N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
De kosten van de vogelgriep stijgen explosief en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) loopt tegen de grenzen aan van haar capaciteit om de ziekte te bestrijden. Dat blijkt woensdag uit een onderzoek van de Algemene Rekenkamer, dat werd uitgevoerd na onduidelijkheid onder Kamerleden over de financiering van de preventie en bestrijding van het virus. Nederland kampt momenteel met de grootste vogelgriepepidemie sinds 2003 en inmiddels heeft het virus een permanent karakter gekregen.
Normaal gesproken verdwijnt de vogelgriep in de zomer, maar sinds oktober 2021 is het onophoudelijk in Nederland. Sindsdien zijn er in totaal al 6,9 miljoen vogels, waaronder vooral kippen, afgemaakt om verdere verspreiding te voorkomen. De kosten hiervoor stijgen explosief. Tussen 2015 en 2021 kostte het bestrijden en voorkomen van de vogelgriep ieder jaar gemiddeld zo’n 10 miljoen euro. In 2022 was dit meer dan vijf keer zo veel: 55 miljoen euro. In 2022 werd een veel groter deel dan voorgaande jaren door het ministerie van Landbouw en dus de belastingbetaler betaald, in plaats van dat pluimveehouders hier zelf voor opdraaiden.
Lees ook: Hoe groot is het gevaar van de grootste vogelgriepuitbraak ooit voor de mens?
Landbouwminister Piet Adema (ChristenUnie) heeft een ‘intensiveringsplan’ aangekondigd met daarin „acties en maatregelen om de kans op en impact van besmettingen bij gehouden vogels te verkleinen”. In het plan staan ook maatregelen die de risico’s van het virus voor de volksgezondheid kunnen beperken.
Onderdeel van het preventiebeleid van het ministerie van Landbouw is het vaccineren van pluimvee. Minister Adema wil de vaccins dit jaar en volgend jaar testen op een of twee pluimveebedrijven. Het is overigens onzeker of dit in de praktijk zal leiden tot grootschalige vaccinatie van pluimvee, zegt de Rekenkamer. „Verschillende EU-lidstaten hebben in het verleden bezwaren geuit tegen vaccinatie van pluimvee vanwege de risico’s die kunnen ontstaan als een vaccin niet afdoende werkt. Veel EU-landen vinden het ruimen van dieren een effectiever bestrijdingsmiddel.”
Besmettingen tussen zoogdieren
Begin dit jaar bereikte de vogelgriepuitbraak een nieuwe alarmfase: de eerste besmettingen van zoogdier op zoogdier. 2.500 Kaspische zeehonden die in december 2022 aanspoelden in Rusland bleken met het virus besmet. Virologen trokken toen aan de bel, omdat elke besmetting van zoogdieren met vogelgriep het risico op een pandemie bij mensen vergroot. Vogelgriep is namelijk een zoönose: een ziekte die zowel dieren als mensen kan besmetten en tussen beide kan overspringen. Het is overigens nog niet vastgesteld of de zeehonden besmet waren met de virusvariant die sinds 2021 zoveel problemen veroorzaakt.
Vlak voordat de zeehonden waren aangespoeld, stierven in Spanje ruim 2.200 nertsen op een nertsenfokkerij aan vogelgriep. De dieren hadden elkaar besmet nadat het virus was gemuteerd, waardoor het makkelijker was over te dragen tussen zoogdieren. In de Verenigde Staten testten begin dit jaar drie grizzlyberen positief op vogelgriep.
Vorige maand adviseerden een panel van dierenartsen, virologen en epidemiologen dat Nederland meer moet doen om de besmetting van varkens met vogelgriep te signaleren en te voorkomen. Als varkens besmet raken met vogelgriepvirussen kunnen die zich namelijk mengen met varkens- en mensengriepvirussen. Varkens zijn vatbaar voor zowel varkens-, mensen- als vogelgriepvirussen, dus volgens de experts moet rekening gehouden worden met de Nederlandse varkenssector. Anders is er een risico op een variant die mensen ziek maakt en zich gemakkelijk onder mensen verspreidt – met als mogelijke uitkomst een volgende pandemie.