Racisme bij de politie: alleen de witte agent kreeg een gratificatie, de rest heeft juist grote problemen


Structureel racisme Racisme binnen de politie werd dit voorjaar indringend aangekaart in de tv-documentaire De Blauwe Familie. „We hebben onze nek uitgestoken maar geen enkele erkenning of rehabilitatie gekregen.”

De vijf hoofdrolspelers uit ‘De Blauwe Familie’.Van links naar rechts: Yvel Blokland, Bilal Addou, Suleyman Ortac, Margot Snijders en Peris Conrad.
De vijf hoofdrolspelers uit ‘De Blauwe Familie’.Van links naar rechts: Yvel Blokland, Bilal Addou, Suleyman Ortac, Margot Snijders en Peris Conrad.

Foto Mona van den Berg

Eén politieagent heeft het korps verlaten met een posttraumatische stressstoornis (PTSS), eentje koos voor een baan buiten de politie, weer een andere politieman wordt strafrechtelijk vervolgd en ook met twee andere hoofdrolspelers uit de documentaire De Blauwe Familie (KRO-NCRV) gaat het een half jaar na de uitzending knap beroerd.

„We hebben onze nek uitgestoken en moed getoond door publiekelijk het probleem van racisme binnen de politie aan te kaarten. Toch hebben we geen enkele erkenning of rehabilitatie gekregen”, zegt de Rotterdamse agent Yvel Blokland (49). Ook zijn collega Péris Conrad (51) is teleurgesteld over het gebrek aan steun. Van de ongeveer 6.600 agenten in de Rotterdamse eenheid zijn er „nog geen tien” geweest die de klokkenluiders na vertoning van de film een hart onder de riem hebben gestoken.


Lees ook dit interview met politiecommissaris Johan van Renswoude: ‘Een agent met een hoofddoek moet kunnen’

Het racisme dat ze hebben aangekaart, wordt bij de politie doodgezwegen, ervaren zij. „We hebben dus kennelijk geen draagvlak binnen de organisatie”, zegt Blokland, twintig jaar agent. Hij is bezig zijn verlofdagen op te maken om tot rust te komen, en is in afwachting van een nieuwe functie binnen de politieorganisatie. Conrad is per 1 juni met PTSS eervol ontslagen, na een politieloopbaan van 27,5 jaar. Hij zegt geen puf meer te hebben om de strijd aan te gaan met „fossiele gedachten over inclusie en leiderschap”.

Verdriet en verontwaardiging

Groot waren het verdriet en de verontwaardiging binnen de politietop na de documentaire over racisme bij de politie. De politiebazen, die vrijdag 20 mei de besloten voorvertoning bijwoonden van De Blauwe Familie toonden zich unaniem geschokt. „Het doet me pijn om te zien hoe we met elkaar omgaan”, vertelde plaatsvervangend korpschef en hoogst verantwoordelijke voor het diversiteitsbeleid (‘Politie voor Iedereen’) Liesbeth Huyzer.

Ze sprak na het zien van de film waarin politieagenten vertellen hoe ze binnen de 65.000 werknemers tellende Nationale Politie stelselmatig worden gediscrimineerd, gepest en racistisch bejegend. Huyzer zei zich te schamen dat politieagenten niet de bescherming kregen „die ze nodig hebben om dit mooie en belangrijke vak uit te oefenen.”

We hebben dus kennelijk geen draagvlak binnen de organisatie

Yvel Blokland politieagent in Rotterdam

Ook de hoogste baas, korpschef Henk van Essen, was onder de indruk van de „zeer indringende en aangrijpende” film. In juni besloten tachtig topfunctionarissen van de politie tot een strengere aanpak van racisme in eigen kring. „Elke collega moet zichzelf kunnen, durven en mogen zijn”, verklaarden de politiechefs in een speciaal voor de gelegenheid gemaakt filmpje.

Een half jaar later beoordelen de zes politiemensen uit De Blauwe Familie die vrome voornemens van hun superieuren vooral als een manifestatie van schijnheiligheid. Blokland en Conrad – twee mannen met Surinaamse wortels – hebben naar eigen zeggen op eigen initiatief de afgelopen maanden verscheidene gesprekken gevoerd met leidinggevenden over discriminatie, maar dat heeft concreet niks opgeleverd. „Niemand heeft een persoonlijke geste naar ons gemaakt”, zegt Conrad.

Margot Snijders en Péris Conrad.
Foto’s Mona van der Berg

Een van de maatregelen die de politietop trof om uitsluiting te beteugelen, was dit najaar de aanstelling van commissaris Johan van Renswoude als eerste landelijke coördinator voor de bestrijding van politieracisme. Hij trok Dwight van de Vijver, een van de agenten die in De Blauwe Familie klaagde over discriminatie, als adviseur aan. Na een loopbaan van achttien jaar bij de politie was Van de Vijver, van Surinaamse komaf, in 2021 overgestapt naar de reclassering. Hij besloot terug te keren naar de politie en kreeg als taak het bevorderen van een sociaal veilig en inclusief arbeidsklimaat bij de politie.

