Na bijna 15 jaar discussie geeft de Tweede Kamer groen licht voor de nieuwe pensioenwet


Pensioenhervorming De hervorming van het pensioenstelsel wordt gezien als een mijlpaal. De Tweede Kamer heeft er ruim 100 uur over gedebatteerd.

Het lijkt nu echt te gaan gebeuren. Na een maatschappelijke discussie van ruim veertien jaar en een moeizaam tot stand gekomen pensioenakkoord met vakbonden en werkgevers in 2019, tekent zich nu ook in de Tweede Kamer een ruime meerderheid af voor de grote pensioenhervorming.

Naast de regeringspartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie, spraken ook de oppositiepartijen PvdA en GroenLinks zich donderdagavond uit vóór het wetsvoorstel van minister Carola Schouten (Pensioenen, ChristenUnie), in een afrondend Kamerdebat dat tot twee uur ’s nachts duurde.

Het wetsvoorstel „lost de grote problemen van het huidige pensioenstelsel op”, zei PvdA-Kamerlid Henk Nijboer. „Of: het wordt in ieder geval beter.” GroenLinks-Kamerlid Senna Maatoug was minder stellig: haar partij is bereid de wet „het voordeel van de twijfel” te geven, zei ze. Voor haar weegt zwaar dat de vakbonden en werkgeversclubs dit plan steunen, zei ze, aangezien pensioen een arbeidsvoorwaarde is.

Ook steun van de SGP is reëel. Deze partij heeft nog geen beslissing genomen, zei Kamerlid Chris Stoffer. Samen hebben deze partijen bijna tweederde meerderheid in de Tweede én Eerste Kamer.

Grote herverdelingsoperatie

Het is een nieuwe mijlpaal voor wat een van de grootste naoorlogse stelselhervormingen moet worden.

Nu heeft ieder pensioenfonds nog één grote, gezamenlijke pensioenpot. Onder de nieuwe wet wordt die opgeknipt in persoonlijke potjes. Met deze herverdelingsoperatie is zo’n 1.400 miljard euro gemoeid. Ter vergelijking: met dat bedrag kan de hypotheekschuld van alle Nederlandse huishoudens grofweg twee keer afbetaald worden.

Daarnaast hoeven de pensioenfondsen straks geen grote financiële reserves meer op te bouwen, waardoor mensen beleggingswinsten sneller terugzien in hun pensioenpotje, maar beleggingsverliezen ook.


Lees ook: Werkgevers en bonden achter pensioeneis PvdA en GroenLinks

De PvdA en GroenLinks herhaalden wel de voorwaarde voor hun steun: dat meer werkenden een pensioenregeling moeten krijgen. Ze hebben daarvoor drie wijzigingsvoorstellen ingediend op de wet. Die moeten worden aangenomen, zeggen de twee partijen. Achter de schermen viel al te horen dat de coalitie bereid is om deze voorstellen te steunen. Minister Schouten zei bovendien dat ze geen bezwaar heeft tegen deze wijzigingen.

De inhoud van die drie voorstellen? Allereerst komt in de wet een doelstelling om het aantal werknemers zonder pensioenregeling in vijf jaar tijd moet halveren. Volgens de laatste cijfers gaat het om bijna 940.000 mensen. Om die halvering te bereiken zou de uiterlijke leeftijd waarop werknemers beginnen met hun pensioenopbouw worden verlaagd van 21 naar 18 jaar. En uitzendkrachten zouden ook over de eerste acht weken van hun baan pensioen gaan opbouwen – dat gebeurt nu nog niet.

Uitzonderlijk lang debat

De Tweede Kamer nam uitzonderlijk veel tijd voor de wet: er is meer dan honderd uur over gepraat. Toch zijn de hoofdlijnen niet veranderd.

Wel heeft Schouten extra waarborgen toegevoegd. Onder meer op het meest gevoelige punt: de manier waarop fondsen berekenen hoeveel geld iedereen in zijn persoonlijke potje krijgt. In enkele gevallen dreigden mensen veel minder geld te kunnen krijgen dan fondsen nú voor hen gereserveerd hebben. Schouten heeft waarborgen toegevoegd die zulke extreme uitkomsten verbieden.

Na de stemmingen in de Tweede Kamer, volgende week, hoopt het kabinet dat ook de Eerste Kamer er snel mee instemt. In ieder geval voor de Provinciale Statenverkiezingen van maart. Daarna komt er een nieuwe Eerste Kamer, waarvan nog onzeker is of de voorstanders hun meerderheid behouden.

Het is de bedoeling dat pensioenfondsen tussen 2024 en 2027 overstappen op de nieuwe regels.

Dit artikel is op 16 december om 01.55 uur bijgewerkt.


Lees ook: Een miljardenoperatie met de pensioenen – waar is dat voor nodig?