te houden.

Geldlopers

In Den Haag had een speciaal interventieteam, dat onder meer malafide ondernemingen controleert, Suri-Change in het vizier. Maar dat team stond ondanks huisbezoeken machteloos, omdat geen concrete strafbare feiten werden gevonden.

Ook in Amsterdam stond Suri-Change al langer op de radar van een handhavingsteam, dat speciaal is opgericht om ondergronds bankieren en malafide wisselkantoren aan te pakken. Maar ook daar is naast een tijdelijke sluiting weinig mogelijk zonder een bestuurlijke rapportage van politie of justitie of een veroordeling van een rechter.

Zo’n ‘bestuurlijke rapportage’ hebben burgemeesters nodig om voor de rechter sluitingsbevelen te onderbouwen. Zo een rapportage bevat door de politie opgestelde resultaten van – meestal – lopende strafrechtelijke onderzoeken. Voor pandsluitingen moeten burgemeesters dat dossier op orde hebben. „Al was het maar om latere juridische trajecten niet in gevaar te brengen”, aldus een woordvoerder van de gemeente Amsterdam.

Rond Suri-Change lopen meerdere van zulke ‘juridische trajecten’. Het Openbaar Ministerie werkt aan een zaak tegen het bedrijf naar aanleiding van de eerste explosie in januari, in Rotterdam. Volgens het OM fungeren de Suri-Change-filialen als spil in een netwerk van witwaspraktijken en ondergronds bankieren. Met geldlopers die zelf meedraaien in dat circuit, zo bleek uit die door de politie aangeleverde rapportages.

De bestuurders van Suri-Change zijn ook onderwerp van een ander opsporingsonderzoek, dat al vóór de explosies was begonnen door een speciaal team van de Dienst Landelijke Recherche. Afgelopen maart werden eigenaar Chan M., twee van diens zonen en twee andere personen aangehouden op verdenking van witwassen. Het zou de opbrengst betreffen van een cocaïnedeal en zou dankzij M. en de andere betrokkenen via ondergrondse financiële netwerken en ondoorzichtige vastgoedportefeuilles in Nederland, Slowakije en Suriname worden rondgepompt. Uiteindelijk zou die cash dan wit terechtkomen op buitenlandse bankrekeningen. Het OM verwacht deze zaak tegen de vijf verdachten eind van het jaar voor de rechter te brengen.

Crimineel geld witwassen is binnen de georganiseerde criminaliteit onlosmakelijk verbonden met grof geweld

Justitie legde na de aanhoudingen een direct verband tussen het ondergronds bankieren in de filialen van Suri-Change en de explosies. „Criminele netwerken kunnen alleen bestaan als zij internationale geldstromen opzetten”, aldus Robin de Jager van de Dienst Landelijke Recherche, vlak na de aanhoudingen. „En witwassen is binnen de georganiseerde criminaliteit onlosmakelijk verbonden met grof geweld.”

Foute klanten weren

Zolang de onderzoeken van het OM lopen, staan de gemeenten nog steeds nagenoeg met lege handen. Zonder formele bestuurlijke rapportages kunnen burgemeesters niet zoveel, bevestigt Bart Venrooij. Hij werkte jarenlang bij de politie en was tot 2021 hoofd Openbare Orde en Veiligheid in Den Bosch. Vorig najaar was hij co-auteur van het WODC-onderzoek Monitor bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit in opdracht van het ministerie van Justitie. „Na bomaanslagen op straat kan de burgemeester tijdelijk, ter bescherming van omwonenden, panden sluiten, dat is geregeld in de Gemeentewet. Veel verder kan hij niet gaan.”

Dat geldt volgens Venrooij vooral nu het gaat om witwaspraktijken onder de vlag van wisselkantoren. „Als de gemeente vergunningverlener is, staat de burgemeester sterker. Coffeeshops, cafés, speelautomaten of zelfs nagelsalons kunnen dan worden gesloten bij redelijke vermoedens dat het om dekmantels gaat.”

Lees ook dit artikel: De loopjongens van de Rotterdamse drugscriminelen willen geen loser zijn

Via de Algemene Plaatselijke Verordening is het zelfs mogelijk een gebied vergunningsplichtig te maken: een aantal straten of zelfs een winkelcentrum. Als dan aanwijzingen bestaan dat een partij voordeel haalde of kon halen it criminele activiteiten, kan de vergunning worden geweigerd. „Maar bij wisselkantoren zoals Suri-Change gaat De Nederlandsche Bank (DNB) over de vergunningverlening en is de burgemeester niet bevoegd.”

Het is de vraag of de financiële toezichthouder de gemeenten gaat helpen. DNB heeft grote macht over alle financiële instellingen, omdat die in Nederland een DNB-vergunning moeten hebben. Dat geldt voor banken, onlinebetaalbedrijven én wisselkantoren.

