Opinie | Petro-dollar en petro-yuan? Het is tijd voor de hydro-euro

Wereldorde Bij een onafhankelijkere Europese Unie hoort een sterke Europese munt, In de strijd met de dollar en de renminbi moet de euro sterker worden, schrijven en .
Zonnepanelen in Ordos, China. De slogan op de borden zegt: 'Verander geel zand in goud’.
Zonnepanelen in Ordos, China. De slogan op de borden zegt: ‘Verander geel zand in goud’. Foto Wu Hao / EPA

In december 2022 ontmoette China’s president Xi Jinping de leiders van Saoedi-Arabië en vijf andere Golfstaten in Riyad. Na afloop kondigde Xi een verregaande samenwerking op energiegebied aan. Beijing hoopt dat tegen 2025 alle olie- en gasimporten in Chinese renminbi worden afgerekend en verhandeld op de beurs van Shanghai.

Dit is een simpel economisch contract en tegelijk wijst het op het een meer fundamentele verschuiving in mondiale muntmacht. Sinds de Tweede Wereldoorlog is de dollar wereldwijd dominant. Mede dankzij een akkoord dat de Amerikaanse president Roosevelt en de Saoedische koning Abdul Aziz ibn Saud in februari 1945 sloten, waarbij de VS de Saoedi’s veiligheidsgaranties boden in ruil voor dollargebruik op de oliemarkt. Driekwart eeuw na de ‘petrodollar’ ziet een analist in de recente deal tussen China en de Golfstaten „de geboorte van de petroyuan”.

Op tal van terreinen werpen zich nieuwe machten op en krijgt een multipolaire orde gestalte – behalve als het om de dollar gaat. Daar lijkt de almacht van de Verenigde Staten ook vandaag vrijwel onaantastbaar. Monetair blijft de wereld ook in 2023 in essentie unipolair. Hoewel het einde van de dollar als mondiale maat al vaak is voorspeld (bijvoorbeeld tijdens de oliecrisis van de jaren zeventig, na de bankencrisis van 2008 of in de Trump-jaren) houdt de munt stand.

Toch kantelt er iets. „De status van internationale valuta kan niet langer als vanzelfsprekend worden beschouwd”, aldus ECB-voorzitter Christine Lagarde in aanloop naar de voorjaarsbijeenkomst van het IMF. Uiteraard erkent zij dat de dollarhegemonie niet morgen eindigt, maar ze wil vooruitkijken. Op het wereldtoneel van de muntmacht tekenen veranderingen zich langs drie lijnen af.

Amerika als poortwachter

Ten eerste streven steeds meer landen – uit ressentiment, als verdediging tegen mogelijke Amerikaanse sancties of als gevolg van het Amerikaanse rentebeleid – naar emancipatie van het dollar-gedomineerde systeem. Wie gas, olie of andere goederen en diensten wil importeren, heeft dollars nodig en dus in laatste instantie ook de politieke zegen van Washington. Deze rol, poortwachter van de internationale economie, zetten de VS sinds 2000 steeds vaker in om tegenstanders als Cuba en Iran te straffen.

Dit wekt wrevel bij rivalen China en Rusland en landen als Brazilië, India en Zuid-Afrika. Op de recente ‘BRICS’-top tussen deze vijf, begin juni in Kaapstad, stond ‘de-dollarisatie’ hoog op de agenda. Zo ook eerder dit jaar bij de ontmoetingen tussen Poetin en Xi in Moskou en Lula en Xi in Beijing.

Ten tweede manifesteert China zich nadrukkelijker als strategisch uitdager van de VS. Op economisch, technologisch, militair en diplomatiek terrein maakt dit al indruk. Op monetair vlak zeker niet. De renminbi (of yuan) was lang amper vrij inwisselbaar. Maar China heeft de tijd en werkt met doelgerichte stapjes aan internationalisering van de munt. Zo heeft de Chinese centrale bank het stelsel van ‘swaplijnen’ uitgebreid; dit stelt renminbi beschikbaar aan landen in financiële problemen, bijvoorbeeld op de Zijderoute. Ook werkt China aan geleidelijke openstelling van de eigen financiële markt en aan een systeem voor grensoverschrijdende interbancaire betalingen, als alternatief voor het westerse SWIFT.

