Inspectie: doodsoorzaak overleden baby in Ter Apel niet vast te stellen

Onderzoek Omdat de doodsoorzaak van de vorig jaar overleden baby in Ter Apel niet bekend is, kan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd geen link leggen tussen het overlijden en de „ongezonde verblijfsomstandigheden”.

Vluchtelingen in 2022 voor de ingang van het IND COA aanmeldcentrum op het asielcomplex in Ter Apel.
Vluchtelingen in 2022 voor de ingang van het IND COA aanmeldcentrum op het asielcomplex in Ter Apel. Foto Kees van de Veen

De baby die vorig jaar stierf in het aanmeldcentrum voor asielzoekers in Ter Apel, overleed in „verblijfsomstandigheden die ongezond waren voor een moeder met jonge kinderen”. Dat schrijft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in een deze maandagochtend verschenen onderzoek. Omdat de doodsoorzaak niet bekend is, kan door de inspectie geen link worden gelegd tussen het overlijden en de omstandigheden.

De drie maanden oude baby stierf in de ochtend van 24 augustus 2022, op het dieptepunt van de asielcrisis. Na het overlijden begon het Nederlands Forensisch Instituut een onderzoek naar de doodsoorzaak, maar deze is niet vastgesteld. De Inspectie Volksgezondheid en Jeugd en de inspectie Justitie en Veiligheid onderzochten de omstandigheden waarin het kind stierf, de aparte onderzoeken werden maandagochtend gezamenlijk gepubliceerd.

De onderzoeken van de inspecties schetsen een beeld van wat er tijdens de asielcrisis achter de poorten van Ter Apel gebeurde. Daar werden de meest kwetsbare asielzoekers opgevangen, die volgens COA-medewerkers onder geen beding tussen de honderden anderen, veelal mannen, op het grasveld konden overnachten. Alleen: ook voor de mensen die wel naar binnen mochten, was geen plek.

Lees ookBuiten slapen en een dode baby

Er werd gerookt

Daarom werden op het terrein van het aanmeldcentrum provisorische slaapplekken ingericht. Zo kwam de baby in de gymzaal op het terrein terecht. De inspecties schrijven dat het vies was, er werd gerookt. Er stonden geen wiegjes en waren geen slaapzakken. De baby sliep er naast zijn moeder op een matrasje.

Omdat er tientallen mensen dicht op elkaar verbleven, schrijven de inspecties, was er een risico op besmettingsziekten. De inspectie van Justitie en Veiligheid reconstrueerde ook de nacht van de dood: de baby, die volgens de inspectie in elk geval niet „zichtbaar ziek” was, werd in de vroege ochtend door zijn moeder met bloed en schuim op zijn gezicht aangetroffen. Reanimatie door toegesnelde medewerkers mocht niet baten.

De inspectie van Justitie en Veiligheid schrijft dat „er ten tijde van het incident feitelijk en formeel niets geregeld” was voor vluchtelingen die nog niet in de asielprocedure terecht konden. Volgens de inspectie hebben COA-medewerkers ter plaatste „werkenderwijs vanuit humanitair oogpunt getracht de opvang vorm te geven, zonder dat ze hier feitelijk op waren toegerust”.

Hoewel er op basis van de nu bekende informatie geen relatie is vast te stellen tussen het overlijden en de omstandigheden, schrijft de inspectie IGJ, blijft het een „feit dat het tragisch is dat een kind onder deze omstandigheden overlijdt.”