Suri-Change heeft een DNB-vergunning als wisselkantoor – je kan er je euro’s omwisselen voor allerlei valuta’s – en als ‘betaalinstelling’. Onder die vlag mag het bedrijf (veelal contant aangeleverd) geld versturen naar het buitenland.

Zo’n vergunning krijgt een bedrijf niet zomaar. Bestuurders moeten goed opgeleid zijn en het bedrijf moet ‘deugdelijk gefinancierd’ zijn (voldoende buffers hebben). Tevens moeten wisselkantoren en betaalinstellingen, evenals banken en notarissen, voldoen aan de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Hiervoor moeten ze klanten en transacties goed screenen, malversaties melden bij justitie en ‘foute’ klanten weren.

DNB kan naast „normoverdragende gesprekken” besluiten een vergunning in te trekken „wanneer een financiële instelling geen zicht heeft op herstel,” aldus de toezichthouder tegen NRC.

Wel boete, geen sluitingen

DNB mag geen uitspraken doen over individuele instellingen, vanwege haar wettelijke geheimhoudingsplicht. Wel is openbaar dat DNB Suri-Change eerder heeft aangepakt, omdat het die Wwft-vereisten niet op orde had. In 2014 kreeg het bedrijf een boete van 20.000 euro vanwege overtredingen.

In het algemeen zegt DNB transferkantoren als risicovol te zien. Niet wat betreft het toezicht op de buffers en bestuurders, omdat het kleine bedrijven betreft waardoor het effect van hun eventuele misstanden op de economie niet groot worden geacht.

Wél is sprake van hoge „integriteitsrisico’s”, aldus DNB, doordat veel van de transacties bij geldwisselkantoren de grens overgaan en een aanzienlijk deel van de klanten contante bedragen verzendt. Zo kunnen ze zonder bewijs van herkomst, met bij wijze van spreken een koffer met cash, een transactie afhandelen, terwijl een reguliere bank zoiets nooit zou toestaan. Deels is dat een logisch gevolg van de dienstverlening: vluchtelingen kunnen bijvoorbeeld alleen via deze kantoren geld sturen naar hun families in conflictgebieden.

Volgens DNB groeiden de risico’s afgelopen jaren: „De wet- en regelgeving werden de afgelopen jaren dan ook aangescherpt. Dit vraagt veel van de geldtransferbedrijven en we zien dat het instellingen steeds meer moeite kost om aan daaraan te voldoen.”

Ondanks dat hoge risico worden vergunningen zeer sporadisch ingetrokken door DNB. Zo is dat nog nooit gebeurd met een geldwisselkantoor.

DNB zegt geen oproepen te hebben ontvangen van gemeenten om Suri-Change „of enige ander wisselkantoor” aan banden te leggen, ook niet na de explosies.

Het OM heeft DNB inmiddels wel geïnformeerd. Over de bevindingen uit het strafrechtelijk onderzoek en de aanwijzingen dat Suri-Change een aantal transacties te laat of helemaal niet bij DNB heeft gemeld, ondanks die wettelijke verplichting.

‘Constructieve dialoog’

Daarover doet DNB verder geen uitspraken. De advocaat van Suri-Change wil uitsluitend kwijt dat er „gesprekken met DNB lopen over het niet melden van geldoverboekingen en het te laat melden van een aantal transacties”. Een „constructieve dialoog”, noemt Çimen dat. „Op de resultaten willen we even niet vooruitlopen.”

Amsterdam, Rotterdam en Den Haag moeten voorlopig dus wachten op duidelijkheid van het OM. Of alsnog op actie van DNB. Aan via tipgeld verkregen info hebben die gemeenten ook weinig, zegt Venrooij. „Dat is informatie van een particulier bedrijf dat ook nog belanghebbende is. Het OM moet dat allemaal valideren en opnemen in zo’n bestuurlijke rapportage, voordat de gemeente daar iets aan heeft.”

Tegelijkertijd moeten burgemeesters volgens Venrooij de sluitingsbevelen steeds uitvoeriger motiveren van de rechter. Anders worden sluitingen ongedaan gemaakt. „De jurisprudentie daarover ten nadele van gemeenten is inmiddels zover dat het begint te lijken op uitholling van de burgemeestersbevoegdheid om te sluiten”, aldus Venrooij. „In dat licht is een sluitingstermijn op basis van de aanslagen, zoals nu bij Suri-Change, van zes maanden al heel behoorlijk. Ik ken de ins en outs van het onderzoek niet precies, maar het is altijd de vraag of zo’n termijn voor de rechter standhoudt.”

Lees ook dit artikel: Gaan rechters de burgemeesters vaker op de vingers tikken?