Ten derde leiden digitale munten tot een nieuwe dynamiek. Ondanks recente koersschommelingen en het uiteenvallen van cryptobeurs FTX zet de trend door. Ook overheden werken aan een digitale versie van hun munt. China loopt daarin voor op de VS en EU: in een pilot is de digitale renminbi aangesloten op betalingssystemen Alipay en WeChat Pay.

Lees ook: De dollarhaat neemt wereldwijd toe, maar die munt is niet zomaar weg

Europa’s open economie

Of en hoe deze drie trends doorzetten en zich monetair vertalen is moeilijk te voorspellen. Experts zien drie potentiële eindbeelden: een unipolair stelsel rond de dollar, een bipolair stelsel waarin dollar en renminbi de wereld in invloedssferen verdelen en een multipolair stelsel.

In alle geschetste toekomstscenario’s heeft het meerwaarde als de EU de uitkomsten krachtiger kan beïnvloeden. De EU is kwetsbaar voor economische machtspolitiek. Dat hangt samen met factoren als onze open economie, kwetsbaarder voor schokken van buiten dan de Amerikaanse, en afhankelijkheid van China voor kritische grondstoffen.

Vooral in een bipolair of unipolair stelsel is de eurozone vatbaar voor monetaire druk. Niet toevallig kwam het debat over de internationale rol van de euro in een stroomversnelling na de eenzijdige opzegging van het nucleaire akkoord met Iran door de regering-Trump, in 2018. Maar ook in een multipolair stelsel kan muntmacht zich doen gelden en heeft de EU baat bij maximale handelingsvrijheid.

Dit is niet alleen een zaak van weerbaarheid. Ook in het internationale monetaire bestel kan een sterkere euro positief bijdragen aan evenwicht en internationale samenwerking. Nog deze maand komen wereldleiders bijeen in Parijs om te spreken over een rechtvaardiger mondiaal financieel stelsel en een eventuele hervorming van IMF en Wereldbank – een andere erfenis van de wereldorde van 1945.

Groene energie in euro’s

Wat kan Europa concreet doen? Vertrouwen in een munt laat zich niet voorschrijven maar moet worden verdiend. Toch kunnen kleine stappen op termijn grote vooruitgang brengen.

Een zo’n stap is te bevorderen door groene energie zoveel mogelijk in euro’s af te rekenen. Dan word Europa minder afhankelijk van in dollar afgerekende fossiele brandstoffen. Waarom niet de toekomstige waterstofcontracten in de eigen munt? Dan ontstaat naast de petro-dollar en de petro-yuan ook de ‘hydro-euro’.

Tevens kan de EU meer verantwoordelijkheid nemen voor het internationale monetaire systeem, via uitbreiding van het netwerk van ECB-swaplijnen. Dat geeft bijvoorbeeld lage- en middeninkomenslanden in Centraal-Azië, die nu op China of de VS leunen, bij tegenwind de mogelijkheid om op de euro terug te vallen. Die strategische taak ontlast bovendien de Amerikaanse Fed als lender of last resort.

Ook de omgang met digitale munten vraagt regie van Europese overheden. Eind deze maand komt de Europese Commissie met een ontwerp voor de digitale euro. De focus zou moeten liggen op grote, grensoverschrijdende eurobetalingen tussen banken en bedrijven.

Uiteraard staat de euro op het wereldtoneel enkel sterk als de thuisbasis solide is. Daartoe doen in Brussel en Frankfurt sinds enige jaren beleidsopties de ronde, zoals voltooiing van de kapitaalmarkt- en bankenunie en het aantrekkelijker maken van de eurozone als safe haven voor internationale reserves. Deze plannen, waarvoor in Nederland het enthousiasme niet altijd groot is, zullen zeker niet enkel omwille van de internationale rol van de euro worden ingevoerd. Toch kunnen in nieuwe geopolitieke en economische omstandigheden de onderliggende afwegingen op termijn verschuiven.

Nederland moet zich hierop voorbereiden en in het nationale eurodebat, behalve de economische kosten, ook geopolitieke en economische baten van de munt laten meewegen.

Tot slot: waar Den Haag zich in euroland soms alleen voelt staan, kan het kabinet pleiten voor toetreding van de gelijkgezinde landen Denemarken, Zweden en Polen. Na de Russische oorlog voelen ook deze landen: de euro is niet alleen een zaak van economie maar ook van geopolitiek.