Geen vertrouwen

Nog voor hij aan zijn nieuwe klus zou beginnen, heeft Van de Vijver (39) zich bedacht. Hij komt toch niet terug bij de politie. „Ik had het team van Van Renswoude willen versterken maar na gesprekken ben ik ervan overtuigd dat zijn opdracht gaat mislukken.” Van de Vijver heeft te weinig vertrouwen dat de organisatie echt zal veranderen. „Het oude leiderschap wacht nu te veel tot de ophef overwaait. Er is juist frisse wind nodig, maar die ontbreekt.”


Lees ook dit interview met plaatsvervangend korpschef Liesbeth Huyzer: Voortaan dreigt ontslag voor racistische agenten

De toekomst van Bilal Addou (34), dertien jaar agent in Den Haag, is ongewis. In de documentaire vertelt Addou overal en altijd bij de politie discriminatie te hebben ervaren. „Racisme hoort er bij de politie gewoon bij”, vertelt hij. Samenwerken met een collega met Marokkaanse wortels die ook nog een gelovige moslim is, dat pikken agenten vaak niet. „Het is zeker de bedoeling dat we boeven met boeven gaan vangen”, kreeg hij te horen toen hij zich voor het eerst voorstelde aan collega’s. Addou heeft geen vertrouwen dat de politie daadwerkelijk discriminatie in de organisatie wil aanpakken. „Al die beloftes na de documentaire zijn voor de bühne.”

Het oude leiderschap wacht nu te veel tot de ophef overwaait. Er is juist frisse wind nodig, maar die ontbreekt

Dwight van de Vijver ex-agent keert niet terug bij politie

Addou werkte op verschillende bureaus; op politiebureau Zuiderpark in Den Haag ging het mis. Oudere collega’s klaagden dat hij zou hebben gezegd dat homo’s ‘onrein’ zijn en vrouwen ‘kankerhoeren’. „Totaal uit de duim gezogen beschuldigingen. Ik ben in een hartelijk vrouwengezin opgegroeid. Ik zou nooit zoiets zeggen. Ze hebben gewoon een paar populaire vooroordelen over moslims als leugens gebruikt om mij de afgrond in te werken.”

In 2020 komt er via het Team Criminele Inlichtingen informatie dat Addou in drugs zou handelen. Hij wordt in maart 2021 door de Rijksrecherche aangehouden op verdenking van „betrokkenheid bij de handel in verdovende middelen” en „schending ambtsgeheim”. Er volgt een inval bij hem thuis en hij wordt buiten functie gesteld. „Ze wilden hoe dan ook iets vinden dat fout is. Alles met Arabische teksten uit mijn huis hebben ze meegenomen.”

‘Niets onrechtmatigs gedaan’

In augustus van dit jaar wordt duidelijk dat het OM hem niet gaat vervolgen voor drugshandel. Uit onderzoek is volgens de politie „niet gebleken dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan handel in drugs en of samenwerking met Marokkaanse drugscriminelen uit Breda”, aldus een proces-verbaal van de politie. Het OM Den Haag laat weten Addou in januari alleen nog te willen horen over het doen van bevragingen in politiebestanden. „Prima”, zegt Addou. „Ik heb niets onrechtmatigs gedaan.”

Suleyman Ortac heeft in 37 jaar „meer dan duizend boeven” helpen vangen.

In het strafdossier kon Addou lezen dat tijdens het strafrechtelijk onderzoek naar hem alle dwangmiddelen uit de kast zijn gehaald. Zijn telefoon werd getapt, onder zijn auto zat een peilbaken en een observatieteam keek met wie hij omging. Addou moet nu beslissen of hij zijn loopbaan bij de politie weer oppakt. De verleiding om terug te keren, is niet bijzonder groot. „Niemand van de eenheidsleiding Den Haag wil mij spreken over deze zaak, zelfs niet nu gebleken is dat ik niets onrechtmatigs heb gedaan.”

Vriendjespolitiek

Het verhaal van Addou lijkt op hetgeen Suleyman Ortac (55) als agent van de Landelijke Eenheid meemaakt. Ortac, van Turkse komaf, heeft als inlichtingenrechercheur vooral successen geboekt bij de aanpak van de zware, georganiseerde criminaliteit. Hij schat in 37 jaar tijd te hebben geholpen „meer dan duizend boeven” te vangen. Zijn positie binnen de politie is de laatste tien jaar gaan wankelen omdat hij naar eigen zeggen „voortdurend misstanden” heeft aangekaart: „variërend van dood door schuld, corruptie, vriendjespolitiek, racisme, discriminatie en uitsluiting”.

