Wat vindt NRC | Schorsing Boris Johnson ging niet om partijpolitiek, maar om integriteit

Commentaar

Deze week, drie jaar geleden, zette Boris Johnson zijn ondergang in met een stukje taart op zijn verjaardag. Het kostte hem zijn premierschap en vorige week ook zijn Lagerhuiszetel. Dat heeft Johnson louter aan zichzelf te wijten. Hij en zijn meest loyale aanhangers mogen dan spreken van een samenzwering van politieke tegenstanders, de feiten die eerst een politieonderzoek en daarna een parlementair onderzoek naar boven brachten, wijzen naar hemzelf.

Want hij overtrad de strenge coronalockdownregels die hij zelf het Verenigd Koninkrijk oplegde. Terwijl miljoenen Britten zich hielden aan het maximum voor groepsgroottes en richtlijnen over afstand houden, en daarbij schrijnende keuzes moesten maken als het niet bijwonen van begrafenissen, werden diezelfde regels in 10 Downing Street genegeerd.

En, zo bleek deze week toen beelden uitlekten van een kerstborrel op het partijkantoor van de Conservatieven, die attitude sijpelde door binnen de partij. In dat filmpje zegt een van feestvierders „zolang het maar niet online komt dat we de regels overtreden”.

Johnson had nederig excuses kunnen aanbieden. Maar volgens de parlementaire commissie die zijn handelwijze onderzocht, heeft hij vooral geprobeerd de regels achteraf te herschrijven op een manier die hem uitkwam, en daarbij bovendien het Lagerhuis misleid. Daarmee heeft hij „bewust oneerlijk” gehandeld.

Verwarring zaaien, verdoezelen en liegen kostten hem eerder banen. In zijn eerste termijn als Lagerhuislid bijvoorbeeld ontkende Johnson een affaire tegenover de toenmalig premier. Niet de affaire, maar die ontkenning was de druppel. Eenzelfde patroon tekent zich af bij Johnson de journalist, de columnist en de campagnevoerder. Ook in die hoedanigheden verdraaide hij regelmatig de waarheid. Maar zijn charme redde hem tot nu toe altijd.

Lees ook: Clowneske premier die de gunst van het volk verspeelde

Alleen draait het nu, zo duidde oud-premier Theresa May maandag fijntjes, om de „vertrouwensband tussen politici en kiezer”. De premier loog tegen het parlement – terwijl dat er bij zijn taak om de uitvoerende macht te controleren vanuit moet kunnen gaan dat de regering de waarheid spreekt.

Dat de Lagerhuiscommissie Johnson wilde schorsen als parlementslid, toont geenszins dat het een „kangaroocourt” is, een neprechtbank zoals Johnson zegt. Het toont juist wél dat de Britse democratie werkt. Een commissie van zijn gelijken, ingesteld toen hij premier was, en met daarin een meerderheid van Conservatieve Lagerhuisleden, onderzocht en bevond schuldig. Ze had hem negentig dagen willen schorsen, en daar zou het parlement over stemmen – hij koos zelf voor aftreden.

Het is kwalijk dat maandag twee derde van de Conservatieve fractie, onder wie de huidige premier Rishi Sunak, ervoor koos om het debat over het onderzoeksrapport niet bij te wonen. Dit ging niet om partijpolitiek, dit ging om integriteit. Dit ging niet om wat de Tory-achterban wel of niet van Boris Johnson vindt, maar wat de burger verwacht van zijn volksvertegenwoordigers.

Burgers twijfelen al aan de intenties van politici. Als die vervolgens „bewust oneerlijk” blijken te zijn, doet dat verder afbreuk aan het vertrouwen. Dat is een waarschuwing voor álle politici, niet alleen in het Verenigd Koninkrijk.