Ik voel plaatsvervangende schaamte dat de overige hoofdrolspelers niet op deze wijze worden behandeld

Margot Snijders politieagent in Amsterdam

Ortac klaagde onder meer over het handelen van teamchefs van de criminele inlichtingeneenheid. De meldingen die hij deed werden volgens hem door de politieleiding nimmer serieus genomen. „Er werd voortdurend weggekeken.” Het afgelopen jaar, na verscheidene externe onderzoeken naar aanleiding van onder meer drie zelfmoorden bij de Landelijke Eenheid, blijkt dat Ortacs ervaringen niet op zichzelf staan. De Landelijke Eenheid van de Nationale Politie wordt grondig verbouwd.

Computervredebreuk

Het heeft Ortac niet geholpen. Integendeel. De afdeling veiligheid integriteit en klachten (VIK) van de politie begon een onderzoek naar de melder. „Om mij te straffen heeft de korpsleiding van de Nationale Politie alles in het werk gesteld mij aan te pakken wegens het doen van onrechtmatige bevragingen in politiesystemen.” Hij zocht naar eigen zeggen naar informatie over verdachte personen uit ongerustheid over zijn eigen veiligheid en die van familieleden. Dat wordt door het Openbaar Ministerie aangemerkt als computervredebreuk. Op 27 januari moet Ortac voor de strafrechter verschijnen, bevestigt het landelijk parket van het OM.

Yvel Blokland en Bilal Addou.
Foto’s Mona van der Berg

Agent Ortac begrijpt niet waarom hij wordt vervolgd „nadat ik mij mijn leven lang heb ingezet voor de politie”. In september kwam hij bij een debat over de politie in de Tweede Kamer korpschef Henk van Essen tegen. Die beloofde hem te bellen om over de zaak een gesprek te voeren. Ortac zegt sindsdien niks meer te hebben gehoord.

Slechts met één van de hoofdrolspelers uit de Blauwe Familie gaat het goed. Margot Snijders (51) van de Amsterdamse politie vertelt het met enige gêne. „Dat het juist mij prima vergaat, is symptomatisch voor het institutionele racisme bij de politie. Als witte vrouw heb ik er geen last van dat ik publiekelijk discriminatie in de organisatie aan de orde stelde.” Snijders kreeg volgens de Amsterdamse politie zelfs een gratificatie „wegens moedig uitspreken in de documentaire”. Ze zegt: „Ik voel plaatsvervangende schaamte dat de overige hoofdrolspelers niet op deze wijze worden behandeld.”

Ondermaatse scholing

Denkt ze dat de documentaire nog gaat helpen uitsluiting binnen de politie tegen te gaan? Snijders, al dertig jaar agent, aarzelt. „Ik zie nog te weinig resultaat.” Yvel Blokland verwacht in ieder geval weinig heil van het aangekondigde voornemen om agenten die zich racistisch gedragen voortaan te ontslaan. „De politieorganisatie zou agenten beter moeten opleiden. Op het gebied van inclusie is de afgelopen jaren ondermaats scholing gegeven. Dan ga je het ook niet redden door van de een op de andere dag hard te straffen.”

Blokland pleit voor „meer zelfreflectie” bij de politieleiding. „De leidinggevenden wijzen nu naar de politiemedewerkers om te zeggen: dat gaan we niet meer doen. Ze moeten vooral naar zichzelf kijken en zeggen: wat hebben wij een flinke rol gehad in deze puinhoop. Wij hebben schadelijk strafbaar gedrag genormaliseerd. We hadden wel aandacht en begrip voor de daders van racistisch gedrag maar we hebben de slachtoffers steeds in hun hemdje laten staan.”

Niemand heeft een persoonlijke geste naar ons gemaakt

Péris Conrad vertrekkende agent in Rotterdam met PTSS

Wat dat betreft is er nog weinig veranderd, merken de agenten. Vooral in de politie-eenheid Rotterdam, waar racistische incidenten door de politie met de mantel der liefde werden bedekt. Vorige maand werd bekend dat een inspecteur van politie die een garagehouder van Turkse komaf in de Rotterdamse wijk Feijenoord een kopstoot gaf en daarover loog in het proces-verbaal intern geen sancties zullen worden opgelegd. Hij had volgens politiebaas Fred Westerbeke met de beste bedoelingen weliswaar niet de juiste feiten maar zijn „beleving van het incident” geverbaliseerd. Dat was ook goed.

„Hadden wij die zorg en steun maar gekregen toen we klaagden over racisme. Dan zaten we nu niet met deze problemen”, zegt Péris Conrad. „Wij worden vooral als lastpakken gezien en hebben nog niet eens een bloemetje gehad.”

Ook de door de politie mishandelde garagehouder heeft geen excuses van de politie ontvangen. Hij kreeg wel bezoek van twee teamchefs die volgens een woordvoerder van de Rotterdamse politie „verbinding zochten door op een laagdrempelige manier contact te maken”. Verontschuldigingen pasten volgens die zegsman niet in die strategie.

Conrad is het slachtoffer van de kopstoot twee weken geleden zelf maar een bos bloemen gaan brengen. Namens de Blauwe Familie. Op zijn mobiele telefoon toont Conrad een foto van het moment. Twee mannen met een enorme ruiker in een garage.